26.

321 12 1
                                    

"Weet je eigenlijk wel waar de leerlingenkamer van Ravenklauw zich bevindt?"vroeg ik toen we de zoveelste afslag namen richting de leerlingenkamer.

"Eh... Nu je er over begint; niet echt."gaf George toe.

Ik moest onwillekeurig glimlachen. "Dus je leidde ons maar op goed gevoel door de school?"ik gaf hem geen tijd om te antwoorden. "Jullie hebben geluk dat ik wél weet waar we heen moeten, en het is niet deze kant op."Ik haakte onze armen in elkaar en draaide om.

"Weet je zeker dat je de weg weet? Volgens mij zijn we namelijk weer bij ónze afdeling."zei Fred toen we een heleboel trappen op sjokten.

"Jazeker!"zei ik opgewekt. "En bovendien is dit niet ónze toren, maar die van Ravenklauw. Wist je niet dat hun afdeling in de ander zit? Het staat in een Beknopte Beschrijving van Zweinstein, hoor."ik liep naar een deur zonder klink en sleutelgat en klopte één keer met de klopper.

Een harmonieuze stem sprak: "Zeg mijn naam en ik verdwijn. Wat ben ik?"

"Oei, da's een lastige, hoor."mompelde ik.

"Cleo, hier hebben we nu echt geen tijd voor!"zei George gefrustreerd.

"Waarom hebben ze niet gewoon een wachtwoord? Dat is toch veel makkelijker?"vroeg Fred.

"Rowena Ravenklauw vond dat je om naar binnen te mogen gaan je het antwoord op een raadsel moest weten. Zo stimuleerde je het brein"antwoordde ik waarheidsgetrouw.

"En als je het niet wist?"

"Dan moet je wachten op een leerling die het wel weet."

"Daar hebben we nu geen tijd voor."Fred keek me lichtelijk geïrriteerd aan.

"Hm. In dat geval zou ik zeggen: stilte."

"Correct geformuleerd."zei de harmonieuze stem en de deur opende.

Fred en George gaven me enthousiast klopjes op mijn schouder en stormden naar binnen.

Ik moest toegeven dat het een prachtige leerlingenkamer was. Het vertrek was ruim, had een fantastisch uitzicht en het plafond was gedecoreerd als de nachtelijke hemel. Ik zat nog steeds met open mond de sterren te bestuderen toen George me even aantikte en wees op een wenteltrap die naar de meisjesslaapkamer leidde. Ik wilde niet vragen hoe George dat wist, en ik wist zeker dat het antwoord me niet zou bevallen.

We slopen de trap op om een of andere wraakactie voor te bereiden - ik wist nog steeds niet precies wat die nou inhield - en bogen ons even later over Katy's bed. Ik had een spreuk uitgesproken over de ruimte zodat niemand ons kon horen, maar we moesten natuurlijk nog wel voorzichtig zijn.

"Wat was jullie plan?"siste ik.

"Wacht maar af."George grijnsde vals en haalde zijn toverstok tevoorschijn. Hij boog zich over Katy heen en fluisterde iets.

Doordat Katy een druipneus begon te krijgen kon ik zien dat het de Vloek van Druipneus was.

Ik grinnikte en wees op de deur.

Weldra zou Katy wakker worden, en daar wilden we niet bij zijn.

We sprintten de trap af, stormden de leerlingenkamer uit en kwamen aan de andere kant van het kasteel tot stilstand.

Lachend en hijgend hing ik over de reling van een trap.

Het viel me pas op dat er iets goed mis was toen het al te laat was.

Ik draaide me vliegensvlug om. Fred en George waren verdwenen, maar er was iemand in hun plaats gekomen. Het was iemand die ik me vaag leek te herinneren, al kon ik niet op zijn naam komen.

"Waar zijn-"begon ik.

"De bloedverraders? Die zijn goed opgeborgen. Je opdrachten gaan beginnen, Vilijn. Je doet er goed aan om naar me te luisteren en geen geluid te maken."met een wiepje van zijn toverstok werd ik op mijn buik op de grond gegooid en werden mijn handen gekneveld. Ook kwam er een doek voor mijn mond.

Ik probeerde te gillen, zonder resultaat.

Die man had Fred en George. Hij zou ze toch geen kwaad doen?

Paniek gierde door mijn lijf.

"Oh, wees niet bang. Er kan je niets gebeuren,"zei de man zoetjes. "Maar als je faalt zal de Heer van het Duister je vrienden vermoorden, en daarna jou."

Secret at HogwartsWhere stories live. Discover now