24.

296 12 2
                                    

Ik werd wakker met barstende koppijn.
Langzaam werd ik me bewust van het feit dat ik -alweer - vastgebonden in een stoel zat.
Knarsetandend opende ik mijn ogen, maar ik zag enkel duisternis.
Toen gingen er overal om me heen kaarsen aan en kon ik eindelijk wat zien.
"Cleo Vilijn."zei iemand achter me.
Ik kon geen antwoord geven door de prop in mijn mond.
"Je opdrachten gaan beginnen,"zei de stem. "Je vader heeft ons verteld welke opdrachten je moet voltooien voor hij je zijn volle vertrouwen gunt, en wij zijn van plan ons daaraan te houden. Je krijgt je eerste opdracht morgenavond. Succes."de kaarsen gingen uit en alles werd weer donker.
Ik hoorde de man iets fluisteren en het volgende moment verloor ik het bewustzijn.

Ik kreunde toen ik - alweer - wakker werd met hoofdpijn, maar nu ook nog eens duizelig was. Tot mijn verbazing lag ik mijn bed, al had ik geen idee hoe ik daar in terecht was gekomen.
Ik stond langzaam op en slofte naar de leerlingenkamer, die alweer verlaten was. 

"Waar is iedereen?"mompelde ik met schorre stem. Ik stond net op het punt om door het protretgat te klimmen en mijn vrienden te zoeken, toen er twee mensen naar binnen sprongen. Fred en George.

"Cleo!"brulden ze in koor terwijl ze me om de hals vielen. 

"Hai."zei ik, ietwat ongemakkelijk door al dit lichamelijke contact.

"Waar was je? We hebben je overal gezocht!"riep George bezorgd terwijl Fred me grondig bestudeerde op verwondingen, nam ik aan.

"Ik lag in mijn bed."mompelde ik verbaasd. Hoe lang was ik buiten westen geweest?

"Ja, vast,"zei Fred. "We zijn al de hele dag naar je op zoek. Eigenlijk al sinds je gisteravond niet kwam opdagen."

"Oh."dat verklaarde een boel. Alleen niet dat ik me gisteravond wel in de leerlingenkamer had bevonden, maar dat hij verlaten was. 

Had die onbekende ontvoerder me soms behekst zodat ik niemand kon zien? Ik had geen flauw idee of dat mogelijk was, maar ik besloot het binnenkort op te zoeken.

"Sorry jongens, ik weet niet waar jullie het over hebben,"zei ik met wat vastere stem terwijl ik ze op hun schouder klopte. "Is er nog ontbijt?"verlekkerd staarde ik langs ze, naar waar de Grote Zaal was.

Fred snoof. "Het avondeten is net geweest."

"Je hebt het nét gemist,"voegde George er grijnzend aan toe. "Maar gelukkig weten wij waar de keukens zich bevinden."hij knipoogde en ik grijnsde. 

"Wijs de weg, Wemel."

Secret at HogwartsWhere stories live. Discover now