Hoofdstuk 27

205 19 1
                                    

"Naiad!" Keelia is de eerste die de schim herkent. Ook ik zie het nu. Naiad River, het schoolkrant-meisje. Ze heeft rode wangen en haar ogen staan wijd open.

''Wat doe jij hier?'' Sis ik haar toe. ''Ik schrok me een ongeluk.'' Naiad kijkt naar de grond.

''Ik moest jullie boeken brengen, en.. Sky en ik hebben écht een goed onderwerp nodig voor de schoolkrant..'' Helemaal gek geworden. Ik val voor haar lieve, onschuldige gezicht. Ik begrijp haar, maar voel uit het niets opnieuw woede opkomen.

''Lopen, eruit.'' Sis ik weer, maar nu nog gemener. Ik voel een hand op mijn schouder.

''Naiad, we zien je zo bij de les, zeg maar dat we er aankomen.'' Zonder iets te zeggen knikt ze en loopt ze langs mij heen weg. Ik hoor de deur dichtvallen.

''Wat was dat nou weer?'' Ik voel een ruk aan mijn schouder, waardoor ik me omdraai. Het antwoord. Ze wilt een antwoord. Maar weet ik het antwoord wel?

''Ik... Ik weet het niet. Laten we maar naar de klas gaan.'' Ik wend mijn blik af van haar, pak mijn boeken en loop de deur uit.

Met grote passen loop ik door de gang.

''Serena, wat is er nou met je?'' Oja, één ding dat bij mij geld: Als ik erg boos/verdrietig/wanhopig ben; laat me. Als je iets tegen me zegt, of iets vraagt, barst ik in huilen uit. Laat me gewoon met rust, en voor mijn toekomstige vriend/man; breng me chocola, dat verminderd alle pijn.

Ik sta stil, en Keelia komt naast me staan. ''Kom op, vertel het me dan gewoon.'' Ik twijfel, waar over weet ik niet. Wat zou ik haar moeten vertellen? Ik ben gewoon erg emotioneel op het moment, maar dat is geen goed excuus.

''Denk je aan Ciáran?'' Zal dat het kunnen zijn? Eerlijk gezegd heb ik niet zo veel aan hém gedacht, maar vooral aan mezelf. Ik schud van nee.

''Heeft het iets met Ynlêrya te maken?'' Direct schiet er een flits door me heen.

''Ja dus.'' Ze kijkt me in mijn ogen, en ik kan een zachte snik niet onderdrukken.

''Ik ben bang..'' Piep ik. ''Ze lijkt overal te zijn.'' Daarna fluister ik er nog zacht achteraan; ''Ik word gek.'' Dat had Keelia waarschijnlijk ook al door. Een traan rolt over mijn wang heen, maar in plaats van verdriet voel ik me boos worden. Ik bal mijn vuisten. ''Rustig aan Serena.'' Beide handen worden door haar vast gepakt, en langzaam ontspan ik weer. ''We praten zo verder, is dat goed?'' Ik knik en veeg de tranen van mijn gezicht af. Uit een klein tasje dat om de schouders van Keelia hangt, haalt ze een rond doosje. ''Even die rode vlekken wegwerken.'' Ik moet glimlachen, door de tranen heen, terwijl Keelia wat poeder op mijn gezicht smeert. ''Super. Nu gaan we naar geschiedenis.'' Ze pakt mijn hand vast, en trekt me mee de gangen door.

Zodra we de het lokaal binnenstappen worden we aangestaard; ruim 20 andere leerlingen. "Sorry,' begint Keelia. 'We werden opgehouden." De man waar Keelia zich toe richt, geeft ons een knikje. "Mevrouw River heeft het mij verteld ja, ga zitten." Ik en Keelia nemen plaats, waarna ik word aangetikt door Naiad. ''Waar bleven jullie?'' Fluistert ze zacht. ''Mevrouw River, mag ik mijn les voortzetten alsjeblieft?'' Verschrikt draait ze zich om, en gaat stil zitten.

''Ik ben meneer Aalmen, en zoals net al gezegd, gaan we kijken wat jullie nog bij is gebleven van vorige week.'' Mooi. Ik weet veel over geschiedenis. Ik ga recht op zitten. Eindelijk de kans om een goede indruk te maken.

''Laten we beginnen met jou,' De man kijkt me aan. 'Hoe heet je meisje?''

''Serena Gins, meneer.'' Vraag maar raak, ik weet het wel.

Onmacht {Het Oog der Engelen}जहाँ कहानियाँ रहती हैं। अभी खोजें