Visioen

210 25 2
                                    

''Je weet waarom ik je hier gebracht heb.'' Een mannenstem schiet door mijn hoofd, ik heb niet de kracht om te bewegen, alleen mijn mond weet zich te verroeren. ''Laat me met rust! Ik wil naar huis!'' Ik klink niet als mezelf, de stem die ik hoor is hoger, vrouwelijker. ''Vertel me waar dat broertje van je is.'' Ik heb geen broertje. ''Ik zal jou nooit vertellen waar hij is.'' Weer die hoge stem, wie ben ik? ''Net zo verrekte koppig als je moeder dus, en je weet wat er met haar is gebeurd Aenseryn.'' Eerst zag ik alleen een zwarte schaduw, maar in die schaduw vormt zich nu een gezicht, het is geen mens, eerder een wolf. Hij kijkt boos, en heeft zijn ogen tot gemene spleetjes geknepen. Ik voel hoe mijn lichaam los komt uit de trance. Ik vlieg vooruit, naar de man, maar die zweeft achteruit in een zwarte tunnel, die niet lijkt te stoppen. ''Klootzak kom hier!'' Ik voel woede, enorme woede. ''Ik vind die hopeloze engel wel!'' De woede slaat ineens om in verdriet. ''Nee! Hij is nog maar een kind! Laat hem met rust! Neem mij mee. Neem mijn kracht af.'' En binnen een seconden vervangt het verdrietige gevoel zich voor hopeloosheid. ''Slim prinsesje. Heel slim.'' Een enorme pijn flitst door mijn lichaam, alsof je een hoogspanningsmast aanraakt. De schim verdwijnt, en ik ben voor eventjes alleen, samen met de trillende pijn die nog altijd aanhoud. Voor dat ik weg zak, lichten twee enorm blauwe ogen voor me op. Het zijn niet die van Dadin, ze zijn vrouwelijk en stralen kracht uit. Dan doven ze, tot de ogen geen licht meer geven, en er zwak en slap uit gaan zien. ''Serena, help me. Serena! Serena?''

''Serena! Serena!'' Ik schrik wakker, en schiet recht overeind, waarbij ik bijna Keelia een kopstoot verkoop. Verward kijk ik om me heen, en zie Keelia naast me op de grond zitten, met een bezorgde blik in haar ogen.

''Is ze wakker?'' De stem van Dadin klinkt al net zo bezorgd als dat Keelia's gezicht eruit zag.

''Wat.. Ik.. Heb vreselijk gedroomd..'' Piep ik, opgelucht dat ik weer mijn eigen, vertrouwde, iets wat mannelijke stem terug heb.

''Dat was geen droom Serena. Het leek meer op een visioen.'' Ik heb enorme hoofdpijn, en breng mijn hand naar mijn gezicht. De nagels van mijn handen zijn weer abnormaal lang, en ik voel hoe pijnlijke steken door mijn hoofd gaan, naar mijn rug. Het blijft doorgaan, alsof er signalen naar mijn rug worden gestuurd, wat ook het geval is.

''Serena? Wat zag je?'' Ik denk even na, moet ik dit wel vertellen? Wie was die vrouw? Ze werd prinses genoemd, en haar broertje heette Dadin.. Oh god. Zal ik Dadin bang maken als ik erover vertel?

''Ik werd vastgehouden.. Door een soort wolf..'' Oke. Voor zover ik weet heeft Dadin geen zus, dus kan het ook niet veel kwaad om dat achterwegen te houden.

''Er is iets wat je moet weten Serena.'' Dadin klinkt twijfelend. Waarschijnlijk begint hij nu over zijn zus, of over het feit dat ik achtervolgt word door een wolf achtig persoon?

''Jouw.. Uhm.. Transformatie heeft zich wat uitgebreid..'' Dadin weet zich duidelijk geen houding te nemen, en zit een beetje te wiebelen op de rand van Keelia's bed. Plots moet ik aan de pijnscheuten in mijn rug denken, die in mijn droom, ik bedoel visioen, al begonnen waren.

Langzaam sta ik op, en loop naar een klein hangend spiegeltje toe, en ga er met mijn rug naartoe staan. Mijn hoofd draai ik zo, zodat ik op mijn rug kan kijken. Twee scherp lijkende bobbels steken uit mijn rug. De huid eromheen is beschadigd, en kleine stroompjes bloed sijpelen omlaag. Aidan komt de kamer in gelopen, met een doek, verband en een schaaltje water. Hij geeft het aan Keelia, die mij gebaard naar haar toe te komen.

Ik luister naar haar gebaar, en ga voor haar op de grond zitten. Voorzichtig maakt ze de wonden schoon met het water en de doek.

''Dit is erg.'' Fluistert Aidan. Dadin sist naar hem terug; Niet waar ze bij is! Waarna ze samen de kamer verlaten.

''Gaan we nog steeds naar Usmork?'' Vraag ik aan Keelia, misschien is ze bang geworden?

''En of we gaan, je hebt het nu nóg meer nodig. Het is kwart over 7, we gaan ons klaarmaken.''

Ik grabbel tevreden wat in de tas die Ciáran heeft meegebracht; de enige kleren die ik heb, gekregen van Keelia.
"Tijd voor wat nieuws?" Fluisterd Keelia naar me, terwijl ze met me meekijkt in de tas. Waarop ze naar haar kledingkast toe loopt en wat begint te zoeken. Ze haalt er wat mooie zwarte shirtjes uit, die ze op haar bed neer legt en gladstrijkt, naar mijn rug kijkt en zegt; "Nu even creatief zijn."
Ik kijk haar na terwijl ze uit haar nachtkastje een schaar pakt, naar haar kast loopt waar ze een naald en wat touw uit haalt en dan terug naar het bed komt. Het shirt houd ze tegen mijn rug aan, en op meet waar de stekelige punten uit mijn rug komen.
Vervolgens pakt ze een schaar, legt het shirt weer onderste boven op het bed en begint twee gaatjes er in te knippen.
"Trek eens aan." Zegt ze met een brede glimlach, waarop ik het veel te lange shirt dat als jurk moet functioneren over mijn hoofd trek en het shirt aan pak. Met een beetje gefriemel, nog niet gewend aan de nieuwe verandering van mijn lichaam, trek ik het over mijn hoofd. Wat een geluk dat ik en Keelia dezelfde maar blijken te hebben, al ben ik iets langer qua lengte.
"Het past precies." Haar stem klinkt trots, en ze zet met naald en draad nog een paar steekjes om het af te maken. Ik sta op, en loop naar het spiegeltje toe. Het shirtje kleed mooi af, wat waarschijnlijk komt omdat ik zo enorm af ben gevallen afgelopen twee maanden. Ik bekijk mezelf goed. Diep zwarte ogen, die doelloos leken te staren. Mijn gezicht is bleker dan ooit, ik mis hoe ik er vroeger uit zag, ook al heb ik er toen erg over gemopperd, vooral in de tijden dat ik onder de pukkels zat, waar vrijwel iedereen last van had. Maar nu, hier in Zárácin lijkt iedereen wel perfect. Een gave huid, prachtige ogen en geweldig haar. De meiden hebben mooie ronde vormen en de jonge jongens zijn gespierd, wat niet geld voor de volwassenen die ik tot nu toe heb ontmoet, maar dat doet er nu niet toe. Ik val er volledig buiten, ook al zijn de meeste pukkels verdwenen, wat vooral komt doordat ik helemaal niet meer vet eet, mijn huid is bleek, met een paar schaven en oneffenheden door de Verandering.

"Sereen?' Ik draai me terug naar Keelia. 'We moeten gaan."

Snel trek ik een broek aan, pak mijn tas en loop met Keelia de deur uit, waar Dadin al op ons wacht.

Haai lezers! ik weet dat het nog niet zo veel lezers zijn, maar ik zou graag wat meer bekendheid willen! Ik denk dat meer mensen mijn verhaal leuk zouden vinden dan het aantal mensen dat het tot nu toe leest. Ik ben enorm bij met mijn huidige lezers, maar toch vraag ik jullie om goed te blijven liken (Alleen als je het leuk vind natuurlijk!) en te reageren met wat je leuk vind en wat juist niet! Ook mijn verhaal aanbevelen mag natuurlijk altijd. Ik zou het heel leuk vinden als jullie me zouden willen helpen, ik werk hier hard voor :) 

Bright Blessings, Sky (Romy)

Onmacht {Het Oog der Engelen}Where stories live. Discover now