Hoofdstuk 43

93 11 0
                                    

Met een nat doekje dept Kella Oana op mijn gezicht. "Je bent goed geraakt Serena, gelukkig is het minder diep dan het lijkt." ik zucht. Vertel mij wat. Ik ben een zwakkeling.
"Toch, vind ik dat je het voor een eerste keer best lang hebt uitgehouden. Yrha heeft niet veel krachten, maar ze gebruikt ze wel om een vals spelletje te spelen." ik denk terug aan het gevecht, waar Yrha de gedaante van een vogel en een wolf heeft aangenomen. Ik zeg niks, en staar recht voor me uit. "Gaat het wel met je?" bezorgd kijkt Kella me aan. Ik schud mijn hoofd. "Ik heb hoofdpijn...' plotseling voel ik me misselijk worden. 'Oh shit." breng ik uit, en ren naar de wasbak. Daar gooi ik mijn hele maaginhoud eruit, wat een smerige nasmaak oplevert in mijn mond. Ik pak het bekertje die Kella mij aanrijkt en spoel mijn mond een paar keer.
Wanneer ik in de spiegel kijk zie ik dat mijn hals leeg is. "Oh nee..." piep ik zacht. Ik bedank Kella voor het verzorgen en haast me gauw weg, terug naar mijn kamer.

Totaal buiten adem stap ik mijn kamer in, en grijp ik naar een pak met druivensap dat op de kast staat. Gulzig neem ik slokken, in de hoop dat de smerige smaak verdwijnt. Alaric zit op zijn bed te leren en kijkt verbaasd op. "Ik dacht dat Kella je wond ging verzorgen?" Ik zak op mijn bed neer. "Ik denk dat ik een groter probleem heb. Mijn engelensteen is weg." ik voel hoe de hoofdpijn langzaam erger word. Ik kreun. Wanneer ik Alaric's hand op mijn schouder voel sla ik deze abrupt weg. "Niet aanraken, ik wil je geen pijn doen." Rustig sta ik op. "Ik moet mijn steen vinden. Voor ik mezelf niet meer in de hand kan houden." Ik loop snel naar de kamer van Dadin. "Dadin!? Ben je er? Doe open!" de deur gaat open en Dadin kijkt me vragend aan. Ik wurm mezelf naar binnen. "Mijn engelensteen is weg. Ik heb hoofdpijn, ben duizelig en misselijk en.. We moeten hem vinden. Straks doe ik iemand pijn." van streek laat ik mezelf door mijn kniën zakken. Dadin buigt kalm voor me neer.
"Serena. Rustig aan. We gaan nu terug naar het bos en gaan hem zoeken." Hij helpt me weer overeind, en samen benen we ons naar buiten, waar het is gestopt met sneeuwen.
"Dadin, wat gebeurd er als ik hem niet vind?" ik kijk hem aan, maar hij is druk bezig met het laten verdwijnen van sneeuw. Geconcentreerd doet hij een hoop sneeuw smelten tot water. Vervolgens balt hij zijn handen tot vuisten, waarop het water begint te koken. Met een soepele beweging laat hij het hete water over een grote oppervlak sneeuw zweven, wat de sneeuw langzaam doet verdwijnen. Hij zucht. "Het is te veel. Hij kan overal liggen." opnieuw laat hij een grote damp van heet vocht over de sneeuw heel glijden. "Al zou ik alle sneeuw smelten, is het nog maar de vraag of we hem vinden." Ik staar tussen de bomen door. "Dadin.. Yrha heeft me aangevallen op een grote open plek, wat dieper het bos is. Hij ligt waarschijnlijk daar." Dadin slaat zijn vleugels uit en begint te vliegen, ik volg zijn voorbeeld.
"Er is iets dat je nog niet weet Serena." begint Dadin, en ik ga dichter naast hem vliegen, de bomen nog altijd ontwijkend.
"Toen je in ons labaratorium zat op Zárácin, ben je veel buiten westen geweest. Je weet vast nog wel dat je vaak verwond wakker werd." ik knik, het was vreselijk. Ik had gewoon geen controle over mezelf. Het was een verstikkend gevoel om niet de macht over je lichaam te hebben.
"We waren testen aan het doen, die paar weken dat je bij ons was. Om die demoon weg te houden hebben we je die ketting om gedaan. Maar we hebben hem een aantal keer af gedaan om te kunnen meten hoe lang het duurt voor je... Je weet wel.. Veranderd." ik stop abrupt met vliegen. "En jij hebt dat gewoon toegestaan? En Ciàran ook?" ik schud mijn hoofd. "Laat ook maar. Hoeveel tijd heb ik?" Dadin land naast me en verder lopen we het laatste stuk samen.
"Het verschilde. De kortste tijd die we gemeten hebben is 5 uur, de langste 13 uur."
Verbaasd kijk ik hem aan.
"Hoevaak hebben jullie die test gedaan dan?"
Ongemakkelijk wend Dadin zijn gezicht af.
"23 keer om precies te zijn."
"23 keer?!" snauw ik naar hem.
Een zwak lachje verschijnt op Dadin's gezicht. "23 ja. En dat weet ik omdat ik 23 wonden had op een gegeven moment. Was mijn verdiende loon."  

''Dus.. Ik heb tussen de 5 uur en 13 uur om mijn ketting te vinden?'' Dadin knikt. ''Hoe zag ik eruit? Toen dat gebeurde?'' Dadin denkt even na. Dan antwoord hij, niet goed wetend welke woorden hij zou moeten gebruiken. ''Het was... Vreemd. Toen was het engste dat je ogen zwart doorlopen waren. Maar dat was ook buiten die zogenoemde aanvallen. Verder was het raar want het was net alsof ik niet tegen jou praatte maar tegen iemand anders. Je reageerde niet en was ook moeilijk te kalmeren. Het is dat jij heel goed reageerde op een maandruppel die ik bij de waterval vandaan heb gehaald. Men zegt dat het water daar genezend en kalmerend is. Maar goed.'' Ik kijk hem doordringend aan. ''Leken de symptomen op degene van de bloeddorst?'' Dadin knikt. ''Eigenlijk wel. Die steen houd de symptomen redelijk in bedwang en..'' Ik luister al niet meer. Het enige wat ik weer voor me zie is van een aantal dagen terug.. Toen Alaric zijn hoofd stootte en hij er een bloedlip aan overhield. Ik werd toen gek, adrenaline en een gevoel van honger en lust gierde door mijn lichaam. Ik zie opnieuw voor me hoe ik het bloed uit hem heb geprobeerd te zuigen, net zoals toen we aan het vrijen waren. 

''Serena? Gaat het?'' Dadin schud wat aan mijn schouder. ''Oh ja, het gaat. Ik .. Was alleen in gedachten weg.'' Ik voel hoe ik rood aanloop, maar de blik van Alaric krijg ik niet uit mijn hoofd. 

''Dit moet het zijn, toch?'' Dadin gaat me voor naar dezelfde open plek van een paar uur geleden. Ik knik. ''Dan gaan we zoeken.'' Oppert Dadin, en hij begint zijn truc weer uit te voeren. Ik doorzoek het vrij gekomen gras, maar al snel dwalen mijn gedachten af wanneer ik een vogel iets verderop in een boom zie zitten. Zijn bloeddruk klinkt luid en duidelijk wanneer ik dichterbij kom. ''Kom Serena, we moeten opschieten!'' hoor ik achter me. Snel draai ik me om en been me naar Dadin. 

Na ongeveer een half uur zoeken ploft Dadin neer. ''Ik moet even rusten, mijn kracht werkt niet meer.'' Zodra hij gaat zitten schiet ik met een harde slag de lucht in, en vlieg naar de bomen waar ik daarvoor de vogel zag. Geleid door het stromende bloed van de vogel zigzag ik tussen de bomen door, waar ik achter een bosje wegduik. Prooi in het vizier. Ik betrap mezelf op kwijlen en strek mijn nagels uit. Wanneer de hartslag van de vogel lager word, schiet ik erop af, en grijp ik hem met mijn dodelijke klauwen vast. Het beest stribbelt hevig tegen en maakt helse geluiden. Maar het enige wat ik doe is hem aanstaren. Ik heb zijn bloed nodig. Spookt door mijn hoofd. Met een snelle beweging haal ik de strot van de vogel door, en hij stopt met bewegen. Vlak voor ik mijn tanden in het beest wil zetten voel ik een harde klap tegen mijn hoofd. Verschrik laat ik de vogel los, en bekijk het dode dier vol ontzag. Ik kruip achteruit, en voel iemand achter me staan. 

''Sorry voor die klap Serena, maar je hoorde me niet.'' Ik draai me om, en Dadin kijkt me met verschrikte ogen aan. 

Onmacht {Het Oog der Engelen}Where stories live. Discover now