Hoofdstuk 6

563 36 0
                                    

Ik voel me warm van binnen. Serena lijkt een vuur in zich te hebben dat moeilijk gedoofd wordt. Ik loop door het park. Plots sta ik stil. Ze kon mij zien? Maar ik was onzichtbaar! Ik grijp naar mijn hoofd. Ik denk diep na. Ze heeft dan de gave om engelen te zien. Alleen speciale mensen en engelen kunnen onzichtbare engelen zien. Dit moet ik aan vader en Ciáran vertellen! Ik klap mijn vleugels uit, maar blijf met beide voeten op het met mos bedekte pad staan. Ik kan niet naar boven. Ze zouden me toch niet geloven. Maar ik moet het toch met iemand delen? Ik kan met Linque praten. Hij staat altijd voor mij klaar.

Ik plaats twee vingers tegen mijn lippen en fluit een ritmisch deuntje. Vrijwel direct verschijnt er een lichte mist en komt er een wolk naar beneden dwarrelen, waar een klein elfje vanaf springt. De mist trekt snel weg en de wolk vervaagt in de optrekkende mist.

"Dadin! Daar ben je!" Linque rent op me af en springt in mijn armen.

Onze moeders hadden een krachtige, vurige band. Ik en Linque kwamen tegelijk op de wereld en zijn altijd samen geweest. Om die reden werd Linque op mijn tiende jaar aangewezen als mijn hulpelf. Maar hij is meer dan een hulpje: hij is mijn vriend. Een vriend uit duizenden. Alles kan ik bij hem kwijt. Toen mijn moeder 18 jaar geleden stierf, zakte zijn moeder eveneens in een eeuwige slaap. Samen voor altijd. Dat lot is mij en Linque ook geschonken, en ik ben er trots op.

"Linque, wat weet jij over mensen die engelen kunnen zien? Als ze onzichtbaar zijn bedoel ik." Ik staar naar de lucht, waar witte wolken voorzichtig voorbij schuiven.

"Ik heb eens een boek gelezen en daarin stond geschreven dat verscheidene aardelingen ertoe in staat zijn altijd engelen te zien. Ik zal het eens voor je opzoeken. Waarom vraag je het eigenlijk?"

Ik wend mijn blik langzaam af van de wolken. Ik richt mijn zicht op Linque. "Ik heb een meisje ontmoet. En zelfs toen ik onzichtbaar was, zag ze me. Ze lag in het ziekenhuis. Ik maakte contact en haar ogen werden spierwit en leken licht te geven. Toen kon ze me zien. Al snel ging ik weg. Ik wil eerst meer over haar gave weten." Ik denk aan haar. Waarom zou zij die gave hebben? Ik moet erachter komen.

"Laten we het boek zoeken dan!" Linque springt op en vormt een klein wolkje.

Ik spreid mijn vleugels en sla ermee. Ik kom los van de grond en geniet. Samen met Linque vlieg ik omhoog, tot we bij een wolk aankomen waar we op landen. Bij de volgende stap die ik zet, verschijnt er een prachtige plek. Een vallei met bomen, bloemen en planten. Een kleine waterval met een groot meer waar een paar zeemeerminnen in rondzwemmen.

Ik klap mijn vleugels in en Linque springt van zijn wolk. We lopen langs het meer. Er komt een zeemeermin aangezwommen, en ze springt behendig uit het meer.

"Dadin! Je bent terug!" roept ze met een vrolijke lach.

Ik draai me om en glimlach ook. "Ynlêrya! Ik was naar de aarde. Het is er alleen niet zo mooi als hier."

Ynlêrya knikt. "Ik wou dat ik het weer kon zien, maar dat gaat moeilijk nu het niet meer mag." Ze lacht.

Ynlêrya is een vrolijke meid met veel energie, maar ze is niet te vertrouwen. Ze heeft een prachtig lange staart met blauwe en paarse tinten die samen schitteren in het zonlicht. Haar bruine haar golft zachtjes langs haar schouders, tot aan haar heupen.

"Dadin, voordat je gaat heb ik nog wat voor je." Ik kijk haar vragend aan.

Ynlêrya krabbelt terug naar het meer. Ze duikt er sierlijk in. Ik loop naar de rand van het meer en ga zitten. Ynlêrya komt omhoog en gooit haar haren de lucht in. Haar handen komen boven water, en ze houdt er een klein, doorschijnend balletje in vast. Het beweegt.

Onmacht {Het Oog der Engelen}Tahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon