Hoofdstuk 48

109 9 0
                                    

"Serena, je bent terug?" Dadin lijkt verbaasd te zijn om mijn binnenkomst. Dat ben ik zelf ook namelijk.
"Ik heb nagedacht. Misschien is het nu niet veilig voor me. Maar zodra dit achter de rug is.. Ik wil nu gewoon even alles op een rijtje zetten." ik loop bij ze naar binnen en laat me op een van de matrassen zakken. "Ik ben blij dat je hier bent Serena. Dadin en ik hebben net contact gehad met Ciàran. Hij vroeg nog naar je." ik merk dat ik rood word. Ik was hem totaal vergeten.
"Wat heeft hij gezegd?"
"Hij wilde weten hoe het met je ging, en hij wilde dat ik doorgaf dat het hem spijt van eerder." Ik glimlach bij Keelia's woorden. Ciàran blijft een mysterie. Maar ergens, is dat ook het geen dat zo aantrekkelijk aan hem is. Hij is ouder, volwassener, en dat trekt mij heel erg. Ik schud de gedachtes van me af. Naar alle waarschijnlijkheid is Moriël allang bij hem. Lichte jaloezie kruipt mijn lichaam in. Maar waarom? Ik heb Ciàran niet nodig. Toch maakt het beeld dat Moriël, die samen met Ciàran huisje boompje beestje speelt, me kwaad.
"Hij vertelde dat hij contact heeft gemaakt met Moriël." verteld Keelia opgewekt. Ik rol met mijn ogen.
"Ik ben blij voor hem. Ik weet nog dat Moriël vroeger op ons pastte Keel, die dagen waren altijd de beste van de week." Dadin glunderd, wat me nog kwader maakt.
"Ja ze is zo geweldig. Laten we van haar een aardengel maken, zodat iedereen haar kan bewonderen en aanbidden." de woorden schieten zo krachtig en hard mijn mond uit, dat de ketel met heet water die naast Dadin staat met een harde klap omvalt. Verschrikt springt Dadin aan de kant, en gebruikt snel zijn kracht om het water terug de pan in te leiden. "Serena waar was dat nou weer voor nodig?" snauwt hij me toe. Keelia begint kalm het vuur opnieuw aan te steken.
"Je had alles wel in de fik kunnen laten vliegen. Waarom doe je zo raar?" ik hef mijn hoofd op. Hij kan lang op een antwoord wachten. Gefrustreerd draai ik me om en storm de tent uit. Ik moet hier even weg. Denk ik, wanneer ik me door de menigte door duw, naar de ingang van de grot. Twee bewakers trekken hun wenkbrauwen omhoog wanneer ze me aan zien komen.
"Hoho, morgen kunnen jullie weer naar boven." zegt een van hen. Ik begin te grommen, maar zie achter hen een aantal dieren staan. Een van die wezens herken ik als Ruvus, de leeuwenbeer van Winter. Er staan ook een aantal draken. Mijn oog valt op een grijs gekleurde. Het is de draak die me hielp gister.
"Ik moet even naar mijn draak toe." ik wijs haar aan. De mannen kijken elkaar even aan. Ondertussen is de adrenaline begonnen te koken, en sta ik zo wat te springen om weg te gaan. "Eventjes dan." zegt een van hen, en dat is mijn start sein. Ik hoop snel naar de draak toe. Verrast kijkt ze naar me op. Je bent wakker. Ik ben zo opgelucht. Ze kijkt me vriendelijk aan. "Ja, ik zelf ook.. Maar wil je me met nog iets helpen?" nerveus kijk ik of de mannen me nog in de gaten houden, wat zo blijkt te zijn.
Wat is er dan?
Ik denk even na.
"Ik moet even naar boven.. Het is.. Belangrijk." Mijn nerveuziteit word klaarblijkelijk opgemerkt, want een van de mannen komt op me afgelopen.
"Is alles onder controle?" Ik moet naar boven. De drang in mijn lichaam is niet te houden.
"Uhm.. Mijn draak voelt zich niet zo lekker. Ze moet even een luchtje scheppen. Ze is deze grot niet gewend en nouja.. Ik neem haar even mee naar boven." ongemakkelijk wip ik heen en weer, en stoot de draak aan. Zij begint te kuchen en te trillen.
"Ik zie het ja. Maar als je niet met 5 minuten terug ben komen we je halen. En alleen voor de grot." Hij is er in getrapt. Snel hang ik ondersteunend mijn arm om de nek van de draak, en begeleid daaar de tunnel in.
Zodra we uit het zicht zijn, stoppen we.

Je mag nu wel uitleggen wat er aan de hand is. Sist de draak naar me.
"Zal ik zo doen. Echt waar. Maar, hoe heet je eigenlijk?"
Ze noemen me Zyse, en jij bent de beroemde Skyriona Atua oto Rangi.
Vragend kijk ik haar aan.
"Sorry, wat zei je?"
Ik zie dat Zyse haar "wenkbrauw" optrekt.
Ik kom uit het Blauwe Rijk. Tijdens onze trek naar het oosten kwamen we door het Rode Rijk. En ik kan je zeggen, dat het gerucht gaat dat jij ons allemaal komt bevrijden. Dat jij de godin van de lucht zou zijn. Zyse gaat er wat gemakkelijker bij zitten.
"Maar je gaf me net een naam, wat was dat?"
Skyriona Atua oto Rangi. Dat betekend godin van de lucht.
"En wat was de naam Skyriona dan?" ik begin me de verhalen van oma te herinneren.

''Er was eens een bijzonder meisje, en zij heette Skyriona. Ze was jong, knap en zou er weldra achterkomen dat het lot veel meer van haar zou verwachten dan ze gedacht had." ik ken de eerste zinnen van het verhaal van oma uit mijn hoofd, en het rolt zo mijn mond uit.
Ik hef mijn blik weer op naar Zyse.
"Al die tijd.. Had oma het over mij." Ik voel tranen in mijn ogen komen. Ik dacht altijd dat ze gewoon een verhaal vertelde, samengesteld van dingen die ze vroeger meegemaakt had. Het werd me ineens allemaal duidelijk. Oma is niet gek. Ze is niet dement en hallicuneert niet. Ze heeft mij mijn levensverhaal verteld.

Waar bazel je over? Ik kan alleen maar mijn hoofd schudden.
"Terwijl ze de blauwe gloed volgde, kwam ze tegen de keuze die zou leiden naar haar doel; het goede dat fout is of het foute dat goed zou zijn." steeds meer delen uit het verhaal van oma komt terug.

"Ik moet naar Dadin toe." breng ik uit.
Dus we gaan niet weg hier? Zyse klinkt alsmaar verwarder, wat ik haar overigens niet kwalijk neem. Maar iets in me zegt dat de tijd dringt. Ik moet me niet blijven verschuilen of laten afleiden door emoties, dat heb ik nu al veel te lang gedaan. Om mijn echte doel te bereiken moet ik mijn gevoelens uitzetten, trainen en doorgaan. Hiernaast heb ik nog steeds mijn engelensteen niet terug, en moet ik mezelf meer dan ooit onder controle weten te houden, voor mezelf, en voor de Andere.

"Dadin!" verbaasd kijkt hij op wanneer ik de tent binnenstorm. Hij lijkt niet boos op me te zijn, gelukkig.
"Ik moet jullie wat vertellen." begin ik, terwijl we ons met z'n drietjes rondom een klein vuurtje nestelen.
"Mijn oma vertelde me altijd verhalen, en deze gingen over engelen, elven, weerwolven en demon. Maar hetgeen dat het belangrijkst was in die verhalen waren de 2 Kapua's; Zárácin en Usmork. Oma vertelde me altijd 1 verhaal. Maar elke keer dat ze het vertelde, voegde ze een stukje toe.. Op de dag dat ze mij het einde wilde vertellen, gebeurde er iete met haar. Ze heeft sinds die dag nooit meer gepraat.

Maar mama zei dat oma gek was, dat ze die verhalen vertelde omdat ze dement is. Ookal leken de verhalen zo echt, en oma geloofde er in, het klonk allemaal zo echt. Nu besef ik me, dat zij het verhaal zo vaak heeft herhaald. Om het mij te laten onthouden. Ik begin steeds meer stukken tekst te herinneren en.. Ik voel dat ik haar verhaal moet volgen." diep haal ik adem, en begin een brok in mijn keel te krijgen. Niet huilen nu Serena, nu sterk zijn. Je kan je emoties niet laten leiden. 

''Ik moet me nu gaan richten op het trainen, en focussen op mijn oma. Ergens in haar verhaal moet ze tips hebben gegeven, alleen ik moet het me herinneren.'' Keelia legt een hand op mijn schouder, maar die schud ik ruw van me af. 

''Er is geen tijd meer voor emotie. Dat werkt me alleen maar tegen.'' Ik doe best om alles door te slikken, alle pijn en weerstand van mijn lichaam die ik opmerk, alles stop ik weg. Rustig sta ik op. "Waar ga je heen?"

Ik bijt op mijn lip. 

''Ik moet Alaric vinden, hij doet mij dingen voelen waar ik geen grip op heb. Hij brengt mij emoties die ik nooit gehad heb en dat kan ik er nu niet bij hebben.''  Ik wil de tent uitlopen als Keelia mijn pols vastpakt. 

''Serena, je weet dat ik een hekel heb aan Alaric, maar je kan je niet van hem afsluiten. Ik.. Je klinkt nu niet als jezelf..'' 

''Ik.. Weet dat ik dit nu even nodig heb. Ik verwacht van jullie alleen dat jullie me steunen.'' Ik draai me om, en met pijn in mijn hart loop ik weg. 

Emoties maken me zwak. Gaat door mijn hoofd heen. Wetend dat wat ik besloten heb goed is, baan ik mezelf richting de tent van Alaric.
Ik moet trainen, veel trainen. Mag me niet af laten leiden, dat maakt me zwak, net zoals de continue strijd tussen wat mijn hoofd zegt en wat mijn hart wilt. Ik ben er klaar mee.

Ik zal nog sterker worden.
  Ik zal mijn emoties te baas zijn.
     Ik zal iedereen beschermen.

Ik zal niet opgeven, niet voor ik iedereen heb laten zien wat ik kan.

Onmacht {Het Oog der Engelen}Where stories live. Discover now