37. Misschien toch een happy ending

422 34 3
                                    

Omdat ik enkele vragen kreeg in de zin van 'wie is Willa weer?' 

Willa was haar beste vriendin, waarmee ze ruzie kreeg. Guillaume was dan die hele week in Londen. (Hoofdstuk 7 ofzo) (:  

37. Misschien toch een happy ending

Gelukkig blijven Willa’s ouders niet lang weg. Als ze terug komen hebben ze zelfs een opgeluchte blik op hun gezicht. Ik glimlach en ze glimlachen terug.

‘Aangezien de toestand van Willa postief is, kan ik het nog toelaten om twee bezoekers een kort bezoek te laten brengen maar dat is al wat ik kan doen. Ik hoop dat jullie er ondertussen al over gediscusieerd hebben en weten wie er nu mee kan.’ De dokter kijkt verveeld. Wie zou het niet zijn als je zo’n bende tegenkomt en dan komen ze niet overeen om iemand te bezoeken. Ik besluit om de verstandige uit te hangen. Willa ligt in het ziekenhuis, haar toestand zal er niet op verbeteren als ik haar ga bezoeken. De dokters weten wat ze doen en zodra er iets is verwittigen ze ons en zijn ze bij haar. Als Peter haar zo graag wil bezoeken dan kan hij dat, ik wacht wel tot morgen.

‘Ga maar Peter, ik kan haar morgen wel bezoeken.’ Ik probeer hem vriendelijk aan te kijken, maar de sympathie dat ik ook voor deze jongen had is volkomen verdwenen. Hij kijkt me met een vragende blik aan.

‘Euh’ zegt hij uiteindelijk ‘mam?’ vraagt hij dan en de vrouw, vermoedelijk zijn moeder schudt haar hoofd.

‘Het meisje gaat met je mee, Peter. Jullie zien Willa beide graag en staan dichter bij haar, Willa heeft liever als jullie beide gaan dan ik.’ Ik glimlach dankbaar naar zijn moeder. Peter haalt zijn schouders op, maar gunt me geen blik. Mijn moeder kijkt opgelucht nu ze weet dat ik Willa ga bezoeken. Ze geeft me een kus en helpt me dan met het pak, haarnetje en het mondmasker. Als ik de moeder van Peter voorbij loop bedank ik haar. Ze knijpt even in mijn hand voor ik de intensive care binnenloop.

Peter zegt nog steeds niets tegen me, maar ik probeer hem zo goed mogelijk te negeren. Het ruikt vreemd op de intensive care, naar allerlei chemische producten, anti-bacteriespullen en het lijkt zelfs of het gepiep van de machines een eigen geur afscheidt. Ik trek mijn neus op en ben blij dat ik toch een mondmasker aan heb.

We lopen enkele andere kamers voorbij, ik kan er gemakkelijk binnenkijken omdat de hele ‘muur’ in glas is. De deuren staan open en het gepiep van de machines komt van alle kanten naar me toe, het is bovendien echt warm hier. Zou het niet fris moeten zijn zodat de bacteriën zich niet kunnen voortplanten? Of misschien ben ik het zelf wel, nu ik erop let zweet ik verschrikkelijk door de zenuwen van het laatste uur. Of beter uren, vergeet de stress om mijn vliegtuig te halen ook niet.

‘Goed’ zegt de dokter uiteindelijk, ik was zo in gedachten verzonken dat ik bijna tegen Peter oploop. ‘Ik zal jullie even wat informatie over Willa’s toestand meedelen.’ Ik knik.

‘Het gaat goed met haar, ze is niet meer in levensgevaar en haar lichaam reageert ook goed op de medicijnen. We hebben postieve verwachtingen, dat wil niet zeggen dat er niets meer verkeerd kan gaan. We doen er natuurlijk alles aan om dat te voorkomen, maar we kunnen niets uitsluiten.’ Ik knik weer, dit klinkt allemaal logisch. Ook ik kijk soms wel eens naar grey’s anatomy of CSI. Al heeft dat niet veel met ziekenhuizen te maken. Ik knipper met mijn ogen om de gedachte te verdringen.

‘Willa heeft drie wervels in haar rug gebroken, bovendien heeft ze ook een zware hersenschudding. Haar herstel wordt zwaar en moeilijk en we rekenen dan ook op veel steun van vrienden en familie.’

‘Vanzelfsprekend’ mompel ik voor ik het besef. De dokter knikt naar me, maar gaat dan verder.

‘Het belangrijkste is nu dat ze uit coma ontwaakt, als de pijn te erg is zullen we haar terug in coma brengen. Nu herstelt ze zonder het echt te voelen, maar zodra ze ontwaakt voelt ze alles. Ze is geopereerd en heeft heel erg veel geluk gehad dat ze niet verlamd is.’

Modeling and love - Models 1Where stories live. Discover now