30. Liever het volgende vliegtuig richting Londen

437 31 2
                                    

30. Liever het volgende vliegtuig richting Londen

Caitlinn grijnst me aan als we de eerste knappe jongen hier in de luchthaven tegenkomen. Ik rol met mijn ogen en trek mijn valies achter me aan.

‘Oh kom op’ begint ze ‘hij is knap.’

‘Ik heb nooit gezegd dat dat niet zo was.’ Ze zwijgt even en komt naast me lopen. Pas als we de grote schuifdeuren doorlopen grijnst ze weer.

‘Ik hou van Parijs. Zie je die geuren en kleuren.’

‘Hoe kun je geuren nu zien?’ merk ik droog op, maar ze negeert me. Ze loopt verder op de stoep en staat midden tussen de stroom mensen. Ze zuchten geërgerd, lopen net om haar heen en gaan verder met hun telefoongesprek. Andere drinken van hun koffie of spelen vals door chocomelk te drinken.

‘Caitlinn’ zeur ik ‘ga uit die massa weg.’

‘Laat mij eens de Parijse levenssfeer opsnuiven.’ Ik grinnik, neem ook haar valies en trek ze dan allebei achter me aan naar een taxi.

Na een vijftal minuten glimlach ik verontschuldigend naar de taxichauffeur.

‘Caitlinn, kom nu hier. We betalen voor niets.’ Maar Caitlinn negeert me en staat als een stomme koe rond te staren, midden op het voetpad. ‘Caitlinn, alsjeblieft. Ik vertrek en laat je hier alleen achter.’ Probeer ik te dreigen, maar het lijkt niet veel uit te maken. Ik zucht. ‘Goed dan.’

‘On y va.’ Zeg ik tegen de chauffeur en ik ga in de auto zitten. Ik kijk in de achteruitkijkspiegel of Caitlinn reageert, maar ze blijft maar op het voetpad staan. Ik zucht weer en zak neer in de tamelijk comfortabele zetel.

Net als de chauffeur wil vertrekken wordt er op de zijruit geklopt. De chauffeur laat geërgerd de ruit zakken. Hij praat even met een jongen, die ik door het zonlicht niet goed kan zien. Maar heel diep in me herken ik hem.

Net als ik eigenschappen helemaal begin te herkennen, opent de jongen mijn deur. De chauffeur gebaart snel dat ik moet uitstappen. Hij stapt zelf uit en opent de koffer. Ik draai me terug naar de jongen en stap de auto uit.

‘Wat moet dat?’ vraag ik boos, maar ik stop al snel met praten als ik plots voor de volle honderd procent door heb wie de jongen is. Ik knars met mijn tanden, draai me om naar de taxi maar zie dat die net wegrijdt met een zakenman.

‘Adeline, dat is lang geleden’ begint Guillaume.

‘Spaar me je uitleg, Guillaume. Wat moet je?’ Hij kijkt me vreemd aan. Ik trek mijn wenkbrauwen op. Ik heb hier zo geen zin in. Blijkbaar heeft de emotie boos de emotie verdriet verstoten. Ik heb geen zin om hem te zien na wat hij me heeft aangedaan.

‘Ik kan je een lift geven, dan moet je zo’n dure taxi niet betalen.’

‘Dat hoeft niet, ik had net een taxi en die heb jij maar lekker weggestuurd. Bedankt daarvoor trouwens.’ Snauw ik. Enkele voorbijgangers kijken me vreemd aan en ook deze keer kijkt Caitlinn mijn kant op. Haar blik gaat van Guillaume naar mij en terug. Dan loopt ze op ons af.

‘Is er een probleem?’ vraagt ze.

‘Ja’ antwoord ik  ‘neen’ antwoordt Guillaume. Ik grom.

‘Guillaume, we hoeven je lift niet, ga terug naar je auto. Er zijn hier taxi’s genoeg, kom Caitlinn.’ Ik neem Caitlinn bij haar arm en neem dan mijn valies. Ze kan nog snel die van haar nemen en achter me aan trippelen.

Als we eindelijk, na een kwartier lang, een nieuwe taxi gescoord hebben laat ik me in de zetel vallen.

‘Ik hoop dat je nu genoeg Parijse sfeer hebt opgesnoven.’ Snauw ik boos, als Caitlinn naast me komt zitten. Ze haalt haar schouders op en zegt het adres tegen de chauffeur. De auto schiet in gang en ik ben blij dat we eindelijk van die rot luchthaven vertrekken. Als ik links uit het autoraam kijk, zie ik Guillaume nog tegen een zwarte BMW geleund staan. Ik rol met mijn ogen en kijk de andere kant uit.

Modeling and love - Models 1Where stories live. Discover now