29. Vliegen met herinneringen

476 29 4
                                    

29. Vliegen met herinneringen

Ik zou eens moeten beginnen met het bijhouden van een dagboek. Dan kan ik erin opschrijven hoeveel keer ik wat bezoek. Bijvoorbeeld de luchthaven. Ik heb geen idee hoeveel keer ik hier nu al geweest ben. Al is het om zelf te vertrekken of om te landen, iemand op te halen of te brengen. Je vindt me hier altijd wel eens terug.

Ik ga naast mijn moeder op de bank zitten, nadat ik een chocoladekoek ben gaan kopen.

‘Ben je wel zeker dat Caitlinn’s trein op tijd zal aankomen?’ vraagt ze voor de derde keer. Ik zucht.

‘Ja, mam. Ze zal hier wel zijn. We hebben nog twee uur om ons vliegtuig te halen.’

‘Je weet dat je altijd vroeger moet zijn op het vliegveld.’ Mompelt ze.

‘Wel, wij zijn hier toch?’

‘Caitlinn niet.’

‘Mam, dat komt wel in orde. Rustig, ze is hier onmiddellijk. Haar trein moet nu ongeveer toekomen.’

‘Maar je weet nooit dat ze vertraging heeft gehad.’

‘Mam, jij bent hier de moeder. Jij zou mij moeten gerust stellen, niet omgekeerd.’ Ze zucht en haalt haar handen door haar haren. ‘We hebben geen vertraging horen omroepen, dus alles komt in orde.’ Gelukkig zwijgt ze nu.

We kijken beide in stilte naar de stroom mensen. Allemaal zijn ze verschillend. Het verbaast me steeds, telkens ik hier ben. De wereld is zo groot en toch zo klein in vergelijking met de andere planeten en het universum, toch hebben we zoveel mensen die hetzelfde zijn en toch verschillen. Ik word uit mijn gedachten gehaald door het geluid van een krakende luidspreker. Niet veel later wordt er omgeroepen dat er twee treinen toekomen en gelukkig zit Caitlinn op een van die twee.

‘Kom, mam. Dan gaan we naar het perron.’ Ik sta op en neem mijn valies. Met mijn moeder aan mijn zijde loop ik door de stroom massa naar de perronnen.

We hebben geluk dat Caitlinn snel in de stroom massa verschijnt. Ze omhelst me en begroet mijn moeder vriendelijk.

‘Leuk om je weer te zien, Caitlinn. Gaat alles goed met je?’

‘Jazeker, mevrouw. Ik moet je trouwens de groetjes van mijn moeder doen. Ze vindt het jammer dat jullie nog niet hebben kunnen praten.’ Mijn moeder glimlacht. 

‘Ik hoop dat we elkaar snel eens zullen ontmoeten.’ Ook Caitlinn glimlacht nu. Uiteindelijk lopen we naar het gedeelte van de vlieghaven. Ik kan zien hoe opgelucht mijn moeder is als ze ons vliegtuig nog op het scherm ziet staan. Ik grinnik en zet mijn valies op de band.

‘Wel, meisjes’ begint mijn moeder, als ook Caitinn haar valies op de band heeft gezet ‘veel plezier en Adeline’ ze kijkt me strak aan ‘haal alsjeblieft geen domme dingen uit.’ Ik haal zo onschuldig mogelijk mijn schouders op.

‘Nooit hoor mam.’ Mompel ik, al weten we volgens mij alle drie maar al te goed dat dat niet klopt. Mijn imago als braaf meisjes is helemaal weg. Ze geeft me een knuffel en zwaait ons dan na als we naar de incheckbalie lopen.

‘Je ouders zijn geweldig, weet je dat?’ vraagt Caitlinn als we buiten gehoorafstand zijn. Ik leg mijn identiteitskaart en papieren op de balie.

‘Misschien.’ Mompel ik.

‘Nee, echt. Je hebt echt veel domme dingen uitgehaald en toch vertrouwen ze je nog om je naar het buitenland te zenden.’ Ik denk daar even over na. Het klopt wel wat Caitlinn zegt, maar volgens mij beseffen mijn ouders ook wel dat ik mijn eigen boeltje kan opruimen en mijn plan trek. Misschien niet zo goed als het op jongens aankomt, maar over het reizen toch wel. Ik ben altijd op tijd vertrokken en terug aangekomen en mijn resultaten van de shows en shoots waren positief. Eigenlijk hebben ze dan niet zo veel om over te klagen, behalve mijn nogal roekeloos gedrag. Dat ik zelf maar al te goed besef.

‘Misschien wel Caitlinn, maar als ze me zouden verbieden ... wel, volgens mij beseffen ze maar al te goed dat ik niet luister.’ Ik denk terug aan de week waarin ik huisarrest kreeg, dat heb ik niet zo braaf opgevolgd maar dat weten ze volgens mij niet. Caitlinn lacht.

‘Klopt, je bent verschrikkelijk maar toch zo geweldig. En schuif nu eens, het is mijn tour die meneer is bijna boos.’ Ik grinnik en neem mijn handbagage om naar de security te gaan. Ook daar controleren ze mijn identiteitskaart nog eens. Ik zet mijn handbagage op de loopband samen met de andere spullen die gescand moeten worden. Dan loop ik door ‘de poort’ waar ik bijna altijd opgeschrokken wordt door het getuit, dan wordt ik gefouilleerd terwijl bijna alle andere mensen me aanstaren alsof ik een crimineel ben. Uiteindelijk heb ik mijn riem nog aan of een muntje in mijn broekzak. Ik zucht als het ook deze keer weer het geval is. Als ik Caitlinn achter me hoor giechelen steek ik mijn tong naar haar uit. Dit levert me een vreemde blik van de security man op, maar zodra hij het muntje vindt laat hij me gaan.

Caitlinn gaat er natuurlijk zonder problemen door en komt lachend naast me staan.

‘Je hangt er ook altijd aan hé.’

‘Oh, zwijg me erover. Ik ben het bijna gewoon, die mannen en vrouwen die me betasten.’ Ze lacht weer en dan gaan we samen op ons vliegtuig wachten.

De vliegtuigrit naar Parijs duurt gelukkig niet zo lang, aangezien Parijs net over de Noordzee ligt. Caitlinn ratelt maar door over wat er de laatste dagen gebeurt is, maar ik luister er maar met een oor naar. Het is mijn eerste opdracht in een lange tijd, buiten Londen. Ik vraag me af wie ik zal terug zien, of ontmoeten. Misschien is Millo er wel, aangezien hij het blijkbaar ook heel erg druk heeft en aangezien hij oók een model is. En Parijs, de woonplaats van die ene persoon waar ik niet wil aan denken. Ik weet niet wat er gebeurt als ik hém terug zie. Begin in te huilen of wordt ik boos? Welke andere emotie kan mijn lichaam nog aan?

‘Hé, Adeline?’ zegt Caitlinn plots en ik kijk haar wezenloos aan.

‘Sorry?’ Ze schudt haar hoofd.

‘Je bent echt niet aan het luisteren, laat ook maar. We landen binnenkort dan kun je weer gaan flirten met die lekkere jongens.’ Ik rol met mijn ogen.

‘Ik ben niet echt in de flirtmood.’ Mompel ik. Dat levert me een vragende en geïnteresseerde blik op.

‘Jij niet in de flirtmood? Oh, Adie, vertel me eens wat er op je levert ligt?’ Ik zucht.

‘Veel, maar je zult me niet zien flirten.’

‘Oh liefje, jij flirt zonder dat je het weet.’ Ik grinnik, maar antwoord niet. Voor het eerst geniet ik niet van een vlucht. De vorige waren te speciaal en nu roept het teveel herinneringen op die ik me niét wil herinneren.

Je kent het wel, je wil je iets niet herinneren en dan zal je het juist wel herinneren. Bijvoorbeeld als er iemand zegt ‘denk niet aan een olifant’ ja, dan denk je natuurlijk juist wel aan een olifant. Dit is net hetzelfde. Als een mantra herhaal ik tegen mezelf ‘denk niet aan Guillaume’ en dan denk ik natuurlijk wel aan hem. Ik kan hem bijna horen praten, dat Franse accent dat ik langzaam aan gewoon aan het worden ben, of die bruine haren of... Of die bruine ogen. Normaal heb je iets van ‘bruine ogen’ welja, ze zijn bruin. Maar bij hem zijn ze niet zomaar bruin, ze hebben iets speciaals. Alsof ze alles weten, de hele wereld hebben gezien en toch nog heel veel moeten leren. Dat ze kunnen haten en liefhebben, want beide blikken heb ik gezien.

Ik ben blij dat ik uit mijn gedachten wordt gehaald door de stem van de stewardess die door de luidsprekers schalt. Over een tiental minuten landen we in Parijs. Ik zucht opgelucht. Blij dat ik geen herinneringen meer zal hebben door de verandering van omgeving. 

--

Sorry voor het nogal stomme hoofdstuk na het lange wachten, maar de volgende worden volgens mij stukken beter(: Ik heb nu meer tijd om te schrijven aangezien het vakantie is en ik zal er dan ook gebruik van maken. Ik plan om aan modeling for love, pretty ireland, the love of my new life en mijn engels verhaal peacekeeper verder te schrijven (: 

Modeling and love - Models 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu