36. Onverwacht

424 32 2
                                    

36. Onverwacht

Deze keer kan het me helemaal niet schelen hoe ik eruit zie, mijn haar komt los uit de dot en mijn gezicht is waarschijnlijk helemaal rood van de tranen.

Net zoals in de films kom ik slippend bij de receptie aan.

‘Kamer van Willa Wakefield?’ vraag ik. De receptioniste kijkt me afkeurend aan maar gaat uiteindelijk op zoek naar het nummer.

‘Juffrouw Wakefield ligt op de intensive care, daar kun je niet zomaar heen gaan.’ Deelt ze me mee.

‘En toch zal ik er heen gaan.’ Ik draai me om en loop recht tegen Guillaume. Hij kijkt me bezorgd aan, achter hem zie ik mijn moeder door de schuifdeuren het ziekenhuis binnen lopen.

‘Adeline, wees nu eens rustig.’

‘Zeg niet dat ik rustig moet zijn.’ Snauw ik naar hem en dan draai ik me terug om naar de receptioniste die ons nu alle drie afkeurend aan kijkt.

‘De bezoekuren van de intensive care gaan van drie tot vier en maar twee personen kunnen vijf minuten lang de patient bezoeken.’

‘Drie tot vier, waarom niet nu?’ vraag ik haar, even kijkt ze me even aan.

‘Omdat patienten op intensive care ernstiger verwond zijn dan de anderen in ons ziekenhuis, levensbedreigdend verwond. Begrijp je dat?’ vraagt ze aan me en ik schenk haar een ongeloofwaardige blik.

‘Natuurlijk begrijp ik dat.’ Snauw ik.

‘Adeline.’ Zegt mijn minder berispend en ze komt naast me staan.

‘We komen om drie uur terug.’

‘Ik wil haar nu zien! Dit is niet eerlijk.’

‘Ik begrijp het liefje, maar dit zijn de uren. Ik heb er niet voor gekozen, we moeten ze accepteren.’

‘Laten we naar de cafetaria gaan.’ Moeit Guillaume zich uiteindelijk ook. Ik staar mijn moeder even aan voor ik me door haar naar de cafetaria laat leiden.

Ik plof neer op de stoel en leg mijn handen in mijn gezicht voor ik weer beginnen te snikken. Ik hoor Guillaume en mijn moeder iets tegen elkaar zeggen en dan wordt er een stoel verschoven en zit iemand naast me.

‘Het is levensbedreigend.’ Zeg ik, geen idee tegen wie.

‘De ambulance was er op tijd bij, ze zullen het allemaal wel weer in orde krijgen. De dokters hebben verteld dat het al stukken beter gaat, dat het nu vooral voor de zekerheid is.’

‘Maar ze ligt in coma zei je.’ Ik kijk op naar mijn moeder. Ze knikt.

‘Willa is nog steeds in coma, maar je kunt ook in coma liggen zonder levensbedreigend te zijn.’ Ik kijk haar wezenloos aan en ze zucht.

‘In coma liggen is natuurlijk niet goed, maar de kans dat ze ontwaakt is groot volgens de dokters. Haar leven is niet meer in gevaar en dat is het allerbelangrijkste.’ Ik knik. Het klinkt allemaal nogal chinees, mijn hoofdpijn keert terug door het laatste hectische halfuur en dat maakt het denken nogal moeilijk.

‘Mam, heb je soms niets tegen hoofdpijn?’ pers ik eruit, een andere huilbui terugdringend.

‘Ik vraag even of ze iets hebben.’ Mijn moeder staat op en verdwijnt, niet veel later wordt ze door Guillaume vervangen. Hij zet drie koppen met drank neer.

‘Ik herinnerde me dat je ooit eens heel erg uitbundig over je liefde voor thee hebt verteld, hopelijk lust je deze dan ook.’ En ondanks alles kan ik een lach niet tegenhouden. Het klopt, ik heb hem ooit eens gepassioneerd over thee verteld. Over alle smaken en geuren en kleuren. Dat hij dat heeft onthouden. Ik glimlach naar hem, maar niet veel later begin ik weer te huilen. Alles ligt op z’n kop. Hij zegt niets, vindt het vast maar ongemakkelijk maar ik verwijt hem niets. Waarom is hij hier trouwens.

Modeling and love - Models 1Unde poveștirile trăiesc. Descoperă acum