16

165 21 4
                                    

HET ONGELUK ZIT IN EEN KLEIN HOEKJE

De kok heet Frank. Hij is drieëntwintig en hij is altijd boos, maar hij praat nooit en daarom doet hij me denken aan Fivel.

Voor een kok heeft hij een slecht eetpatroon. Als we pauze hebben, dan eet hij alleen maar dropjes. Ik heb hem nog nooit zijn eigen eten zien eten. Hij speelt altijd spelletjes op zijn mobiel en hij praat nooit met me.

Maar ik denk dat stilte ook verbindt.

Want op een dag, steekt hij zijn hand naar me uit en dan geeft hij me wat dropjes. Ik neem ze aan en stop ze in mijn mond.

Hij blijft me elke pauze dropjes geven. Het is best lief, en vooral omdat hij me niet aankijkt als hij ze geeft.

Werk is best oké. Frank is de enige vriend die ik heb in die weken zonder Fivel.

Het wordt minder oké als Timo op een dag komt opdagen.

Hij is niet met Fivel en dat stelt me gerust, maar hij is helemaal alleen en dat stelt me dan eigenlijk minder gerust. Ik wacht tot een ander meisje zijn bestelling opneemt, maar Ilse zit met kauwgom in haar mond op de bar op haar mobiel te kijken en de anderen staan in de keuken te kletsen.

Ik zucht.

Loop naar hem toe.

'Wat moet je?'

Hij kijkt op als hij mijn toon hoort en even lijkt hij verontwaardigd, maar dan ziet hij dat ik het ben en niet een willekeurige serveerster.

'O,' mompelt hij. 'Ik wist niet dat je hier werkte.'

'Toch wel.'

'Eh- weet je-' hij schudt zijn hoofd. 'Ik denk dat ik eigenlijk toch met je moet praten. Zal wel een teken zijn uit de hemel of zo.'

'Dus je gaat niks bestellen?'

'Nee.'

'Dus je wil dat ik nu met je ga praten?'

'Ja.'

'Kom na werk maar terug. Ik ben om vier uur klaar.'

We staan buiten, in de steeg waar een paar plastic stoelen staan voor de rokers die in hun pauze willen roken. Timo rookt ook.

Ik ga niet zitten, om het zo kil mogelijk te maken. Ik leun met mijn rug tegen de muur. Mijn armen zijn over elkaar gevouwen.

'Je hebt gelijk,' zegt hij dan. 'Ik ben een klootzak.'

'Ja,' zeg ik.

'Ik weet niet waarom ik het toch gezegd heb.' Hij tikt wat as van zijn sigaret. 'Ik denk dat ik haar gewoon helemaal voor mezelf wilde.'

'Hoe dan? Als je bang was dat ze bij je weg ging als je het zou zeggen?'

'Ik heb gewoon gezegd dat jij mij kuste.' Hij haalt zijn schouders op. 'Dat je mijn vriendelijkheid verkeerd opvatte, dat je dacht dat ik geïnteresseerd in je was. Ze geloofde het.'

Ik word misselijk. Natuurlijk geloofde ze het; dat is precies wat er gebeurd is tussen mij en haar.

'Het spijt me,' zegt hij.

De macht der gewoonteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu