6

200 22 2
                                    

Je maakt me blij met een dode mus, zegt Berty vaak, en dan schudt ze haar hoofd, je maakt me blij met een dode mus

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Je maakt me blij met een dode mus, zegt Berty vaak, en dan schudt ze haar hoofd, je maakt me blij met een dode mus.

Fivel is de definitie van dat spreekwoord, maar ik vind het niet erg. Fivel mag me zoveel dode mussen geven als ze wil, en dan ook het liefst mussen die ze zelf vermorzeld heeft, die ze halfdood gevonden heeft bij het raam en dan de nek om heeft gedraaid. Ze maakt me blij met al haar loze beloftes, de afspraken die ze niet nakomt en de leugens die ze vertelt. Fivel is de beste vriendin waar je niks aan hebt.

En dat is juist de beste vriendin die ik nodig heb.

Op donderdag is haar vader nooit thuis en ik weet nog steeds niet waarom, maar ik vraag het ook niet. Ze hoeft het niet eens te zeggen; op donderdagmiddag, na school, rijdt ze naar haar huis en niet de mijne. We hoeven niet veel te zeggen voor we een plan hebben gevonden om onze tijd samen te verdoen. We kijken films, we bakken en koken maaltijden die zij nooit opeet, we laten haar hond uit, we verwarren de automatische grasmaaiers, we leren of we zijn gewoon bij elkaar en zitten op onze mobiels in elkaars bijzijn.

Lola is al snel jaloers. Ze klaagt vaak over Fivel en ik.

'Ik weet nog dat je haar niet kon uitstaan,' zegt ze, waarna ze met haar tong klakt. 'En nu? Nu heb ik niemand meer om mee te roken als ik naar huis fiets.'

'Ik kan wel weer fietsen, als je dat wil.'

'Nee, dan is het geforceerd.'

Ik wil ook niet fietsen. Lola maakt dingen lastig, omdat ze vaak dingen vraagt. Ik moet haar vertellen over jongens die ik leuk vind, over mijn mening over ijsberen die hun huis verliezen, over waarom ik mijn verjaardag niet hou, waarom ik een afkeer heb tegen patat en waarom ik nooit over thuis vertel. Fivel vraagt helemaal niks. Ik vertel haar dingen, maar ze vraagt niks, en als ze wat vraagt, dan vraagt ze het bot en eerlijk. Ik ben nooit bang dat ik te veel deel als ik bij Fivel ben, want ze lijkt nooit medelijden te hebben.

'Waarom komt ze nooit binnen?' vraagt mijn moeder, als ik op een dag thuis kom en zij weer door het raam kijkt. 'Nodig haar eens uit naar binnen. Dan kan ze mee eten of zo.'

Ik kijk naar Fivels auto, die ik door het raam heen al weg zie rijden.

'Nee,' zeg ik. 'Ze is bang voor oma.'

'O.'

'Ja.'

'Wel fijn dat je goede vrienden hebt,' zegt ze. 'Eindelijk. Ik zei toch al dat dit dorp niet zo erg was?'

Zelfs Timo vindt het na een tijdje niet meer leuk.

'Dus ik ben op donderdagen gewoon niet welkom?'

'Dat zeg ik helemaal niet. Je mag best komen, maar dan is Sigrid er ook.'

'Maar is dat niet een beetje... third wheeling voor haar?'

We staan op de parkeerplaats van de school en het komt steeds vaker voor dat ik besluiteloos bij hun bekvechten sta als een kind dat toekijkt hoe zijn ouders langzaamaan gaan scheiden.

De macht der gewoonteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu