3

295 27 14
                                    

Een vreemde man in de trein heeft mij ooit een verhaal proberen te vertellen over een astronaut

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Een vreemde man in de trein heeft mij ooit een verhaal proberen te vertellen over een astronaut. Aan het eind van zijn zinnen zei hij steeds 'uiteindelijk, ook dat' en als hij dat dan zei, spuugde hij er een beetje bij. Ik ben er nooit achter gekomen was er nou uiteindelijk ook wás, maar ik denk dat ik de samenhang van zijn verhaal onderhand begrijp.

Een piepje; er was een astronaut die last had van een piepje. Hij werkte acht uur per dag in dezelfde cabine en daar klonk constant een piepje dat niet uitgezet kon worden. Het piepje kwam helemaal nergens vandaan en gaf ook niets aan; het was niets meer dan een storing ergens in de duizenden draden die door elkaar heen liepen. Daar werd hij dus, zoals in de woorden van de man beschreven, godverdomd niet-goed van. Meneer, kan u niet-goed beschrijven? Wat bedoelt u met niet-goed? En de rest is geschiedenis. Aan dat piepje - daar was niets aan te doen. Hoe niet-goed meneer de astronaut ook van het piepje werd, het was daar en het zou blijven bestaan en hij moest er vrede mee leren sluiten voor de vier maanden die toen nog moesten verstrijken.

De man vertelde mij dus, na wat stotteren en 'uiteindelijk ook dat's, dat meneer de astronaut het piepje moest leren accepteren, waarderen, en meneer boekte weliswaar vooruitgang. Ja, dat piepje; dat was voor hem nu een soort muziekje geworden. Het kalmeerde hem en zonder dat piepje, voelde hij zich soms zelfs onrustig. Hij had slechts één keer in de cabine met het piepje geslapen, daarna niet meer, gewoon om zichzelf te kalmeren, daarna nooit meer, gewoon om in slaap te komen, daarna écht echt nooit meer, maar hij kon dus toch echt beter slapen met dat piepje. Zijn Alexa had wel wat piepjes in zijn slaapkamer kunnen regelen, maar die piepjes waren niet hetzelfde als het piepje.

Ik denk dat we in ons leven allemaal wel eens met piepjes te maken hebben gehad. Misschien in andere vormen, maar het idee blijft hetzelfde; het ene moment drijft het piepje ons tot het punt van tranen en het volgende moment kunnen we niet meer slapen zonder het piepje.

Mijn piepje is school.

Haar naam is Lola en ze noemt zichzelf een rasfeminist. Lola roept vaak dingen door de klas, scheert haar benen en oksels nooit en heeft zelf drie tattoo's op haar armen en benen geprikt. Lola doet niet aan vrienden, zegt ze, alleen aan zielsverwanten.

En ze is er zeker van dat ik een zielsverwant ben.

Ik ontmoet haar in de eerste week al, als ik naast haar word gezet aan een tafeltje in het kunstlokaal. Er zitten drie andere mensen bij ons aan de tafel: Olivier, die openlijk en veel vertelt over alle hetero jongens die hij heeft gezoend dit jaar, Floor, een meisje met een grote mond en brillenglazen die haar ogen enorm maken en Guido, die in een rolstoel zit en alleen bij kunst zit omdat hij een extra vak moest kiezen en als kunstproject kinderkleurplaten inkleurt. Lola ratelt aan één stuk door over hoe de babyboomers de huidige maatschappij hebben verwoest en op het laatst, als de bel gaat, draait ze zich naar mij en zegt ze: 'Wauw, het is echt leuk om met jou te praten! Heb je zo ook Frans? Zullen we dan naast elkaar gaan zitten?'

De macht der gewoonteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu