5

219 27 0
                                    

Er bestaat een experiment waarin een universiteit zijn leerlingen vijf kilometer liet lopen

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Er bestaat een experiment waarin een universiteit zijn leerlingen vijf kilometer liet lopen. De studenten mochten overal beginnen waar ze wilden en ze mochten elke route lopen die ze konden verzinnen - al zouden ze alleen maar rondjes om hetzelfde gebouw lopen. Hun stappen werden bijgehouden met een stappenteller. Zo lang ze aan het eind van het experiment maar vijf kilometer hadden gelopen, was alles goed.

Honderd procent van de leerlingen sneed de bochten alsnog af.

Zo zijn we dus geprogrammeerd als mens; om op de kortste en snelste manier van punt A naar B te komen, om de weg van de minste weerstand te kiezen, zelfs al helpt het ons niet om ons doel te bereiken.

Ik doe dat ook vaak.

Maar niet met mijn benen; ik doe het met mijn gedachten.

Meteen springt de gedachte in me op als Fivel weg is: ze is jaloers - ze is jaloers omdat ik hogere cijfers haal en omdat meneer Visser mij mag.

Logisch is het niet, maar zo klinkt het wel in mijn hoofd wel, en daarom houd ik de gedachte vast. Het is de gedachte van de minste weerstand; de gedachte die me niet laat voelen als de naïeve idioot die ik steeds ben en hoewel meneer Vissers knipoog me nu wat dwars zit, glimlach ik toch als ik terug denk aan hoe hij me zijn favoriete soort leerling heeft genoemd.

Ik vertel het ook aan mijn moeder, en in tegen stelling tot Fivel, is zij wel blij voor me.

'O!' zegt ze. 'Wauw, Sigrid - wie weet ga je nog eens de bankenwereld in! Dan word je rijk!'

Ik denk niet na over mijn toekomst. Al vijf jaar lang heb ik hetzelfde idee: ik ga naar een kunstschool en dan zie ik wel waar ik terecht kom, maar nooit is het in me opgekomen dat economie iets zal zijn wat in mijn latere leven een rol gaat spelen.

Ik vraag het diezelfde week nog aan Lola.

'Wat wil jij later worden?'

'Activiste,' zegt ze. 'Of politicus.'

Ze is weer eens van haar fiets gestapt om te gaan roken, maar deze keer staan we niet op het viaduct, maar zitten we in de verlaten speeltuin voor een basisschool. Ze blaast de rook in ronde vormpjes uit haar mond.

'En jij?'

'Ik weet het niet.'

De schommel kraakt als Lola zich heen en weer beweegt. Ze kijkt naar haar knieën, die altijd kapot en geschaafd lijken te zijn. Ze tikt wat as naar de grond.

'Hoezo is meneer Visser een creep?'

Het zit me toch dwars. Ik moet het vragen.

Lola fronst en kijkt naar me opzij. 'Wie heeft je dat gezegd?'

'Fivel.'

'O.' Haar toon slaat meteen om. Ze klinkt misschien zelfs wat geïrriteerd en rolt haar ogen. 'Fivel, natuurlijk.'

De macht der gewoonteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu