1

569 46 21
                                    

Mijn goudvissen zwemmen sindsdien verticaal in hun kom

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Mijn goudvissen zwemmen sindsdien verticaal in hun kom. Ik weet niet hoe ze dit doen, of waarom ze dit doen; ze doen het gewoon. Soms blijf ik heel lang voor hun kommetje staan en wacht ik op het moment waarop ze keren en vredig beginnen te sterven op hun rug.

Dit doen ze nooit.

Ik kan me de eerste keer dat ik ze zo aantrof niet herinneren, maar na die eerste keer, kwam er geen tweede keer meer: ze bleven het doen. Soms, als dat fenomeen me echt bezig houdt, sluip ik uit hun zicht om dan vervolgens weer onverwachts voor hun kom te springen en ze te betrappen op horizontaal-zwemmen. Ook dit doen ze nooit.

Ze blijven daar maar hangen, alsof iemand ze met touwtjes aan het plafond heeft geknoopt, hun glibberige lijfjes balancerend in het water, hun bekjes happend en hopend op niets, hun vinnen flapperend en nietszeggend. Een stilleven zonder stille levens: verticale visjes, circa. 2019, schilder onbekend.

Maar nadat ik ze per ongeluk lichtelijk heb laten koken in de auto, hellen ze allemaal een beetje naar achteren.

Alsof ze twijfelen.

Twijfelen of ze zullen sterven of niet.

En onbewust denk ik: sterf dan, doe dan.

Maar ze doen het niet.

En precies op het moment dat ik daar zo sta en in hun kleine wereld kijk, kijkt mijn moeder op precies dezelfde manier naar mij.

Een vicieuze goudvis-cirkel, circa 2019, schilder onbekend.

'Sigrid, alsjeblieft.'

Het begint altijd met een zucht en een oogrol, een geïrriteerde blik en soms een scheldwoord; een tien minuut lange preek hangt boven mijn moeders hoofd als een stormwolk, klaar om op haar neer te regenen en uit haar mond te stromen als een rivier. Ik weet niet hoe snel ik mezelf van de vloer moet rapen.

'Kan je me gewoon helpen met deze dozen?'

Ze houdt haar hand tegen haar onderrug gedrukt. Een aantal van haar krullen zijn uit haar opgestoken haar gevallen en plakken tegen haar rode wangen aan. Haar ogen staan vermoeid. Soms denk ik dat Het Schepsel haar van binnenuit aan het opeten is, maar dan kijk ik naar haar buik en realiseer ik me dat Het nog niet eens groot genoeg is om dat te doen.

Achter haar staat een stapel dozen, waar met zwarte stift de inhoud van opgeschreven staat: SERVIES, BOEKEN, KLEDING, GLAS, SIGRIDS SPULLEN.

De dozen vullen de kale, holle ruimte met een klein beetje geruststelling; een stille herinnering aan weer een thuis dat ik had moeten achterlaten.

Ik schuif de vissenkom in een veilige hoek op de vensterbank en loop naar mijn moeder toe om de doos op te tillen die voor haar staat. Mijn ogen glijden over haar vermoeide houding heen.

'Ik kan deze lading wel alleen afhandelen,' stel ik voor. 'Jij kan beter gaan zitten.'

De stormwolk boven haar hoofd kalmeert, maar haar gezicht blijft ernstig. Ze schudt beslist met haar hoofd. 'Ik kan nergens zitten: de meubels zijn hier nog niet.'

De macht der gewoonteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu