Ze is een puzzel aan het maken als we door de schuifdeur van het kleine, knusse vakantiehuisje stappen. We hebben drie kilometer moeten lopen. Mijn benen branden, mijn vingers zijn verstijfd, mijn tanden klapperen en Fivel is nog volkomen oké. Ze begroet haar moeder alsof ze op een doodnormale dag uit school komt.

'Hoi.' Fivels moeder glimlacht glazig. Ze legt een oog van een eend in de eendenpuzzel. 'Koud?'

'Vriezend,' zegt Fivel.

Dan glijden haar moeders ogen naar mij. Ze houdt een puzzelstukje in haar magere hand en kijkt me afwachtend aan.

'Ik ben Sigrid,' mompel ik vlug, als Fivel me niet voorstelt en naar het kleine keukenblokje loopt.

'Hoi Sigrid,' zegt ze, waarna ze ook het andere puzzelstukje in de puzzel legt en haar aandacht van mij af haalt.

'Wil je thee?' vraagt Fivel aan mij.

'Ja.'

Ik knik. Ik vries nog dood. Mijn ogen glijden door het kleine vertrek. Op het eerste gezicht ziet het er knus en doodnormaal uit; met van die vachtjes over de stoelen ter decoratie en schepen in flessen in de vensterbank. Dan vallen me de bordspelletjes op die in de kasten staan, de puzzels, de lego in een plastic bak, duplo, treinsets, barbies.

'Soms moet je in het hoofd van een kind kruipen om een kind te begrijpen,' mompelt Fivels moeder dan, als ze me ziet kijken. 'Zo schrijf ik mijn boeken het best.'

'Ah,' ik knik. Het klinkt slim, maar wel een beetje raar.

'Het is leuker dan het lijkt,' zegt Fivel dan. 'Ik mag dan wel geen broertjes en zusjes hebben gehad om mee te spelen, maar ik had altijd iemand.'

Fivels moeder lacht zwakjes. 'We wilden er nog wel één nemen, maar er ging iets mis met de papieren en toen hadden we geen zin meer om het door te zetten.'

Ik weet niet wat ze met papieren bedoelt en ik wil eigenlijk ook niet door vragen, maar dan zegt ze het zelf al.

'Adoptie. Net als Fivel.'

Niemand in de ruimte kijkt op.

Ik ook niet.

Dan roert Fivel vier suikerklontjes door haar thee en loopt ze langs haar moeder heen. 'Wij gaan even kijken hoe we dat met de bedden doen, oké?'

'Oké,' zegt Fivels moeder lief.

Ik loop achter haar aan. Er zijn drie deuren; één voor de badkamer, één voor de slaapkamer van haar moeder en één voor Fivels slaapkamer.

Het is er zo krap dat er net één bed in past. Hier is toch een spoor te vinden van Fivels mysterieuze jeugd: er zijn glow-in-the-dark sterren op het plafond geplakt en het dekbed is roze. Er liggen dozen met blokken onder het kinderbedje en er staat een sneeuwbol in de vensterbank waar mickeymouse in rust.

Ze zet de mokken op het nachtkastje en dan is er nergens ruimte meer.

'Ik kan anders ook wel op de bank slapen of zo,' zeg ik.

'Nee, we passen wel.' Ze zakt op het bed neer. 'Ik slaap niet zo breed. En het is toch koud, dus dan moeten we maar dicht tegen elkaar aan kruipen.'

Ze lacht en kijkt naar me op.

IK BEN VERLIEFD OP JE IK BEN VERLIEFD OP JE IK BEN VERLIEFD OP JE EN HAD IK TROUWENS AL VERTELD DAT IK VERLIEFD OP JE BEN?

Maar de deur staat nog open en aan het eind van de hal zit Fivels moeder.

Ik lach terug, maar het lukt niet helemaal en er komt slechts een grimas uit mij.

'Je bent geadopteerd?' vraag ik dan, om mijn grimas te verbergen.

De macht der gewoonteWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu