49. Kom terug

776 21 6
                                    

Ver op de achtergrond voel ik fel zonlicht op mijn nu nog gesloten ogen schijnen. Ik raak me bewust van mijn zachte ademhalingen, mijn lichaam dat niet beweegt en de donzige kussens van niet mijn bed, maar de bank. Terwijl ik ontwaak laat ik mijn zintuigen met me mee opstarten en op het moment dat ik m'n oren spits, hoor ik het bekende geschater van mijn broertje Sem. 'Goal!' roept hij enthousiast.

Ik knipper, wrijf in mijn ogen, zucht en kom overeind. Nog versuft strijk ik de zwarte stof van een leren jack die over mijn middel ligt. Dan ineens keren alle herinneringen terug. Van Kenzo die gisteravond dronken voor mijn deur stond. Van zijn jeugdverhalen. Van de popcorn. Dat hij van me hield. Hoe hij in slaap is gevallen en hoe ik op de andere bank ben gaan liggen. Radeloos zat ik daar te bedenken wat ik het beste kon doen. Ik moet uiteindelijk te vermoeid zijn geweest. Nu ligt zijn jas op mij en hij... Ik kijk moeilijk naar buiten.

Hij staat fris en fruitig in onze tuin met Sem te voetballen. Op de kast ligt de sleutelbos waarmee de deur is geopend. Door de kier kan ik ze horen. Vanuit het raam ben ik getuige van een raadsel. Hoe die twee elkaar hebben gevonden begrijp ik niet maar wat ik al helemaal niet kan plaatsen, is hoe Kenzo met een kater in de ochtend zo goed functioneert. Hij ziet eruit alsof hij genoeg energie heeft om een marathon te lopen. Hij ziet eruit alsof hij heeft gedoucht, schone kleren draagt en zijn haar heeft gedaan.

In werkelijkheid moet hij wel hoofdpijn hebben. Spierpijn, of misselijkheid, iets. In werkelijkheid heeft hij geslapen in die donkere spijkerbroek en dat zwarte T-shirt. Zijn bruine lokken kunnen niet gekamd zijn. Binnenin zal hij een wrak zijn en vanbuiten heeft hij het geluk er van nature uit te zien als een model. Zelfs met dat verband om zijn arm. Probleemloos laat hij Sem een paar trucjes zien met de voetbal. Hij grijnst. Mijn broertje probeert hem na te doen. Sem gaat er met de bal vandoor en schiet tussen de twee plastic pionnen die zijn geplaatst. 'Goal!' hoor ik wederom.

Trots geven ze elkaar een high five. Onverwachts kijkt Kenzo op. Ik voel me warm worden. Hij glimlacht naar me en straalt ondertussen ook iets ernstigs uit. We snappen beide dat dit een vreemde situatie is. Er is de kennis dat gisteren onacceptabel was. Het had niet mogen gebeuren. Sem trekt aan Kenzo's shirt. Uiteraard vindt hij het niet raar dat hij een slapende jongen in de woonkamer aantrof. Hij wilt gewoon verder spelen. Ik adem diep in. Plotseling wordt er gestoeid, worden er vlugge bewegingen gemaakt en tot slot hebben ze het voor elkaar gekregen dat Sem op Kenzo's schouders zit. Mijn broertje vindt het helemaal geweldig. Zijn grote ogen verraden dit als de twee mannen naar binnen komen en ik kan niet tegenhouden dat mijn lippen omhoog krullen.

'Elena! Elena! Ik heb vier keer gescoord! Zag je dat? En kijk hoe hoog ik nu ben! Nu ben ik langer dan jij!'

'Zo goedemorgen Sem, je hebt meteen een lekker hoog volume gekozen zo vroeg op de dag. Heel goed van je hoor. Straks ben je nog beter dan Ronaldo. Ga je je handen wassen? Dan kunnen we ontbijten.'

Kenzo zakt door zijn knieën om Sem veilig op de grond te zetten. Hij sprint naar de kraan. Mijn blik en die van Kenzo kruizen elkaar. Er zit een zware druk achter. De laatste keer dat we praatten heeft hij het uitgemaakt. Hij koos ervoor me te verlaten omdat ik had gekozen hem te beschermen toen Jack wraak wilde nemen namens Claire.

'Goedemorgen.'

Ik schraap mijn keel. 'Goedemorgen.'

'Laat me het je uitleggen,' begint hij.

'Graag.'

'Sem had de sleutels gepakt om te voetballen. Ik werd wakker en ging alleen naar buiten om te zorgen dat hij niet zou weglopen of iets dergelijks. Je zag er moe uit dus ik besloot je met rust te laten.'

'En jij... voelt je goed?' vraag ik aarzelend.

Hij grijnst. 'Hoezo? Omdat ik als een idioot je huis bestormde gisteravond? Ja, daarover gesproken... het spijt me. Ik had het niet moeten doen. Maar ik meende wel wat ik zei.'

Grimmig sla ik mijn armen over elkaar. 'Wat? Dat je seks wilde met Wendy?'

'Ik ben nuchter Elena. Ik weet wat ik zeg en ik meende wat ik zei. Over jou. En mocht je het je afvragen: ik heb met niemand seks gehad na jou.'

Dit is het moment dat ik fel hoor te reageren. In plaats daarvan ben ik overrompeld. Op zoek naar woorden. 'J-je kan niet zomaar-'

Drie - twee - een. Zoveel stappen en zoveel secondes heeft hij nodig. Recht tegenover me waagt hij het zijn hand om mijn middel te leggen. Me dichter naar hem toe te brengen. Van slag strek ik mijn armen uit. Ik doe een poging hem weg te trekken. Beslist blijft hij me vasthouden. Hij geeft geen kick. Zuchtend sluit ik mijn ogen. 'Ik wil je terug,' fluistert hij dan in mijn oor. 'Het was een fout je te laten gaan.'

'Wat gaan we eten?'

Nog overweldigd door Kenzo's woorden, greep en intense blik richt ik me op mijn broertje. 'Dek jij de tafel alvast? Ik kom zo helpen,' stamel ik.

Zijn houvast wordt teveel. 'Laat los.'

'Nee.'

'Ik zei: laat los.'

'En ik zei nee schat.'

Kwaad staar ik hem aan. 'Dit kan je echt niet maken.'

'Geef toe dat je mij ook wilt.'

'Hé ik heb nooit gezegd dat ik je niet meer wilde,' sis ik. 'Het gaat erom dat jij mijn hart hebt gebroken en ik ga je die macht niet nog eens geven. Je kan me niet hebben wanneer je zin hebt, laten gaan zodra je het zat bent en dan opnieuw beginnen. Zo werkt het niet.'

'Kom op,' zucht hij. 'Ik was je niet zat. Dat weet je dondersgoed. Ik deed het voor jou. Ik dacht dat je veiliger zou zijn zonder mij. Inmiddels weet ik beter. Jij hebt me net zo hard nodig als ik jou nodig heb.'

'Dat is niet waar. I-ik heb je niet nodig.'

Hij gelooft me niet. Gaat bedenkelijk met zijn vingers door mijn haren die ik vanochtend los heb gedaan. De tintelingen zijn prettig. 'Je liegt. Ik weet dat je liegt en jij weet dat ik dat merk. Als je naar je gevoel zou luisteren stonden we hier allang te zoenen, zoals het hoort. Maar je bent koppig, net als ik. Je gaat niet meteen toegeven. Dat respecteer ik. Voor nu.'

Eindelijk geeft hij me ruimte te ontsnappen. Ongelofelijk. Ik schud mijn hoofd. 'Er zijn genoeg scheldwoorden die ik naar je hoofd wil schreeuwen, máár ik heb een klein jongetje in de keuken staan dat wacht op ontbijt. Ga naar huis Kenzo. Ga weg en laat me met rust.'

Ik pak zijn jas van de bank en gooi het zijn kant op. Soepel vangt hij het op. Kalm loopt hij richting de deur. Vlak voordat hij vertrekt geeft hij me een verleidelijke blik. Zijn knappe gezicht straalt zelfvertrouwen uit. Ik word er bloednerveus van.

'Je weet dat het gaat gebeuren. Ik ga je terug winnen.'

Wat hatelijk. Wat hatelijk dat ik hierdoor kriebels krijg. Verboden kriebels. Hij verdient het niet en toch gebeurt het verdomme. Hij daagt me uit. Hij daagt me uit met zijn stomme bewering die ik direct had moeten verklaren als onzin. En wat doe ik?

'We zullen zien.'

Dat is mijn gedurfde reactie. Daarmee heb ik toegegeven aan zijn spel. Wat een groot probleem is, aangezien het zijn spel is. Hij heeft de touwtjes in handen.

Zijn tactiek, zijn regels, zijn resultaat.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Apr 12, 2019 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

De RoddelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu