13. Een andere kant

1.6K 81 4
                                    

In shock heeft hij me achtergelaten. Alles in deze tuin hoort bij elkaar en alleen ik wijk af. Ik ben de buitenstaander die er niet bij hoort. Wat doe ik hier? Ik ben niet sterk genoeg om te blijven. Kenzo hoefde me slechts één keer aan te raken. Zijn ruwe vinger ging over mijn wang. Als ik er alleen al aan denk komen de rillingen terug. Wat hij zei is verwarrend. Hij haat me niet? Dat maakt het nog ingewikkelder. Wat vindt hij dan wel van me? Waar denkt hij aan als hij me ziet?

De vieze geur van bier dringt mijn neus binnen. Ik ben vastbesloten om te vertrekken maar eerst wil ik deze troep van mijn shirtje af hebben. Zolang ik snel ben lukt het me vast om de badkamer in Floris 's huis te vinden. Met een beetje water hoop ik dat de stof niet meer zo tegen mijn huid aanplakt.

Zoekend kijk ik om me heen. Ver achter de groepen tieners zie ik een open deur die naar de woonkamer leidt. Diep adem ik in voordat ik een poging doe kalm een weg door de drukte te banen. Al snel is het duidelijk dat je enkel en alleen voorruit komt door hardhandig te duwen totdat mensen automatisch een pas opzij zetten. Sommige trekken een vies gezicht wanneer de plakkerige stof tegen ze aankomt. Ik geef er niet om. Ze zouden eens moeten weten hoe het voelt om het aan te hebben.

Ik ging ervan uit dat het binnen rustig zou zijn. Het is ten slotte een tuinfeest. Daarentegen heb ik het zoals wel vaker gebeurt mis, want ook in de woonkamer moet je vechten als je voorruit wilt komen. Ik heb mijn geduld inmiddels verloren en geïrriteerd wurm ik me erdoorheen. Heel af en toe herken ik iemand van de wiskunde-, Engels- of gymlessen en soms herkennen ze mij. Meer dan een glimlach en een "hé jij ook hier?" wordt het niet. De zin om een gesprek aan te gaan is weg. Kiara zou tegen me gezegd hebben dat ik gewoon een praatje moet maken. Dat was ook het originele plan, tot iemand besloot dat ik niet welkom ben.

Eenmaal de woonkamer uit is het eindelijk rustig. Al zitten zelfs in de gang en op de trap jongeren zichzelf te vermaken, er is tenminste weer ruimte om vrij te ademen en te bewegen. Ondanks dat ik niet zeker weet of het mag ren ik naar boven toe. Twijfelend staar ik naar de vijf dichte deuren en zonder tactiek open ik ze een voor een. Ik ontdek dat de laatste rechts de badkamer is. Nadat ik naar binnen stap en de deur achter me sluit bekijk ik snel de omgeving. Voor me zie ik een typisch plaatje van een luxe badkamer. Zo eentje die je tegenkomt in de Ikea. Het klopt helemaal. Alles is strak ingericht, er is veel ruimte en elke centimeter is schoongemaakt. Op de grote spiegel is geen vlekje of stofje te ontdekken.

In simpele bewegingen heb ik de kraan open gedraaid, mijn vingers eronder gehouden en een beetje lauw water op mijn shirtje gedept. Wat ik er uiteindelijk mee wilde bereiken weet ik niet. Het is zinloos. De natte stof blijft nat en de geur van bier wordt niet minder. Ik zucht. Het kostte me zoveel energie om hier te komen en het was allemaal voor niks. Fantastisch.

Teleurgesteld reik ik mijn arm met het plan de badkamer uit te gaan. Plotseling hoor ik een bekende stem vanuit de hal en in een reflex trek ik mijn hand terug. Mijn hart bonkt hevig door de schrik. Zenuwachtig hou ik mezelf vlak achter de deur verborgen. Het idee dat vijf centimeter hout de scheiding tussen Kenzo en mij is maakt me nerveus. Als hij erachter komt dat ik er nog steeds ben kan er niks anders volgen dan een ongemakkelijke situatie waarin hij me voor de zoveelste keer af laat gaan. Meerdere ideeën komen in me op. Zal ik de deur op slot doen? Moet het licht uit? Nee, dat is niet slim bedenk ik me vlug. Hij mag niet merken dat er iemand in de badkamer is.

Ik spits mijn oren. Gespannen verroer ik me niet. Ik hoor zijn zware stem telkens iets mompelen. Het vreemde is dat hij geen reactie krijgt. Is hij tegen zichzelf aan het praten? Is de douchebag ook al gestoord? Zachtjes en beheerst blijf ik ademhalen en volledig gefocust luister ik het gesprek af. Heel geluidsdicht is het hier niet, wat het mij makkelijker maakt. Al snel wordt het duidelijk dat hij met iemand belt. De constante stiltes tussen de vragen die hij stelde was een goede hint. Gelukkig, niks is gevaarlijker dan een gestoorde. Ik zou niet weten wat ik zou moeten als hij hier tegen zichzelf aan het mompelen was. Toch ontdek ik nu iets wat niet niks is. Want hoe meer ik hoor, hoe verwarder ik raak. Voor de eerste keer hoor ik geen stoere, arrogante of kwetsende uitspraken van een ongevoelige lul. Sterker nog: het klinkt bijna lief!

'Hoe gaat het met je?' hoor ik hem vragen. Tussendoor is het herhaaldelijk even stil. 'Ja? Weet je het zeker? ... Mooi, dat is fijn om te horen. En vergeet de medicijnen niet in te nemen. ... Natuurlijk ben je niet zwak. Hé ik geloof in je. Er is niks mis met het tijdelijk nodig hebben van kalmeringspillen. De dokter heeft gezegd dat je erop voorruit gaat toch? ... Gelukkig. ... Wil je dat ik nog langskom? ... Oké. Welterusten. En als het niet gaat bel je mij, ja? Je weet dat je me altijd kan bellen.'

En dan valt het stil. Zijn zwijgzaamheid vertelt me dat het gesprek is beëindigd. Even keert de paniek terug, bang dat hij nu de badkamer in wilt, maar gelukkig hoor ik hem de trap aflopen. Opgelucht haal ik diep adem en voorzichtig stap ik naar buiten. Voor de zekerheid wacht ik een paar minuten. Al snel ben ik weer bij het feest aanwezig en op afstand zie ik hoe Kenzo zichzelf gemakkelijk heeft veranderd in de bekende klootzak. Wat betekent dit nou eigenlijk? Leidt hij twee levens of is er een speciaal iemand waarbij hij het niet voor elkaar krijgt om gemeen te zijn? Ik weet het niet.

Ik begrijp het niet en ik betrap mezelf erop dat ik het wil weten. Ik ben te nieuwsgierig om er niks mee te doen of het simpelweg te vergeten. Zijn telefoongesprek was persoonlijk en niet bedoeld voor anderen om te horen. Met wie was hij aan het praten?

'Daar ben je!' roept Kiara. Vanuit het niets staat ze naast me. Ik zie hoe haar ogen vanzelf naar de natte stof gaan. 'Eh, wil je naar huis? Ik kan het begrijpen als het niet helemaal fijn meer voelt in die kleding. Of wil je dat ik iets anders regel? Ik ben best bereid om een T-shirt uit Floris 's kamer te stelen hoor.'

Ik glimlach. 'Bedankt maar dat hoeft niet. Het is denk ik beter als ik ga.'

Ze haalt haar schouders op. 'Prima. Wil je dat ik met je mee fiets? Je kent de regel: nooit een meisje alleen naar huis laten gaan.'

'Nee joh. Ik red me wel,' verzeker ik haar. Hoe aardig en fijn ik het ook vind, voor je het weet ben ik het meisje dat de leuke en gezellige Kiara van het feest heeft weggehaald. Op die drama zit ik niet te wachten. En terwijl ik daar over nadenk staar ik onbewust naar de pooltafel. De meeste jongens vinden het interessanter om daar te kijken hoe Kenzo samen met zijn vrienden staat te kloten, dan het dansen op de muziek.

'Ken je ze allemaal al?' vraagt Kiara en volgt daarbij mijn blik. Ik weet dat ze Kenzo's vriendengroep bedoelt en schud daarom mijn hoofd. 'Niet allemaal.'

'Die knappe in het midden is Lars, rechts staat Floris en links staat Mo. Officieel heet hij Mohammed. Je snapt wel dat iedereen hem gewoon Mo noemt,' zegt ze lachend. 'Individueel zijn het aardige jongens. Vooral Lars. Hij is een cutie.'

'En samen?' vraag ik, al voel ik haar antwoord al aankomen.

Ze kijkt bedenkelijk. 'Samen kunnen ze kut zijn. Al helemaal als Kenzo iets uithaalt en hun erbij betrekt. Anyway, is dat niet het probleem bij alle jongens? Op de een of andere manier moeten ze zichzelf bewijzen op het moment dat ze in een groep zijn. Wat ze niet doorhebben is dat ze zich dan hersenloos gedragen.'

Ik zwijg. Kiara lacht. 'En dat is het verschil tussen jongens en meisjes!'







De RoddelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu