1. In de vroege ochtend

2.9K 108 6
                                    

Maandagen zijn vreselijk. Ik ken niemand die enthousiast wordt van een vroege ochtend in het begin van een volle week. De wekker heeft een eind gemaakt aan zes weken uitslapen en de zorgeloze dagen met familie en vrienden zijn voorbij. De zomervakantie is voorbij. De tijd van hoofdpijn, huiswerk, stress en slaaptekort is weer terug.

Voor het eerst in lange tijd voel ik me zenuwachtig. Het is de eerste dag van een nieuw schooljaar. Iedereen vindt het spannend om weer opnieuw te beginnen en na zo'n lange tijd terug naar school te gaan, maar voor mij is het nog net een stapje erger. Alles is nieuw voor me. Het gebouw is te groot om niet in te verdwalen, de docenten zijn te serieus om hulp aan te vragen en de leerlingen zijn te cool om zomaar vrienden mee te worden. Dit alles bij elkaar én het feit dat ik het dieptepunt ben van onzekerheid betekent maar één ding:

Dit wordt een rotdag. 

Er is nog geen enkele scholier te zien en toch race ik haastig op mijn knalrode fiets richting het opvallend witte gebouw. Het staat langs de rand van de woonwijk waar ik vanaf mijn geboorte in ben opgegroeid. Zowat elke tiener die hier woont gaat dan ook naar deze middelbare school. Op deze manier kent iedereen elkaar. Het is een grote pubergroep die samen opgroeien. Je wordt er hecht door. Ondanks de gescheiden vriendengroepjes zal het niet snel gebeuren dat mensen elkaar niet kennen. 

Natuurlijk moest ik het als 12-jarige anders doen. Ik was het meisje dat na het afronden van de basisschoolperiode naar een andere middelbare school wilde. Eentje die verder weg was. Hun open dag vond ik zo fantastisch dat ik het er voor over had om twee keer per dag een kwartier langer te fietsen. Nadat ik daar vier jaar heb gezeten, zie ik het als de stomste fout uit mijn leven. 

In gedachte ben ik bij het schoolplein gekomen. Het hoge hek is geopend. Mijn blik valt op het bord dat ernaast staat. De zwarte letters geven in hoofdletters aan dat fietsers en personen met andere vervoersmiddelen moeten afstappen. "Op het schoolplein wordt er alleen gelopen!" Aan de ene kant een beetje overdreven om dit neer te zetten. Aan de andere kant zie ik het wel voor me hoe slapende tieners het schoolplein op fietsen en vervolgens blind een hulpeloos kind plat rijden... 

Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik de angst van de docenten begin te begrijpen. Al luistert er waarschijnlijk niemand naar de regel. Geen hond ziet dat bord nog staan! Buitenstaanders als ik zijn de uitzonderingen. Ik heb de energie niet om een opstandige rebel uit te hangen. Niet nu en niet hier. Het enige doel dat ik vandaag heb, is de dag doorkomen zonder problemen te krijgen. Bovendien moet ik hier een heel examenjaar doorbrengen. Het laatste wat je wil is al die tijd alleen zijn.  

En dus stap ik af. Voor me is het een en al leegte. De zilveren rekken zijn nog niet vol gezet door talloze fietsen, de kale grond wordt niet geraakt door de voetstappen en de stilte wint het voorlopig van het luide geroezemoes dat nog komen gaat. Het duurt ruim veertig minuten voor de eerste les begint en ik ben de enige die gek genoeg is om nu al aanwezig te zijn. Iets wat ik normaal gesproken nooit zou doen. De enige reden is mijn slechte gevoel voor richting. Zacht uitgedrukt ben ik degene die het voor elkaar krijgt om met een navigatie, richtingspijlen en drie soorten kaarten alsnog verdwaalt te raken. 

Mijn eerste taak van vandaag is dan ook: het lokaal van de eerste les vinden. 

Dicht bij de ingang blijf ik staan. Aan het einde van de fietsenrekken trap ik de standaard tegen de grond aan. Gespannen zet ik mijn fiets op slot. De zonnestralen maken de rode kleur nog feller dan het normaal al is. Mijn ogen beginnen pijn te doen. Verblind draai ik me om. Een windvlaag wappert mijn blonde haren naar achteren. Jammer genoeg is het niet verkoelend. De zomervakantie is dan wel voorbij maar het warme weer is nog lang niet verdwenen. 

Het zou minstens vijfentwintig graden worden. Zo heb ik me dan ook gekleed: een zomers wit jurkje, daaroverheen mijn favoriete spijkerjasje en onderop bijpassende gympen. De outfit is gloednieuw. Mijn hele kledingkast ligt verspreid door de slaapkamer. Het heeft me een heel uur gekost voor ik klaar was. Daaraan denkend voel ik me een klein suf meisje dat zich veel te veel zorgen maakt. En misschien is dat ook wel zo. Wie weet. Ik kan er niks aan doen. Af en toe lijk ik een magneet te zijn. Hetgeen wat ik het sterkst aantrek: problemen. 

Met een zwaai heb ik mijn splinternieuwe zwarte backpack op mijn rug. Nerveus bijt ik op mijn lip. Diep adem ik in. Langzaam blaas ik uit. Streng spreek ik mezelf toe; 'Wees gewoon jezelf'. Hierna loop ik in stevige stappen naar binnen. 

Just. Do. It.  


De RoddelWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu