Hoofdstuk 27

4.7K 205 25
                                    

Pov Robin

Ik wordt wakker en heb werkelijk na weken eindelijk weer heerlijk geslapen. Ik open mijn ogen maar rein ligt niet naast me. Van het een op het anderen moment ben ik klaar wakker. "Rein" zeg ik zachtjes geen antwoord. "Rein" zeg ik nu iets harder. ik hoor voet stappen op de trap. "Ja sorry moest even iemand bellen" zijn zachte stem maakt me gerust en hij loop de slaapkamer binnen.

ik glimlach en laat me terug op mijn kussen vallen . "Ik schrok zo erg he" rein glimlacht naar me en zijn glimlach maakt een heleboel goed. "Niet doen" zegt hij en komt naast me op bed zitten.

"Ik ga even douche en omkleden dan kan ik ontbijt gaan halen" zeg ik en sta op om vervolgens naar de badkamer te lopen.

Als ik klaar ben met douche trek ik mijn kleren aan doe me haar in een paarden staart en doe wat make-up op.

Ik loop weer terug naar mijn slaapkamer en laat de badkamer deur open zodat de stoom van de hitte van de douche niet in de badkamer blijft hangen. Rein ligt op zijn buik op mijn bed en kijkt naar me met die schattige glimlach op zijn gezicht en zijn haar dag nog de net uit bed look heeft.

"Je bent schattig als je zo ligt" zeg ik en loop naar mijn kast om mijn schoenen te pakken. Ik trek ze aan en loop naar mijn bureau voor mijn portemonnee.

Al ik langs de spiegel loop blijf ik even staan en bekijk mezelf. Ik zie rein vanuit de spiegel opstaan en naar me toe lopen. hij komt achter me staan, slaat zijn armen om me heen en legt zijn hoofd op mijn schouder. Ik zie hoe rein ons spiegel beeld bekijkt en een glimlach op zijn gezicht krijgt. Ik draai me om en sla mijn armen om hem heen. "Ik hou zoveel van je" zeg ik en haal mijn handen even door zijn haar wat net zo zacht aanvoelt als het er uitziet.

"Ik kan het niet eens meer beschrijven hoeveel" zegt rein wat me laat smelten, ik heb hem zo erg gemist dat het gewoon pijn deed. Zijn woorden. zijn ogen. zijn glimlach. Hem.

"Ik ga ben zo terug" zeg ik en loop naar de winkel het is wel 15 minuten lopen, maar ik heb zo geen zin om te aan fietsen. Bij de winkel aangekomen zie ik dave staan bij het ijs. "Is het niet een beetje vroeg voor ijs" zeg ik met een glimlach op mijn gezicht en Dave kijkt verbaas op zij. Als hij mij ziet veranderd zijn gezicht uitdrukking gelijk en geeft me een knuffel. "Heey Robin hoe gaat het" "goed met jou" hij knikt "ja ook, mooi dat je weer vrolijk bent"

De eerste week na de begrafenis was ik wel weer gewoon naar school gegaan maar had het wel moeilijk gehad de leraren hadden rekening met me gehouden door een 'huiswerk vrij week' voor mij te geven dat houd in dat ik geen huiswerk hoefde te maken of toetsen de rest moest dat natuurlijk wel maar ze begrepen gelukkig ook waarom ik het niet hoefde. Je zou het misschien niet verwachten maar Dave heeft me echt gesteund en hij is echt een vriend voor me geworden. Al ga ik hem ooit als het het juiste moment is nog wel een keer vragen waarom hij in het begin mij nooit mocht.

"Maar even serieus ga je nu ijs eten" zeg ik en wijs lachen naar de vitrine waar ijs in staat.

"Nee, me moeder maakt een ijstaart voor me zusje haar verjaardag morgen en had vanille-ijs te kort"

ik lach "en toen moest jij het zeker gaan halen"

Dave knikt. "Precies kom je anders morgen ook, dan overleef ik het familie bezoek zo veel makkelijker"

"Ik weet het niet hoor" zeg ik twijfelend is dag niet super raar? Ik ben als eerst nooit bij hem thuis geweest en dan ga ik er voor het eerst naar toe op de verjaardag van zijn zusje. "Please" zegt dave en trekt een pruillipje "vooruit" stem ik en dave maakt zo'n yeas beweging. "Ik stuur je het adres door"

Dave pakt een bak vanille-ijs uit de vitrine en loopt ook met mij mee naar de broodjes afdeling ik pak 3 croissantjes en 2 flesjes sinaasappelsap en loop dan samen met Dave naar de kassa. "Tot morgen" zeg ik al we weer buiten staan. Ik geef Dave een knuffel en loop terug naar huis.

I think i love usWhere stories live. Discover now