Hoofdstuk 120

3.7K 373 87
                                    

Wat vooraf ging:

 'Jij wat?' vroeg ze met gespleten ogen. Op dat moment ging mijn telefoon. Geïrriteerd haalde ik mijn telefoon uit mijn jaszak en fronste toen ik "buurvrouw" zag staan. 'Allo, goedenavond.' zei ik.

Geschrokken liet ik de telefoon vallen, na wat ik hoorde. En keek met grote ogen naar Amal. ...
_________________________________________      
PP AMAL

Geschrokken keek ik van de telefoon naar Ismael, dan weer naar de telefoon . Met grote ogen keek ik weer Ismael me aan. Ik voelde dat het niet zo'n goed nieuws ging zijn. 'I-Ismael?' vroeg ik bang en keek hem aan. 'Ismael, wat is er?' vroeg Safuane. 'Ze hebben alles kapot gemaakt.' zei hij met een boze toon en balde zijn vuisten. 'Wat hebben ze kapot gemaakt?' vroeg oma geschrokken. 'Ons huis.' antwoordde Ismael en beet op zijn kiezen. Mijn mond viel open van de schrik en stond geschrokken op. 'Ze hebben alles verwoest!' riep hij boos en stond op. De huis waar we al onze herinneringen hadden, met mama (en papa) was kapot...

Hij ging verslagen terug zitten en sloot zijn ogen. 'Ya Allah, waarom?' fluisterde hij terwijl hij met zijn handen door zijn haren ging. Ik ging naast hem zitten en voelde de tranen opkomen. 'Ismael?' fluisterde ik terwijl er een traan naar beneden rolde. 'De foto's.' zei ik waarna er nog meer tranen naar beneden vielen. 'Amal, ik weet niet, we moeten terug.' zei hij boos en stond op. 'Broer, blijf zitten, ik ga die tickets halen.' zei Safuane. 'O ja, mag ik jou paspoort?' vroeg Safuane aan oma. 'Ismael, moet ik mee?' vroeg ze bezorgd. Langzaam knikte hij.

'Hier.' zei ze en gaf haar paspoort die ze uit haar tas griste aan Safuane. Hij nam die aan en verliet daarna de hotelkamer.

Ismael deed zijn handen in zijn zakken en ging bij het raam staan. 'Benti, niet huilen.' zei oma terwijl ze me in haar armen nam en me stil suste. 'InshAllah gaan ze er nog zijn.' zei ze zacht terwijl ze mijn tranen wegveegde. Ik hoopte uit het diepste van mijn hart, dat de laatste herinneringen die ik nog van mijn ouders had, er nog gingen zijn. Sprakeloos keek ik voor me uit. 'Ismael.' zei ik nog eens. Met rode ogen draaide Ismael zich naar ons toe en haalde zijn handen uit zijn zakken. 'Ja.' zei hij emotieloos. 

'Wie? Wie heeft dat geflikt?' vroeg ik. 'Ik weet het niet Amal.' zei hij en hief radeloos zijn handen in de lucht. Ik ging recht staan en nam een glas water, waarna ik die helemaal leeg dronk. Zuchtend legde ik de glas terug op de tafel en keek wazig voor me uit. 'Vlucht over 54 minuten.' zei een Safuane die binnenkwam met tickets in zijn handen. 'De koffers staan al klaar, we gaan nog eventjes wachten.' zei Ismael zuchtend en ging tegen de muur leunen.

Ik keek uitgeput voor me uit en ging stil terug zitten. Safuane ging naast me zitten en nam mijn hand vast. 'Amal, maak je geen zorgen, oké?' zei hij zacht en kneep met zijn reuze hand in de mijne. Ik schudde mijn hoofd en had gewoon zin om te roepen:  dat ik alles beu was geworden! Dat ik nog nooit 1 dag heb kunnen leven, zonder een traan te laten vallen. Dat het me helemaal niet was gegund en dat ik kapot was aan het gaan. Zo kapot, dat er niets meer overbleef om kapot te gaan! In de plaats daarvan rolde er een dikke traan over mijn wang.

Die werd snel weg geveegd en een zachte kus nam daar de plaats van. Betraand keek ik naar Safuane die met zijn duimen de ondertussen vallende tranen wegveegde. 'Amal, je maakt jezelf, mij en iedereen kapot door te huilen.' zei hij en trok me naar zich toe. Ik sloot mijn ogen en probeerde wat rustiger te worden. Geconcentreerd luisterde ik naar zijn hartkloppingen en soebhanallah, ik werd er helemaal rustig van! 'Het is tijd.' zei Ismael na 10 minuten. Rustig trok Safuane zich uit de knuffel en keek me glimlachend aan. 'Gaat het een beetje?' vroeg hij. Fris knikte ik. De knuffel had me werkelijk rustig gemaakt. Zijn knuffels waren altijd zo magisch.

Hij stond recht op en trok me rechtop naar zich toe, waarna hij een dikke kus op mijn voorhoofd plande.  Daarna liet hij me weer los en nam de koffers. 'MashAllah.' zei oma die achter me stond. Ik draaide me naar haar om en zag haar weer met haar wenkies omhoog en omlaag wiebelen. Ik keek haar vragend aan. Ze liep naar me toe en lachte. 'Kom, we moeten gaan.' zei Ismael. 'Yallah, kom snel.' zei ik opgelucht tegen oma. Safuane nam mijn koffer over en Ismael die van oma. We checkten uit, al hadden we eigenlijk niet eens 1 nacht verbleven en liepen daarna het hotel uit.

'Salam, hier heb je de sleutels en het geld.' zei Ismael tegen de man die bij de parking stond. 'Shokran.' zei hij en liep weg. 'Wie was dat?' vroeg oma. 'De man, waarbij ik de auto heb gehuurd.' antwoordde hij zuchtend. Safuane belde de taxi die niet lang daarna arriveerde. Ismael en Safuane legden de koffers in de kofferbak en stapten daarna ook in. 'Naar het vliegveld, alsjeblieft.' zei Ismael. De taxi  begon te rijden en niet lang daarna kwamen we aan.

Na ingecheckt te hebben en zo, stapten we het vliegtuig binnen. Ik zat tussen Safuane en oma. Safuane trok me naar zich toe en legde mijn hoofd op zijn borstkas. Hij legde zijn ene arm op mijn schouder en met de andere begon hij met mijn haren te spelen. Ik sloot mijn ogen en genoot van de knuffel en het gefriemel in mijn haar. Dat liet me denken aan mama Allah Irhemha, ze deed dat ook heel veel voor ik ging slapen.

- 'Amal?' fluisterde Safuane. Moe opende ik mijn ogen en stond met een ruk op, waarna ik een hete voorhoofd voelde. 'We zijn er.' zei hij. Ik knikte en rekte me uit. Daarna trok hij me rechtop. Ik nam moe mijn tas en vest en liep achter oma aan, het vliegtuig uit. Mijn hoofd stond gewoon echt op ontploffen en de reden daar voor wist ik niet. 'Rustig Amal.' zei Safuane bezorgd toen ik bijna van de vliegtuig-trap viel. 'Ik voel me niet goed.' fluisterde ik terwijl ik aan mijn voorhoofd voelde. 'Je voelt warm aan.' zei hij geschrokken.

Ook oma voelde aan mijn hete voorhoofd. 'Hoe voel je je?' vroeg ze bezorgd. 'Heb heel veel hoofdpijn.' zei ik zuchtend. 'Hier, water.' zei Ismael. Ik nam die aan en nam wat slokjes. 'Gaat het gaan?' vroeg Safuane. 'Ja, het gaat. Safé kom.' zei ik zuchtend. Safuane trok de tas en vest uit mijn handen en nam mijn arm vast. Na lange controle liepen we eindelijk de luchthaven uit. De taxi stond al op ons te wachten, waarna we naar ons "huis" reden.

'We zijn er.' zei de chauffeur. Met een bonzend hart stapte ik uit. Ik keek bang naar het huis waar ik was opgegroeid. Ismael kwam langzaam naast mij staan en keek zonder woorden naar het huis. Ik kon alleen de vorm van het huis zien, niets meer niets minder omdat het al middernacht was. Ismael keek me aan en knikte. Trillend nam ik mijn koffer en liep achter Ismael aan door de grote poort in de tuin. Zonder geluid liepen we door de tuin naar de huisdeur.  Huisdeur? Die was geen huisdeur meer! Die was helemaal ingedeukt en het glas ervan lag verspreid op de grond. Ik gooide mijn koffer op de grond en keek stil naar de voordeur.

Ismael duwde de ingedeukte deur naar binnen waarna hij naar binnen liep. Hij deed het licht aan en keek verslagen rond. De hal was helemaal overhoop. Ik opende de deur van de woonkamer, waar alles onderkop lag en de grote tv kapot was geslagen. Ook de grote foto op de muur van ons allen (mama, papa ik en Ismael) lag kapot op de grond. Gebroken rende ik er naar toe en wou het van de grond nemen, tot Safuane me stopte. 'Je gaat je pijn doen.' zei hij zacht. Gebroken trok ik mijn hand terug en stond op.

'La hawla wala quwata illa billah!' zei oma zuchtend. Ik keek wazig door de woonkamer, die geen woonkamer meer was en herinnerde me, de foto-album.  Bang en panikerend rende ik door het glas heen de trap op naar boven. Trillend gooide ik de deur open van mijn oude kamer en zag dat er niets meer van mijn kamer overbleef. Mijn blik viel op een bruine, dikke boek midden op mijn kamer, op de grond. De boek, het enigste wat ik nog had! Ik voelde mijn ademhaling zwaarder worden. Huilend rende ik er naar toe en bukte met mijn knieën op het glas neer. Ik voelde me elk moment flauwvallen toen ik zwarte as rondom het boek opmerkte.

Trillend raapte ik de foto-album van de grond en vouwde het bang open. Mijn hart stopte met kloppen toen ik de eerste afgebrande foto opmerkte. Ik begon nog harder te huilen toen ik verder bladerde, en niet meer dan afgebrande-onvolledige foto's te zien kreeg. 'Neeeee!' krijste ik huilend en duwde de verbrande boek tegen me aan. 'Waarom?' riep ik gebroken terwijl ik de boek hard tegen me aan duwde en huilend naar de lucht keek. 'Waarom ya Allah waarom?' riep ik huilend en ging recht op staan. Ik wilde niet meer! Ik kon niet meer! 

Mama! (Papa!) Ik kon niet meer! Mijn ziel was kapot! Ik kon deze beproevingen niet meer verdragen! Ik wilde naar jullie gaan! Ik was het beu! Ik kon het niet meer verdragen! Al deze beproevingen waren teveel voor me geworden! Mijn ziel was dood! 'Mama, ik kan niet meer!' riep ik huilend. Mijn ademhaling begon zwaarder te worden. Ik begon zwarte vlekken te zien. Met een ruk werd ik van het glas naar boven getrokken. 'Amal!' zei Safuane bezorgd. Ik keek levenloos voor me uit. 'Amal!' Langzaam gleed de verbrande foto-album uit mijn handen, op de grond. Een paar tellen later sloten mijn ogen zich, waarna ik in de armen van Safuane viel. ...

Vote, share and comment!  

Mishandeld en Uitgehuwelijkt (AF✔)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu