[25]

2.6K 201 8
                                    

Edited = 28/07/2017

25. Charlie

"Ik kan je niet genoeg bedanken Alec. Echt waar. April is er helemaal weg van!" zei ik. Een reactie kwam er niet meteen. In de plaats daarvan voelde ik een hand om mijn pols en werd ik omgedraaid. Mijn ogen keken recht in die van een vampier.

Het leek alsof de tijd even bleef stilstaan. Voor mij en voor hem. Zijn ogen bekeken me, net zoals die van mij hem bekeken. Het leek alsof hij niet kon bevatten dat ik hier voor hem stond. Dat ik blijkbaar een makkelijke prooi zou zijn. Een grijns vormde zich om zijn lippen. Twee scherpe tanden waren zichtbaar. Onbewust slikte ik even. Hier was ik echt niet op voorbereid. Er was ook niet meteen iemand om me te helpen. En dan was er nog April Zij was ook in deze kamer. Ik moest ervoor zorgen dat hij haar niet te pakken kreeg. Hopelijk kon ik hem lang genoeg bezig houden, zodat iemand ons kon komen helpen.

Hij zette een stap naar voor, de grijns nog steeds om zijn lippen."Dacht je nu echt dat we je niet zouden vinden?" Hij schudde lachend zijn hoofd, alsof hij om zijn eigen grapje aan het lachen was. Zo grappig vond ik die niet ... "Je bent ons een paar keer ontlopen, maar daar komt nu een einde aan. Dit is allemaal jouw eigen schuld. Je had maar niet zo stom moeten zijn om ons te vertrouwen."

Voor ik het goed en wel besefte, stond hij voor me. Zijn hand had mijn arm stevig vast en zijn nagels drukte in mijn vel. Ik schreeuwde het bijna uit van de pijn. Achter me hoorde ik hoe Alice zachtjes mijn naam zei. Natuurlijk besefte ze nu ook dat er iets ergs aan de hand was. Ik stond met mijn rug naar haar toe, maar ik kon me zo voorstellen hoe hulpeloos ze moest kijken.

In zijn ogen zag ik de pretlichtjes. Zoals een echte jager zou hij met zijn prooi spelen. Zijn hand liet me los, om me daarna razendsnel een duw te geven. Ik viel met een plof op de grond. Mijn eerste instinct was om April te pakken en weg te rennen. Alleen was ik wel slim genoeg om te beseffen dat hij me niet zou laten gaan. Ik zou waarschijnlijk nog geen twee stappen gezet hebben, of hij had me al te pakken.

Ik krabbelde achteruit, in de hoop zo wat meer ruimte tussen ons te krijgen én om dichter bij Alice te zijn. Ze was waarschijnlijk doodsbang. "Ga weg!" schreeuwde ik. Ik schreeuwde het eigenlijk niet voor hem, maar voor de anderen beneden. In de hoop dat ze zo zouden horen dat ik hulp nodig had. En snel ook!

"Natuurlijk ga ik weg. Alleen wil ik nog een cadeautje meenemen voor mijn vrienden thuis." grijnsde hij opnieuw. Hij liep terug naar me toe en pakte me vast. Heel even dacht ik dat hij me zou optillen en me ook echt zou meenemen. Dat bleek niet waar te zijn. In de plaats daarvan gaf hij me opnieuw een duw, waardoor ik tegen de muur terecht kwam.

April stond nog steeds op dezelfde plaats als daarnet. Haar hele lichaam bibberde. Ze draaide haar hoofd kort om, in mijn richting. Het was nu dat ik de tranen zag. Ze was helemaal van streek. Ze wist niet wat er gebeurde en vooral, ze was bang omdat ze besefte dat ik haar niet kon beschermen. Het tafereel brak mijn hart. En het ergste was, dat ik er niets aan kon doen.

De vampier stapte dichterbij. Ik lag nog steeds op de grond en probeerde recht te krabbelen, terwijl ik zag hoe hij April vastpakte. Met één arm tilde hij haar in de lucht. "Laat haar los!" schreeuwde ik. Deze keer was het ook voor hem bedoelde. Ik wist recht te krabbelen en liep op hem af. Het enige dat ik op dat moment was bedenken was hem te vertragen. Opnieuw met de hoop dat iemand me had horen roepen.

Ik sprong op zijn rug. Mijn armen had ik om zijn nek geslagen. Veel deed het echter niet uit. Met één armzwaai vloog ik door de lucht. Ik kwam opnieuw op de grond terecht en voelde de lucht uit mijn longen gaan. Waarschijnlijk was er één of andere rib gebroken. Een helse pijn ging door me heen, maar ik kon nu echt niet stoppen. Ik mocht niet zomaar opgeven! April had me nodig en ik zou haar niet in de steek laten.

Opnieuw krabbelde ik rechtop. Opnieuw liep ik naar de vampier toe en probeerde hem van April wegtrekken. Het was op dat moment dat de deur open vloog en er nog vampiers binnenkwamen. De moed zonk me bijna in de schoenen. Ik kon één vampier nog niet aan, laat staan verschillende!

Zodra ze mij zagen liepen ze op me af. Eentje pakte me langs achteren vast en zorgde ervoor dat ik niet kon bewegen. Hij hield me in de lucht. Zijn armen duwden op mijn ribben en opnieuw ging die helse pijn door me heen. Ik had nog net kracht genoeg om te spartelen, maar ook dat deed niet veel uit.

Alle vampiers hadden het op mij gemunt. Het duurde niet lang voor ik een stel tanden door mijn huid voelde prikken. De speeltijd was voorbij. Ik was nu echt eten geworden. Zodra de vampier met me klaar was, gooide hij me opnieuw door de lucht. Deze keer kwam ik eerst tegen de boekenkast terecht, voor ik op de grond viel.

Ik bleef een tijdje liggen en probeerde op adem te komen. De ene vampier had April nog steeds vast en een andere kwam terug naar mij toe. Bijna alle energie was uit mijn lichaam. Ik was veel te zwak. Mijn hand zocht naast me, op zoek naar een voorwerp om me te verdedigen. Het enige dat ik vond was een boek. Veel zou het niet helpen, maar het was toch beter dan niets. Ik hield het boven mijn hoofd en wou de vampier ermee slaan toen er opeens een wolf naar binnen stormde. Er was maar één iemand die me zou komen redden, en dat was hij. Alec.

Hij kwam meteen naar me toegelopen en kwam over me heen staan. Zo probeerde hij de vampiers van me weg te houden. Voor een paar seconden was mijn zware ademhaling, en Alec's gegrom, het enige dat je in de kamer kon horen.

Zijn gegrom hield ze op een afstand. Ze waren een machtsspel aan het voeren, tot ze er genoeg van hadden. Ze vonden het niet waart om hun leven op het spel te zetten, tegenover een weerwolf. Voor ik het goed besefte waren ze allemaal verdwenen.

Het boek was al uit mijn handen gevallen en ik bleef hijgend op de grond liggen. Mijn ogen zochten in de kamer naar de enige persoon die er op dit moment om deed. "Alec!" Ik probeerde zo zijn aandacht te trekken, aangezien hij mijn verwondingen aan het controleren was. Hij was nog steeds niet terug veranderd naar zijn mensenvorm. "Ze hebben April! Ik ... ik moet ... " Mijn zin stopte bruut, aangezien er een pijnscheut door me heen ging. Dat gebeurde toen ik probeerde recht te staan. Ik viel terug neer op de grond.

Opnieuw had ik gefaald. Opnieuw had ik mijn zusje niet kunnen beschermen, wanneer ze me het meeste nodig had. Ik hoopte alleen maar dat Alec haar snel zou vinden, voor de vampiers vreselijke dingen met haar gingen doen.

 Ik hoopte alleen maar dat Alec haar snel zou vinden, voor de vampiers vreselijke dingen met haar gingen doen

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

A/N: NEEEEE :O Cliffhanger-moment. Opnieuw haha :p Wat heb ik toch met cliffhangers.

Vote/Comment/Follow

The Human Luna Where stories live. Discover now