[4]

4K 248 19
                                    

Edited = 16/04/2016

4. Alec 

Normaal gezien kwam ik nooit zo dicht bij de mensenwereld. Ik probeerde me zo ver mogelijk weg te houden van hen. Mensen wisten niet van ons bestaan af en ik hoopte dat ook zo te houden. Het zou ons leven alleen maar moeilijker maken. Waarom ik deze keer wel zo dicht naar de grens ging was voor mezelf ook een vraag. En dan nog in mijn wolven vorm. 

Gelukkig was het al donker buiten. Zo was de kans dat iemand me zou zien heel klein. Dit was ook van de enige momenten dat ik de roedel even kon achterlaten. Mijn taak was belangrijk. Ik was de leider, ofwel de alfa zoals wij hel noemen. Momenten zoals deze had ik soms nodig. Om even alleen te zijn. De benen te strekken en vooral om mijn wolf tevreden te houden.

Ik was net van plan om terug te keren toen een lach me deed stilstaan. Meteen was ik alert. Iemand was in de de buurt. Door de manier waarop er gelachen werd zou het mogelijk zijn dat hier nog iemand was. Wat deden ze hier op dit tijdstip?

Langzaam stapte ik dichterbij. Een meisje en een man stonden tegenover elkaar. De man leek me niet menselijk. De manier waarop hij bewoog zorgde voor die constatering. Mijn eerste idee was vampier. Hij bewoog te soepel. Bewoog te snel. Allemaal kenmerken van een vampier. Wat deed een mensenmeisje bij een vampier? 

Ik bekeek haar goed. Gewoon om een idee te krijgen van de situatie voor me. Ze had zwart haar en leek me niet heel erg groot. Zeker geen partij voor een vampier. Ze lag op de grond en iemand leunde over haar heen. Ze was duidelijk bang. Die emotie was zelfs tot hier te voelen.

Ik bleef van op een afstand toekijken. Het was pas toen haar geur in mijn neus belandde dat ik moeite had om me te bedwingen. Mate. Ze was mijn zielsverwant. Soulmate zoals wij hen noemen. In onze wereld kozen we onze partners niet zelf. De maangodin wees ons één toe. Iemand die ons aanvulde waar nodig en ons altijd zou steunen. Alleen begreep ik niet waarom ze mij gekoppeld had aan een mensenmeisje. Waarschijnlijk was daar wel een goede reden voor.

Een schot zorgde ervoor dat ik uit mijn gedachten werd gehaald. Het meisje liet haar hoofd op de grond zakken en hield haar handen op haar buik. De geur van bloed was meteen aanwezig. Deze keer kon ik mijn wolf niet bedwingen. Hij wilde haar beschermen. We kenden haar nog maar net en we wouden haar nu al helpen. Ons leven op het spel zetten voor het hare.

Met een hoge snelheid liep ik op hem af. Hij hoorde me al van ver afkomen. Hij hief zijn handen op als teken van overgave. "Je mag haar hebben." zei hij met een grijns voor hij verdween. Heel even dacht ik erover na om achter hem aan te gaan, maar dan bedacht ik me dat ik mijn mate moest helpen.

Ze was bijna bewusteloos door het bloedverlies. Haar ogen waren nog open en ze keken recht in de mijne, voor haar hoofd opzij viel. Ik raakte in paniek. Eindelijk had ik haar gevonden, na zolang zoeken en nu zou ze uit mijn handen glippen.

Ik veranderde terug naar mijn mensenvorm, trok snel mijn short aan die ik rond mijn enkel had vastgemaakt en pakte haar in mijn armen. Ze bewoog niet meer. Het maakte me alleen nog meer ongerust. Ik besloot mijn shirt, dat ik ook rond mijn enkel had gebonden, te gebruiken om het bloeden te stelpen. Ondertussen was ik al via de mind link met de roedel dokter aan het praten. 

De mind link was een soort communicatiemiddel waardoor we met roedel leden konden praten via onze gedachten. Heel handig op sommige momenten. Zodra hij me bevestigde dat hij zou komen begon ik te rennen. Ik volgde haar geur naar haar appartement. Daar aangekomen legde ik haar op bed en wachtte op de dokter. 

Het liefst van al had ik haar gewoon naar de roedel gebracht. Daar was ik zeker dat ze de beste zorgen zou krijgen én had ik haar dicht bij mij. Het enige probleem was het moment dat ze wakker zou worden. Ze zou meteen beginnen flippen, wat begrijpelijk was.

The Human Luna Where stories live. Discover now