[1]

4.8K 241 12
                                    

Edited= 16/04/2016

1. Charlie

Mijn hand ging door Aprils haar. Haar lichaam lag helemaal in mijn omhelzing gekruld en haar hoofd ging op en neer door mijn ademhaling. Hoe was dit ooit kunnen gebeuren? Had ik iets verkeerd gedaan? Was dit mijn fout?

Al een hele dag probeerde ik me sterk te houden. Ik wilde haar niet laten zien hoeveel pijn me dit deed. Ze had nu iemand nodig die haar steunde. Die haar hierdoor ging helpen. En jammer genoeg was ik de enige die voor haar klaar stond.

Onze ouders waren al lang uit ons leven verdwenen. Die zaten god-weet-ik-waar zichzelf te bezatten of misschien zelfs in de cel. Het maakte me allemaal niet uit. Zolang ze maar ver uit Aprils buurt bleven. Niemand zou mijn kleine zusje nog pijn doen. Dat had ik toch altijd gedacht tot vandaag. Vandaag bleek dat er wel nog iemand was die haar pijn kon doen. Haar eigen lichaam.

Al een hele dag probeerde ik mijn hoofd te breken over één groot probleem. Hoe zou ik de rekeningen betalen? De behandeling zou lang duren en dus ook veel geld kosten. Geld dat we absoluut niet hadden. 

Ik was met school gestopt op mijn zestiende en werkte sindsdien overal waar ze werk hadden. Vooral de horeca. Het verdiende niet veel en ik was veel van huis weg, maar ik verdiende tenminste geld. Het was dat of niets. En dan koos ik toch liever voor dat.

Ik moest nodig mijn gedachten eens verzetten. Ik zou het zelf niet lang volhouden op deze manier. Voorzichtig legde ik Aprils lichaam volledig op het bed en drukte een kus op haar voorhoofd. Ik zou maar kort weg zijn. In gedachten beloofde ik haar dat.

Met grote passen verliet ik het ziekenhuis. Nooit had ik goed tegen die plaats gekund. De dood loerde altijd om de hoek. Het was altijd de ver van mijn bed show, maar in een ziekenhuis werd je met je neus op de feiten gedrukt. En dan sloeg ik altijd dicht. Net zoals nu.

Ik botste tegen iemand op en bood meteen mijn excuses aan. Daarna bekeek ik de persoon pas echt goed. Hij was helemaal in het zwart gehuld. Een vriendelijke glimlach stond op zijn gezicht.

Hoe ik een paar minuten later terecht kwam op een bankje voor het ziekenhuis, terwijl ik mijn hele levensverhaal aan het vertellen was wist ik niet. Heel even leek het alsof de man mij dwong om dit alles te vertellen, maar dan bedacht ik me dat dat natuurlijk niet kon. Niemand had zoveel macht over een persoon. Om de één of andere reden had ik het uit eigen wil verteld. Misschien zocht ik al een hele tijd naar iemand die naar me wou luisteren. Naar iemand die me goede raad kon geven en blijkbaar vond ik dat bij een totaal vreemde.

"Misschien kan ik je wel helpen." zei hij vriendelijk. Zijn ogen keken in die van mij en ik probeerde ze te lezen. Om te zien of hij echt te vertrouwen was. Tot op dit moment had ik nog niets gezien dat het tegendeel bewees. "Ik heb een hele tijd geleden wat geld geërfd van een overleden oom. Als je wil kan ik je dat geld wel lenen. Je betaald het me in kleine schijven terug."

Ik knipperde verbaasd met mijn ogen. "Maar ... Je kent me niet en je wil je geld echt aan mij lenen?!" Hij haalde zijn schouders op als teken dat hij het probleem niet zag. "Ik heb het toch niet nodig. Het staat op de bank en brengt bijna niets op dus dan kan ik even goed lenen aan iemand die het echt nodig heeft."

Het enige dat ik geleerd had van mij ouders was: vertrouw nooit een vreemde. Je wist nooit wat ze van plan waren of wat hun onderliggende bedoeling was. Het verbaasde me dan ook zelf dat een ' ja ' mijn mond verliet. De man, die me vertelde dat hij John heette, was duidelijk zelf verbaasd, maar glimlachte tevreden. "Weet je wat, ik stort al een deel vanavond op je bankrekening." zei hij, voor hij recht stond. 

Ik keek hem wat verbaasd aan toen hij weg stapte. Hij wist niet eens mijn rekeningnummer! Hoe kon hij dan het geld op mijn bankrekening storten?! 

De verbazing volgde pas 's avonds. Toen er inderdaad een grote som geld op mijn bankrekening stond. Het zorgde voor nog meer onbeantwoorde vragen. Voor even dan toch. 

De gedachte dat Aprils leven nu niet meer in gevaar was het gene nu het meeste aanwezig was. Ik dacht niet meer aan het feit dat een totaal vreemde me geld geleend had. Ik dacht aan niets meer behalve het feit dat ik April niet zou moeten afgeven. We zouden samen blijven tot het einde. 

A/N: ik wil nog even zeggen dat April 10 jaar oud is

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

A/N: ik wil nog even zeggen dat April 10 jaar oud is. Zo kunnen jullie haar misschien beter voor je zien.

Charlie is trouwens 20 jaar oud.

Vote/Comment/Follow

The Human Luna Where stories live. Discover now