26*

979 23 0
                                    

Deze Tim herken ik echt niet. Hij zit daar heel creepy te lachen en geluidjes te maken de ik niet eens kan plaatsen. Soms slaakt hij een gil, hij lijkt net een monster. Waar is mijn Tim naartoe? Die lieve jongen, hij zou nooit een vlieg kwaad doen. En nu? Hij lijkt, of ik kan wel zeggen is, een monster. Na een, ik gok een paar uur, komt Jaden binnen. Hij is stil en loopt meteen door naar Tim. Ik ben hem geen blik waard, hij loopt rechtstreeks door naar Tim. 'Hey sukkel!' roep ik. Ik krijg geen reactie. 'Ik spreek tegen jou hoor!' Roep ik boos richting de donkere plek. 'Wat wil je?!' Roept Jaden kwaad terug. Ik schrik. Zo heb ik Jaden nog nooit weten te reageren. Er is een vleugje emotie in zijn stem te horen, alsof hij emotioneel is. Maar dat kan toch niet, Jaden de enigste jongen waarbij ik nog nooit oprechte emoties zag. 

'Ga je nu nog iets zeggen?!' Roept hij weer terwijl hij een stap uit de schaduw zet. 'Waarom?' vraag ik. Een traan rolt eenzaam over mijn wang. Normaal zou Tim deze opvangen maar dat wezen daar is niet mijn Tim. 'Wat heb je met hem gedaan?' zeg ik al wijzend naar Tim. 'Sterk spul.' Antwoord Jaden droog. Ik wil er op in gaan maar dan vertrekt Jaden weer richting de deur. Ik wil nog iets zeggen maar daar gaat hij. Jaden is weer weg en ik zit hier met Tim. Normaal gezien zou dit niet zo erg zijn, wel een beetje natuurlijk. Met Tim opgesloten zitten is zo erg nog niet ik voel me veilig bij hem. Maar nu... hier opgesloten zitten met dat ding, is mijn ergste nachtmerrie. Het is alsof zijn lichaam hier is maar zijn geest niet. En dan nog al die kettingen.

Ik plaats mijn handen over mijn oren. Ik kan Tims geschreeuw niet meer aan. Het lijkt net of hij geslacht wordt. Mijn hart breekt bij elk geluidje maar wat kan ik doen? 'Tim...' fluister ik. Voorzichtig ga ik wat dichterbij. Hij zit daar maar niks te doen, voor zich uit te staren als een freak. "Hij zit daar als een zombie" is een goede vergelijking. Volgens mij hebben ze hem iets gegeven. Het kan haast niet anders. 'Tim?' fluister ik nog een keer. Ik ga nog een beetje dichter. Ik zie zijn gezicht niet helemaal, toch kan ik zijn ogen duidelijk zien. Zijn pupillen zijn zo wijd dat je zou zeggen dat zijn ogen zwart zijn. 'Tim...' zeg ik nu iets luider. Tim kijkt me zeer eng aan en komt ook wat dichter. En dan... ik val achterover en slaak een gil. Een grote snee glinstert op mijn arm en kleine bloeddruppeltjes rollen naar beneden. Tim heeft me gesneden? Wat is er aan de hand? Ik kruip weer naar mijn plekje in het licht. 

Wat verlang ik nu naar huis. Mijn ouders en mijn vriendinnen. Zouden mama en papa nu ook aan mij aan het denken zijn? Of zijn ze mij al weer vergeten? Ik weet het niet... Het enige waar ik wel aan kan denken zijn dingen zoals ik ben opgesloten, Tim is zichzelf niet meer, ik ben half aan het sterven van de honger. Ik wil eten en drinken... ik zou zo graag nog eens het gevoel hebben van een beetje fris water dat door mijn keel stroomt. Maar hier ben ik helemaal alleen opgesloten in de ultieme hel, met de ultieme hel. Een Tim die mij niet lief aankijkt, of me een knuffel geeft om te zeggen dat het allemaal wel goed komt. Misschien komt die Tim wel nooit meer terug?



ontvoerdWhere stories live. Discover now