ontvoerd

6*

Ik ben wakker maar ik lig met mijn ogen gesloten op de grond. 'Goedemorgen.' zegt een zware mannenstem. 'Wat doe jij hier!' snauw ik terwijl ik recht spring. 'Je lag zo zielig alleen op de grond, dus ben ik naast je komen liggen.' 'Doe dat nooit meer.' ik kruis mijn armen. 'Het is al goed, ik zal je nog eens gezelschap komen houden.' zegt hij met een pruillipje. Ik kijk hem boos aan, maar ik moet wel bekennen dat ik het niet zo erg vond. Hij lag dan misschien naast mij maar hij heeft me niet aangeraakt. Wanneer ik me wil gaan omkleden zwaait de deur open. 'Kun jij niet kloppen!' Vliegt Tim uit tegen Jaden. 'Sorry broertje. Ik kom niet voor jou.' Jaden draait zijn rug naar Tim en zijn hoofd naar mij. 'Goed geslapen? Ik hoorde je namelijk roepen tot in mijn kamer.' 'Dat zijn jouw zaken niet.' 'Dat zijn ze wel!' zijn boze blik komt terug en hij duwt me tegen de kast. 'Heb je haar nog steeds niet kunnen temmen Timmy?' 

Jaden plaats zijn handen op mijn middel en probeert me te kussen. 'Viezerik laat me los!' schreeuw ik. 'Jij moet leren gehoorzamen, je koppigheid wordt je dood. Zeker in dit huis.' ik krijg een slag in mijn gezicht en  een rode hand is op mijn rechter wang te zien. 'Die zag je niet aankomen hé?' voor hij zich kan omdraaien schop ik tegen zijn schenen. 'Trut!' roept Jaden luid. 'Wie niet luisteren wil moet voelen.' zeg ik stil maar toch verstaanbaar. Jaden staat op en komt nog dichter naar me toe. Hij duwt me op het bed en gaat op me zitten. 'Lig je goed?' Grinnikt hij. Hij duwt zijn handen om mijn keel en ik krijg bijna geen lucht meer. 'Jaden stop!' Roept Tim luid. 'Wat?' zegt hij chagrijnig. Hij laat me los en ik loop naar een hoek van de kamer. 'Als je haar nu doodt-' '-dan zijn we er vanaf.' ik zit geschrokken in een hoekje en zie Tim naar me kijken. 'Laat haar toch. Ze is trouwens van mij en niet van jou.' Jaden zucht en verlaat de kamer weer net zo snel als hij er in kwam. 'Alles oké?' Tim komt naar me toe gelopen. 'Prima.' zeg ik sarcastisch. 'Ik had je gewaarschuwd voor hem, hij is geen makkelijke prater. Jaden is voor de daden.' Tims vingertoppen raken mijn wang. Een traan loopt via zijn hand naar beneden. Hij komt naast mij op de grond zitten en het blijft stil.