3*

2.7K 51 0
                                    


Ik sla rechts af de Nieuwe baan in, tot ik super hard moet remmen. Ik stop vlak voor een bord met wegomlegging. 'Het is niet waar hé.' denk ik luidop. Er komt uit het niets een man naar me toegestapt. 'Wist je niet van de omlegging?' ik schud mijn hoofd. 'Je kan altijd nog via de Beukenweg thuis geraken.' met een akelige grijns op zijn gezicht verdwijnt hij weer in de schaduw. Maar hoe weet hij waar ik woon? In ieder geval heeft hij wel gelijk, ik heb geen andere keus dan via de Beukenweg te rijden. Ik besluit eerst nog even mijn moeder te bellen ze zal wel doodongerust zijn. 'Ja hoor gsm plat!' roep ik luidop. Dat wordt doortrappen. Ik draai mijn fiets en rijdt richting Beukenweg. Ik ga wat meer aan de kant rijden wanneer ik het gevoel heb dat een camionette me probeert voorbij te steken. Maar net wanneer ik denk dat hij voorbij wilt, gaan de deuren open. Ik probeer zo snel mogelijk te fietsen maar het lukt me niet. Ik kan niet meer weg want naast me staat een muur. Ik zit als een rat in de val. Ik probeer me nog te verweren maar zonder succes. Ik wordt de zwarte camionette ingetrokken en de deuren worden achter me gesloten. Ik voel een harde klap op mijn hoofd en het enige dat ik dan nog zie is zwart. 

Ik probeer mijn ogen te openen maar het lukt me niet. Na een paar keer proberen open ik traag mijn ogen, het felle licht doet pijn. Ik moet er even aan wennen en knipper nog een paar keren met mijn ogen. Nu ze gewend zijn aan het licht, kijk ik om me heen. 'Hallo?' fluister ik stil. Ik hoor geen reactie. Ik merk nu wel dat mijn handen vastgebonden zitten. 'Verdomme!' vloek ik luidkeels. Een jongen met fel blauwe ogen komt de kamer binnen gelopen. 'Goedemorgen schoonheid.' hij komt naar mij en zet een glaasje water voor mijn neus. 'En hoe wil je dat ik dit ga drinken met mijn handen op mijn rug?!' sis ik. 'Rustig liefje.' zegt hij met een grijns. 'Ik was nog niet klaar. Ik ben-' hij kan zijn zin niet afmaken of er komt een andere jongen de kamer in gelopen. 'Ze is wakker zie ik.' 'Nu even niet Jaden.' zegt de jongen. 'Kom op Tim, ik wil toch wel onze nieuwe aanwinst bewonderen.' ik kijk hen vragend aan. De jongen die nu voor mij zit is dus Tim. En de andere is dan Jaden. 'Waar ben ik?' vraag ik stil. 'Geen zorgen. Het komt goed.' fluistert Tim stil in mijn oor. 'Zo zo, gaan we nog ontbijten of hoe zit het?' 'Ik kom zo meteen Jaden ik ga haar even de kamer laten zien.' hij gebaard dat ik moet opstaan en dat doe ik dan maar. Ik volg hem door een paar lange gangen tot we aan een deur stoppen. Tim opent de deur en helpt me naar binnen.



ontvoerdWhere stories live. Discover now