De 17 jarige Min Dahee heeft een speciale gave. Ze kan mensen mind-controllen en manipuleren door middel van spraak. Maar niet alleen dat, ze ziet dingen wat anderen niet kunnen.
Het gaat slecht op school en Dahee is op het punt te falen. Na een ge...
Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.
CHAPTER 51 | An Accidental Destination —————————————— — VAMPIEREN —
텐 TEN
"We zijn in de troonzaal!" Juich ik, hoop vult mijn woorden. "Zou Dahee hier zijn?"
De jongen naast me haalt verward zijn schouders op. Ik zie zijn lippen trillen, bevestigend dat hij wilt spreken.
"Spreek."
Een fictieve slot ontsnapt zijn mond. Hij ademt hard uit en zucht. "Eindelijk!" Hij harkt in frustratie een hand door zijn lokken. "Jullie compellers zijn zó vervelend."
"Hou je mond."
Zijn ogen wijden. Voor even denkt hij dat hij weer is compelled, de angst in zijn ogen flitst fel.
Ik negeer de mens en kijk om me heen. De troonzaal is leeg. Er is geen teken van aanwezigheid te bekennen.
Waar is Dahee?..
"Oh ja. Je kan nu je ware vorm laten zien, correct?" Jaehyun kijkt me vragend aan. "We zijn al geteleporteerd."
Ik wil hem direct zeggen dat dat niet mogelijk is. "Nee, mensen kunnen Night Souls niet zien. Alleen andere Night Souls en Auranes—" dan schiet de spreuk van Seungyeon binnen.
Ik ben wel te zien in haar paleis. Daar heeft ze voor gezorgd. Haar hele paleis is behekst voor ons Night Souls!
"Laat maar, je hebt gelijk," geef ik snel toe voordat ik mijn menselijke vorm inruil voor mijn ziel.
전정국 JEON JUNGKOOK
Ik maak mijn aanwezigheid bekend met behulp van een knal. Het menselijk lichaam, die van Ten is, valt bewusteloos neer op de grond. Die ontwaakt waarschijnlijk binnen enkele uren.
Ik kraak mijn nek en grijns van de poppende geluiden die in de zaal echoën. "Ah, veel beter."
Naast me zie ik de mens mijn in shock aankijken. Jaehyun kijkt vervolgens neer naar Ten's slapende lichaam. "God... geesten zijn zo eng. Kan je mij ook bezitten?"
Ik knik. "Gemakkelijk."
Een sidder wast over de arme mens heen, hij schudt hevig van walg en kijkt dan weg. "Laten we Dahee nou maar zoeken."
Zijn woorden doen iets in mij ringen. "Je hebt gelijk. Laten we dat doen."
Ik laat mijn ogen de troonzaal verkennen. Normaal rust er een machtige koningin op de troon, staan er tien of twintig wachters aan haar zijde en heerst de zaal in stilte en spanning.
