44. Iedereen is van de aardbodem verdwenen

3.4K 108 86
                                    

Maandagmiddag- Viënna pov.

Onrustig wiebel in heen en weer op mijn plek. Mijn handen trillen en mijn buik voelt alsof die elk moment kan ontploffen. Paniek lijkt zich meester te maken van mijn lichaam, maar ik duw alle doemscenario's aan de kant. Het is maar een internaat. En Quentin zal bij me zijn.

Ik blik kort naar rechts en zie mijn beste vriend naast me in de auto zitten. Hij staart naar buiten, naar de voorbij flitsende bomen. We zijn al in het bos, wat betekent dat het nog maar enkele minuten rijden is voor we bij het internaat aankomen.

'Ik ben hier niet mentaal op voorbereid,' zeg ik overstuur. Met grote ogen kijk ik Quentin aan, die zich naar me toedraait en lachend aankijkt.

'Je hebt de hele week gehad om je hier mentaal op voor te bereiden,' grinnikt hij. Op één of andere manier lijkt hij de hele situatie wel amuserend te vinden. Verrader.

'Niet grappig, Quen,' brom ik en klem zenuwachtig mijn handen tegen elkaar, in de hoop ze te laten stoppen met trillen.

'Oh kom op, Vie. Het komt echt wel goed. Je gaat al je vrienden weer zien en ik wed dat ze je echt gemist hebben,' verzekert hij me lief.

Ik zucht even en knik. Ik moet mezelf blijven vertellen dat het inderdaad goed komt. Ik heb er toch niets aan als ik alleen maar gespannen ga doen. En Quentin ook niet.

De auto mindert vaart en abrupt glijdt mijn blik naar buiten. Het schoolgebouw ziet er net zo uit als toen ik hier een week geleden vertrok. Niets lijkt erop te duiden dat er iets veranderd is aan het leven op het internaat. En ik weet niet eens of ik dat als positief of negatief moet beschouwen.

Met lood in mijn schoenen sleep ik mezelf uit de auto. Ik haal mijn rugzak uit de kofferbak en merk dat Quentin zijn spullen ook bij elkaar raapt. Eenmaal klaar, kijk ik mijn ouders nog kort met een kleine glimlach aan.

'Ik vond het erg leuk de afgelopen week,' beken ik.

Ze glimlachen beide. 'Wij genoten ook van je aanwezigheid. Bel je af en toe om te vertellen hoe het gaat?'

Ik knik, en deze keer ben ik van plan om het ook echt te doen. De band met mijn ouders is nog niet zoals het hoort te zijn, maar ik weet dat er een begin is gemaakt. We zijn opweg naar een betere connectie, en alleen dat al is me ontzettend veel waard.

'Tot snel,' zeg ik ze gedag, waarna Quentin en ik zij aan zij door de schoolpoort lopen.

Stiekem had ik gehoopt dat mijn vriendinnen me zouden opwachten, en dat ze me zouden overspoelen met knuffels en sorry's, maar als we over het terrein lopen, zie ik niemand. Het is vier uur in de middag, dus de lessen zijn al afgelopen. En toch zie ik niemand buiten. Niemand heeft de moeite genomen om me op te vangen en welkom te heten. Er trekt een pijnlijke steek door mijn buik heen. Dit maakt het meer dan duidelijk dat ik nog steeds niet welkom ben hier. Ze zijn me liever kwijt dan rijk.

Quentin ziet mijn teneergeslagen houding en slaat bemoedigend zijn arm om me heen.

'Het komt goed. Misschien zitten ze gewoon in de kamer op je te wachten,' suggereert hij.

Ik schud mijn hoofd. 'Dan zouden ze niet doen. Of ze verwelkomen me extreem overdreven, of ze doen het helemaal niet. Ik heb lang genoeg met ze opgetrokken om dat te weten'.

Quentin houdt zijn mond, waarschijnlijk omdat hij weet dat ik gelijk heb. Samen lopen we naar de ingang van het gebouw. Ik verzamel al mijn moed bij elkaar, haal even diep adem en stap dan het internaat binnen.

Niemand. De hal is compleet verlaten. Het lijkt wel alsof iedereen van de aardbodem is verdwenen. Ik hoor niet het bekende geluid van lachende leerlingen, of gestresste docenten. Zelfs de secretaresse zit niet achter de balie. Ik frons -toch wel gekwetst- mijn wenkbrauwen en draai me dan om naar Quentin. Ook hij lijkt dit niet verwacht te hebben.

Laat maar zien ✓Tahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon