38. Nooit gedacht dat ik een dramatisch leven zou krijgen

2.7K 85 29
                                    

Zondagmiddag- Viënna pov.

De tranen stromen als watervallen over mijn wangen. Ruig veeg ik ze weg. Het is zondag, twee dagen na het zomergala en nog steeds kan ik mijn tranen niet bedwingen. Ik heb nog nooit zoveel gehuild in twee dagen. Ik zou denken dat mijn tranen onderhand wel op zijn, maar niets is minder waar. Elke keer begint het weer overnieuw.

Ik zit alleen op een bankje achter de school, in de schaduwen van enkele eikenbomen Het is nog vroeg in de morgen, maar ik kon niet meer slapen. Zelfs de meiden gunnen me geen blik meer waardig. Niemand gelooft me als ik de waarheid vertel: dat Luciën me aanrandde. Ze denken allemaal dat ik Aiden heb verraden door met Luciën te zoenen.

Als ik weer aan Aidens woede denk, barst ik opnieuw in tranen uit. Mijn hele lichaam doet pijn. Ik heb overal spierpijn en het voelt alsof alle energie uit mijn lichaam is getrokken. Dit is erger dan een gebroken hart. Of misschien is dit wel een gebroken hart.

Ik heb al meerdere keren geprobeert met Aiden te praten, of met één van de anderen, maar ze vermijden me allemaal. En als het toch lukt om iets tegen ze zeggen en ze het horen, worden ze allemaal boos op me. Zelfs mensen van school die ik helemaal niet ken, werpen me minachtende blikken toe.

Luciën heb ik niet meer gezien. Ik heb gehoord dat hij na die avond meteen naar huis is vetrokken, aangezien het weekend is. De lafaard. Het liefste had ik hem zijn ogen uitgestoken en hem laten voelen zoals ik me nu voel, maar ik weet dat dat niet mogelijk is.

Snikkend kijk ik naar mijn handen. Ze liggen gevouwen op mijn schoot. Ik voel me zo verdomd alleen. Nu zelfs mijn vriendinnen me hebben laten zitten, verlang ik terug naar Quentin. Maar hij is met z'n hele gezin een weekend weg, en ik wil zijn plezier niet bederven met mijn drama.

'Hey'.

Ik schrik op van een zachte stem aan mijn linkerkant. Ik kijk op en zie Nathan naar me toe slenteren. Hij heeft zijn handen diep in de zakken van zijn spijkerbroek gestoken. Zwijgend komt hij naast me op het bankje zitten.

Ik glimlach zwak. 'Als je me ook minacht, kan je net zo goed meteen weg gaan'.

Hij laat een korte zucht horen, maar schudt zijn hoofd. Zijn warrige haren vliegen mee met deze beweging. Hij heft zijn kin op en kijkt me met een zachte blik aan.

'Ik weet niet wat er is gebeurd, dus ik ga er ook niet over oordelen. Maar ik denk dat het goed voor je is als je een luisterend oor hebt,' zegt hij eerlijk.

Dankbaar kijk ik hem aan. Van binnen vervloek ik mezelf dat ik meteen zo bot naar hem doe, maar Nathan zelf lijkt er niet zo mee te zitten.

'Hoe gaat het met Aiden?' vraag ik vrijwel meteen. Ik richt mijn blik naar voren, naar het grote gebouw dat ik de laatste paar weken mijn thuis ben gaan noemen. Maar nu voelt het eerder als een gevangenis waar ik gedwongen opgesloten zit.

Ik zie dat Nathan even twijfelt, maar uiteindelijk geeft hij antwoord. 'Hij is er kapot van'.

Ik bal gefrustreerd mijn vuisten. 'Hij heeft daar het recht niet toe. Hij is niet degene die bijna verkracht is daarboven!'

Nathan lijkt even geschokt door mijn woorden. Hij zal vast veel roddels hebben gehoord, waarschijnlijk allemaal in mijn nadeel, maar nu krijgt hij te horen hoe het echt zit.

Laat maar zien ✓Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu