Hoofdstuk 28

84 13 5
                                    

"Is er wel genoeg plek voor de anderen om allemaal mee te kunnen?" vraagt Jocelyn, met een blik op de lege zitplaatsen achterin. Ze heeft het nodig om het over iets neutraals te praten en dit is het eerste wat in haar opkomt.

Sander gromt: "Die gaan als wolf," en dat klinkt inderdaad heel logisch. Jocelyn zwijgt weer.

"Heb je hem aangemoedigd?"

Geschrokken kijkt Jocelyn opzij, waar Sander stug voor zich uit blijft kijken. Zijn kaken zijn tot het uiterste gespannen en ze ziet hoe hij het stuur bijna breekt door zijn strakke grip.
"Nee!" roept ze uit. Haar hart maakt een misselijkmakende duikeling. Dat hij dat überhaupt denkt.

"Nee," zegt ze nog eens, zachter nu. Ze kijkt van hem weg, uit het raam, en vecht tegen haar tranen. Daar is vandaag voldoende van verspild.

"Hmm." Sander klinkt niet alsof hij haar gelooft en de zenuwen gieren door haar lijf.

Jocelyn slikt moeilijk. Ze wil hem met de waarheid om de oren slaan, hem toeschreeuwen waarom hij haar niet gelooft. Maar de brok in haar keel is te groot; als ze nu begint te praten, zal ze gaan huilen.
Ze heeft niet het idee dat dat haar geloofwaardigheid zal vergroten.

De hand op haar been komt als een volslagen verrassing en verschrikt draait ze haar gezicht weer naar hem toe.
Zijn grip op het stuur is nog steeds iets te stevig, maar hij heeft een halve glimlach op zijn lippen, waardoor zijn gezicht direct verzacht.
"Als je behoefte hebt aan... intimiteit, dan weet je toch dat je altijd naar mij kan komen?" zegt hij en kijkt haar nu direct aan. De auto blijft recht rijden, hoewel de wegen hier rond het bos niet heel goed zijn. Zijn reflexen zijn zonder meer geweldig. Was hij ook maar zo slim, denkt ze venijnig.

"Ik heb geen behoefte aan intimiteit," zegt ze strak, hoewel niet helemaal eerlijk. De brok in haar keel is verdwenen doordat de woede door haar heen golft, maar de tranen blijven hoog zitten.

Sander haalt even zijn neus op. "Best," zegt hij dan. "Als je maar weet dat dat altijd kan, daarvoor hoef je niet naar een ander te gaan."
Hij klinkt erg rustig, maar toch hoort Jocelyn ook een randje van iets anders door zijn stem. Wat is het?

"Prima," gromt Jocelyn. Ze klemt haar kaken zo hard op elkaar, dat ze bang is daar wat te breken.
Ze schuift tegelijk dichter naar het raam. Haar been beweegt ze dermate abrupt, dat duidelijk is wat ze bedoelt. Sander haalt zijn hand direct weg, wat voor een vreemd koud gevoel zorgt.

De rest van de rit leggen ze in stilte af.
Zodra ze weer bij het paleis zijn, stapt Jocelyn uit zonder hem aan te kijken. Sander heeft overduidelijk ook genoeg van haar, want ze hoort de opluchting in zijn stem als hij Reinout ziet en begroet.

De geliefdenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu