Hoofdstuk 39

84 11 5
                                    

Het blijft even stil, maar dan reageert Rosalinde. Het onbegrip straalt van haar af: "Hè, waarom niet?"

Jocelyn werpt een felle blik op het jongere meisje en ziet tot haar tevredenheid dat iedereen onwillekeurig terugdeinst voor haar. Het is goed om te merken dat zij nog steeds enig overwicht op deze personen heeft.
Niemand hoeft te weten dat ze haar krachten kwijt is. Langzaam krabbelt ze overeind. Ondertussen reageert ze stijfjes: "Daar heb ik mijn eigen redenen voor."
Ze doet haar best om stil te blijven staan en niet te gaan friemelen of iets heen en weer te zwaaien: uitingen van haar onzekerheid moet ze niet laten zien.

Vivian, de lieve blondine, zegt voorzichtig: "Maar we gaan naar Blauwewater, een veilige haven voor iedere weerwolf."
Jocelyn denkt terug aan het plaatsje dat voor haar een veilige haven was: Havenpoort, en blijkbaar dacht Vivian daar ook aan. Zij eindigt namelijk met: "Nog meer dan Havenpoort dat is."

Vanuit haar ooghoeken zag Jocelyn tegelijkertijd de beweging van Max. Hij werd getriggerd doordat Vivian het woordje 'weerwolven', en haar hart wordt verwarmd als ze merkt dat hij haar begint te helpen. Hoewel het om de verkeerde redenen is, zal zij daar geen nee tegen zeggen.
Max weet niks van Sander en dat wil ze graag zo houden.

Hij komt naast haar staan en zegt rustig: "Als Jocelyn niet wil, dan vind ik niet dat wij haar moeten dwingen. Zij is volwassen, en geen gevangene. Wij namen haar mee om haar te verzorgen naar aanleiding van haar comateuze toestand."
Hij wijst naar haar: "Zoals we allemaal zien, is dat nu niet meer nodig. We weten allemaal hoe goed ze voor zichzelf kan zorgen. Dus ik zou hier niet over gaan vechten."

Jocelyn grimast en met haar de rest. Iedereen heeft zijn buik vol van gevechten.

Vivian laat weer van zich horen. Ze zegt: "Mag ik je nog wel even onderzoeken, Jocelyn? Ik ben geen echte dokter, maar heb wel enigszins verstand van het menselijk lichaam, zeker degenen die in een wolf kunnen veranderen."
Ze glimlacht geruststellend, niet wetende wat voor paniek die woorden juist bij Jocelyn veroorzaken.
Deze ongevaarlijk uitziende vrouw mag niet dichter bij haar komen, zij zal waarschijnlijk gelijk doorhebben dat Jocelyn geen volledige weerwolf is. Dat ze er niet in één kan veranderen.

Ze werpt een korte blik op Max en zegt afwerend: "Zoals jullie weten heb ik bepaalde krachten. Die waren even overbelast waardoor ik zo lang bewusteloos ben geweest. Ik weet bijvoorbeeld van jullie gevecht met de wolven, ik heb toen niet kunnen bewegen, maar heb sindsdien wel alles gehoord en gevoeld. Ik ben gewoon gezond, dus een onderzoek lijkt me niet nodig."

Jocelyn ziet hoe Rosalinde knikt en direct voert opluchting de boventoon bij haarzelf. Ze is blij dat het meisje, hoe jong ook, het met haar eens is. Zeker als Rosalinde opgewekt aangeeft: "Wij staan eigenlijk op het punt om te vertrekken. Wat zeg je ervan: samen nog een hapje eten, waarna onze wegen scheiden?"

Hoewel Jocelyn zich niet zwak voelt, is het rommelen van haar maag goed hoorbaar voor iedereen in de directe omgeving. Zacht lachend geeft ze daarom toe: "Iets kleins dan."
Rosalinde buigt zich direct naar het vuur om hem nieuw leven in te blazen. Ze rommelt wat met enkele spulletjes, waarna Jocelyn voor het eerst meekrijgt hoe het meegenomen huisraad eruit ziet en hoe men ermee om gaat.

Het jongere meisje, met haar donkerblonde krullen en aparte groene ogen, laat één van de jongens water halen. Die komt uiteindelijk terug met een vreemd gevormde mok, die hij haar overhandigd. Rosalindes lach is stralend en haar bedankje zorgt voor een naam bij de persoon. Dit is de helft van de tweeling, Kamiel. Zijn broer, Joris, is de zielsverwant van Vivian.
De leider van de groep heet Mo, en direct moet Jocelyn denken aan de andere Mo die zij kent. Haar vriendin Mo van Blauwewater. Die heeft ze ook zomaar in de steek gelaten. Ze vraagt zich af waar ze het hele afgelopen jaar met haar gedachten zat, want het was niet bij haar vrienden. Langzaam maar zeker begint ze zich te schamen voor haar egoïstische gedrag en is voor het eerst blij dat ze de kracht van de godin niet meer heeft. Misschien zorgde die wel voor de onverschilligheid en uiteraard hielp haar gebroken hart ook niet mee.
Haastig wendt ze haar gezicht af en kijkt naar Max, die een rugzak heeft gepakt en zorgvuldig begint te herpakken. Hij zorgt voor voldoende voorraad en extra kleren, waarna hij hem aan haar aanbiedt.

Jocelyn bloost verrast en lacht hem dankbaar toe. Ze ziet wat blikken heen en weer gaan tussen Rosalinde en Max, en bedenkt dat haar gedrag met hem misschien als geflirt opgevat kan worden door de ander, in plaats van als de verstandhouding waarin zij met de albino-jongen staat.
Ach ja, het is maar goed dat ze snel afscheid zal nemen. Iets dergelijks is uiteraard niet haar intentie. Niet terwijl haar hart nog altijd zo vol is van Sander.

Om zichzelf af te leiden kijkt ze naar de twee wolven die waakzaam rondlopen en heft een wenkbrauw op.
Kamiel ziet haar beweging en zegt behulpzaam: "Dat zijn twee mannen van jouw eerdere bewaking. De rest wilde in Middelpunt blijven, maar zij waren toe aan avontuur. Ze staan ons bij in de reis naar Blauwewater."

Jocelyn knikt maar en laat het gebabbel over zich heenkomen. Al haar zenuwen staan strakgespannen en ze snakt naar de rust van haar vallei, of naar de afwezigheid van deze mensen, voordat ze eindelijk weer tot zichzelf kan komen.

Rosalinde komt aanzetten met instantsoep en dankbaar proeft Jocelyn van het zoute brouwsel. Het doet haar wonderbaarlijk goed, maar ze verstrakt als de ander voorzichtig vraagt: "Wil je echt niet mee?"

Jocelyns ogen zeggen haar echter genoeg en Rosalinde zwijgt, in tegenstelling tot Vivian: die zich wat aanhoudender vastbijt in het waarom.
Uiteindelijk zegt Jocelyn, terwijl ze het scherpe randje uit haar stem probeert te houden, omdat ze weet dat Vivian slechts uit bezorgdheid zo doordramt: "Ik ga richting Maneschijn*. Ik red me wel. Bedankt voor alles wat jullie voor me hebben gedaan."

Doelbewust geeft ze Rosalinde - als enige - een knuffel en ze zegt zacht, om alle misverstanden uit de weg te ruimen, maar ook om subtiel haar dankbaarheid voor de zwijgzaamheid van Rosalindes zielsverwant te uiten: "Het ga jullie goed. Max is een goeie."

Ze ziet aan Rosalindes ogen dat alles goed is. Zij glimlacht en reageert: "Het ga jou ook goed Jocelyn. Bedankt voor het bevrijden van mijn moeder."

Daarmee lijkt alles gezegd te zijn en het moment is gekomen dat iedereen in zijn wolf verandert. Max maant de anderen tot spoed aan en zorgt ervoor dat niemand zich afvraagt waarom Jocelyn in haar mens achterblijft. De bonte groep weerwolven janken hun afscheid, die Jocelyn glimlachend beantwoordt.
De jonge vrouw blijft eenzaam achter, met de rugtas als enige gezelschap. Ze slingert het gevaarte op haar rug en loopt kalm de tegenovergestelde richting op.

*Zie: o.a. De weerwolfprins (hier heet de roedel 'Moonlight')

De geliefdenWhere stories live. Discover now