Hoofdstuk 23

101 11 10
                                    

"Eh..." Jocelyn kijkt naar de groep mensen die zich om haar hebben verzameld en voelt zich zeer ongerieflijk. Elke hap die ze neemt, lijkt onder de loep te worden genomen en dit alles staat in een schril contrast met hoe ze de eerste tijd in Blauwewater door heeft gebracht.
Eet zij nou zo langzaam? Ze was gelukkig (als in: zonder al te zeer te worden opgemerkt) op tijd in de eetzaal en dacht dat ze gelijk was begonnen met de rest.
Maar die rest is allang klaar en zij wordt nu omringt door meer mensen dan ze ooit om zich heen heeft gehad.

Een jong meisje, ze lijkt gigantisch op Vince en zal dus zijn jongere zus, Sonya, zijn, heeft letterlijk haar handen onder haar kin en zit recht tegenover haar. Ook Tim en Michiel zitten aan haar tafel, al is dat omdat de gehele binnencirkel van Vince daar aanwezig is. Alfa Vince is daarom present, en natuurlijk Sander.
Die laatste is de aanstichter van dit hele gebeuren, omdat zij hem nadrukkelijk heeft verboden alleen bij haar te komen zitten. Ze is onwillekeurig onder de indruk van zijn organisatietalent, maar voelt de druk van al die aandacht nog meer.

"Eet maar rustig, ik heb alle tijd," verzekert Sonya haar, maar dat is niet echt de geruststelling die ze nodig heeft.

Ze weigert naar Sander te kijken en dus is het het makkelijkst om gewoon naar haar bord te blijven staren en haar eten weg te werken. Het ongemakkelijkheidsgehalte is groot genoeg om snel te willen eten, terwijl ze geen zin heeft in wat haar erna te wachten staat, waardoor ze juist langzaam zou willen eten.
Over dilemma's gesproken.

"Zijn hier ook vrouwelijke leeftijdsgenoten van mij?" vraagt Jocelyn uiteindelijk, nadat ze haar laatste hap door heeft geslikt. De eetzaal is gevuld met allerhande personen en groepjes, waar ze niet zo snel wijs uit kan worden.

"Die zijn er wel," verrassend genoeg neemt Tim het woord. "Mijn Denise is bijvoorbeeld van jouw - en mijn - leeftijd. Ze zit daar, bij haar ouders."

Jocelyn volgt zijn vinger met haar blik en ziet een prachtige jonge vrouw enkele tafels verderop zitten. Ze heeft een ontzettend blanke huid, waardoor haar donkere haren en ogen er duidelijk uit springen. Ze lijkt op haar ouders, maar dat is niet waar Jocelyns blik op blijft rusten.
Op de schoot van Denise zit een jongetje van een jaar of twee, die duidelijk de beste eigenschappen van zijn ouders heeft overgenomen: de ravenzwarte haren van zijn moeder en de lichte ogen van zijn vader.

"Dat is Derrick*." De trots druipt er vanaf en Jocelyn vindt dat niet meer dan terecht. Wat een prachtig mannetje is dat.
Als Tim door heeft dat Jocelyn geïnteresseerd is, wenkt hij zijn vrouw en die komt naar hun tafel toe, haar zoon heeft ze aan de hand.

"In februari wordt hij twee en hij is nu al begonnen met harten breken," geeft zijn vader aan, een alwetende glimlach op zijn gezicht. Jocelyn kan zich inderdaad niet bedwingen en strekt onwillekeurig haar armen naar het jongetje uit.
Derrick lijkt niet zoveel last te hebben van het feit dat zij een vreemdelinge is. Hij lacht zijn tanden bloot terwijl hij op haar afloopt en zijn aanbidster smelt prompt als ze het zachte lijfje tegen zich aan voelt.

Op de korte aanraking van Sander na, nog geen uur geleden, is het maanden geleden dat ze iemand heeft aangeraakt - ook Sander - en door de enthousiaste knuffel van de dreumes voelt ze pas hoe erg ze dat lichamelijke contact gemist heeft.
Derrick heeft er intussen allang weer genoeg van en worstelt om los te komen. Spijtig ziet Jocelyn hem weer naar zijn opa en oma gaan, Denise geeft haar lachend een knipoogje en mimet: "We spreken elkaar binnenkort wel even." Jocelyn knikt terug, al voelt haar eigen glimlach wat nep aan.

"Dus, alle vrouwen van mijn leeftijd zijn getrouwd?" vraagt ze dan, quasinonchalant. Is er niemand met wie ik vriendinnen kan worden, hulp kan krijgen, zonder dat er een man aan vastzit?

Ze ziet de mensen om haar heen nadenken en in gedachten wat namen afstrepen.

"Ja, eigenlijk wel," zegt Sonya. "Er zijn wel voldoende single vrouwen - en mannen - in het dorp en omliggende plaatsen, maar in het kasteel heeft bijna iedereen van jouw generatie wel een zielsverwant." Ze aarzelt even en zegt dan peinzend: "Alleen eh... Amanda, zij loopt nog los rond."
Lachend vult ze aan: "Tot haar grote verdriet."

"Amanda?" Hoewel Sonya volkomen gelijkmatig bleef in haar toon, voelt Jocelyn toch de noodzaak om hierop in te springen.

Terwijl Sonya alweer verder praat en het heeft over Solange, hoewel zij juist wat ouder is, blijft Jocelyn bij die eerste naam hangen. Sonya's stem sterft langzaam weg en wijst dan vaag naar een andere tafel, waar enkele jongeren zitten.

"Ja, daar zit ze."

Jocelyn hoeft niet te vragen om wie het gaat. Er zitten zo'n zeven jongemannen aan de rechthoekige tafel, en maar één vrouw.
Ze zal ongetwijfeld beeldschoon zijn, maar nu ziet zij slechts de achterkant van de betreffende persoon. Als Amanda de noodzaak zal voelen op te staan - wat niet snel zal gebeuren, ze lijkt in haar element; zo omgeven door alle aandacht - zal haar honingblonde, steile haar tot haar billen vallen.

Hoewel Jocelyn niet weet waarom, voelt ze een withete straal jaloezie door haar aderen razen.

"Ik hoorde dat je graag zingt, Jocelyn," trekt Sonya dan weer haar aandacht. "Amanda kan ook zingen, misschien kunnen jullie een keer wat samen doen?"
Ze lijkt teleurgesteld en als Jocelyn wat beter op haar let, denkt ze ook te snappen waarom dat is. Hoewel Sonya jong is, geeft zij wel al haar aandacht aan Jocelyn, terwijl diens gedachten in beslag worden genomen door irrationele denkbeelden over een jonge vrouw die ze verder helemaal niet kent.
Het kost haar dan ook helemaal geen moeite om het aanbod af te slaan.

"Nee, dat is niet nodig," zegt ze gehaast. "Bedankt voor het aanbod. Nu zou ik graag wat met jou willen doen. Wat vind jíj leuk?"

Sonya gaat rechtop zitten en kijkt oprecht opgetogen. "Zullen we gaan wandelen?"

Stiekem spiekt Jocelyn richting Sander. Heeft hij dat aan Sonya doorgegeven? Maar dan haalt ze haar schouders op. Wat maakt het ook uit, zij wílde immers gaan wandelen?
Het is ook nodig om even weg te zijn van alle mensen hier en daarom staat ze gehaast op.

"Dat doen we, zullen we gelijk gaan? Ik eh... moet hier weg."

Waarom kijkt Sonya nou zo triomfantelijk? "Helemaal geen probleem!" Kijkt ze nou plagend naar Sander?
Het mysterie wordt snel opgehelderd.

"Ik moet weg, wat betekent dat ik de boel hier niet op kan ruimen. Sander, wil jij mijn taak overnemen?"

Opgetogen haakt ze haar arm in die van Jocelyn en loopt weg, geen antwoord van Sander afwachtend. Wel legt ze uit aan Jocelyn, die achterom kijkt en ziet hoe Sander een miniem lachje om zijn lippen heeft en hoofdschuddend op begint te staan: "Normaal moeten de zestien- en zeventienjarigen de tafels afruimen na het diner."
Ze rolt met haar ogen: "In het leven geroepen door mijn vader, 'om zijn kinderen wat nederigheid bij te brengen', waardoor ik eigenlijk nooit heb mogen of kunnen skippen. Jouw aanwezigheid komt als geroepen." Jocelyn hoort de quote en glimlacht om het tevreden gezicht van de ander.


*Zie: de melodie

De geliefdenWhere stories live. Discover now