Hoofdstuk 27

105 12 22
                                    

"Ga je mee, Jocelyn?" De diepe stem lijkt op die van Sander, maar het is Vince die de woorden uitspreekt.
Sander is er wel, maar hij staat wat achteraf. Ze is blij te zien dat Amanda dit keer niet om hem heen hangt.

"Wat ga je doen?" Vragend kijkt ze op naar de boomlange Alfa.

"Wíj," ze hoort de nadruk op dat woord, "gaan naar een bepaald punt in het Nevelbos*. Het heeft geregend en er is daar een moerassig stuk. Een perfecte situatie dus."

Het wordt drukker in de grote ontvangsthal van het paleis en er klinkt een opgewonden geroezemoes om hen heen. Jocelyn schudt vragend haar hoofd. "Oké?"

Alfa Vince staat op het punt om meer uitleg te geven, maar dan ziet ze hoe hij zich bedenkt. "Doe kleren aan die vies en nat mogen worden en neem vooral ook wat droogs mee, dan zie je het vanzelf," belooft hij. De blik die hij daarna op Sander werpt, zegt haar genoeg. Dit is een gunst die hij aan zijn vriend verleent.

Sander heeft dat maar mooi bedacht, want Jocelyn weet maar al te goed dat ze de Alfa geen 'nee' kan verkopen. Zuchtend loopt ze naar haar vertrekken om gehoor te geven aan zijn bevel.

Gekleed in een sportieve outfit voegt ze zich even later bij de anderen. Ze ziet alleen maar mannen: haar acht oorspronkelijke begeleiders zijn allemaal aanwezig, net zoals nog een aantal die ze minder goed kent. Alles bij elkaar drommen er achttien mannen om haar heen. Met een misselijk gevoel ontdekt ze dat Oscar er ook tussen zit.
Allemaal hebben ze dunne truien en lange soepele broeken aan. Sommigen hebben een langwerpig stuk hout vast. De items schijnen kostbaar te zijn, want hun eigenaren gaan er zorgvuldig mee om. Sommige planken zitten zelfs in een hoes.
Zoals het er naar uitziet, zal men zich niet in een wolf veranderen. Tegen wil en dank raakt Jocelyn geïntrigeerd.

"Ik dacht dat dit een mannenuitje zou worden," klaagt er een met een blik op haar, maar hij wordt gelijk afgekapt door Sander die een scherp kuchje laat horen.
Er worden geen woorden meer aan vuilgemaakt en even later loopt Jocelyn het paleis uit met haar zielsverwant naast zich.
Het is lang geleden dat hij een toenaderingspoging heeft gedaan, maar ze denkt bij zichzelf dat dit best een goed begin is. Ze zijn niet alleen en ze kunnen elkaar vrij makkelijk ontlopen in een groep van deze afmeting. Tenminste, dat laatste zal waarschijnlijk mogelijk zijn op hun bestemming: eerst moeten ze daar nog zien te komen.

Er staan enkele trucks klaar: grote auto's waar ruimte is voor veel personen en hun bagage. Een paar mannen gooien hun planken achterin, samen met dikke touwen en tassen, en even later bevindt Jocelyn zich tussen een blanke onbekende en Sander in. Haar dij aan de rechterkant wordt verwarmd door die van de grote donkere man. Ze kan nog iets opschuiven, maar dan zal ze ook de ander aanraken en ze heeft het idee dat Sander gewoon mee zal schuiven. Het is niet anders dan dat ze deze zoete kwelling moet blijven voelen totdat ze op de plek van bestemming zijn. Jocelyn tracht er zo weinig mogelijk aan te denken en gelukkig helpt Sander onwetend mee door te gaan praten.

"Wij zijn de officiële vechtgroep van de roedel," vertelt hij haar, op het moment dat hun chauffeur flink gas op de plank begint te geven. Zijn stem resoneert door haar lichaam en ze vecht tegen de aantrekkingskracht. De gesloten ruimte, waardoor zijn lekkere geur op volle kracht haar neusgaten bereikt, helpt niet echt mee.
"Alleen in geval van een oorlog zullen we oproepen richting andere roedelleden doen, maar wij zeventienen zijn voldoende om de veiligheid van het paleis te waarborgen."

"Achttien." De heldere stem van de vreemde links naast haar klinkt jong en nu Jocelyn beter kijkt, merkt ze dat hij inderdaad nog lang niet volwassen is. De puber is een jaar of vijftien, met blond haar en doordringende blauwe ogen. Zijn aanblik komt haar bekend voor.

Sander gromt even, maar geeft dan toch antwoord op de onuitgesproken vraag: "Dat is Colin, het jongere broertje van Tim en Michiel," stelt hij de ander voor.
"Hij mag de volgende keer ook mee als we het land doorkruisen."

De geliefdenWhere stories live. Discover now