Hoofdstuk 41

78 10 3
                                    

De twee mannen zijn even teruggeschrokken door haar gegil, maar Antoine maakt daar korte metten mee door haar mond te bedekken met zijn grote, gore hand. Jocelyn probeert hem te bijten, terwijl ze ondertussen zo hard als ze kan tegenstribbelt. Zij zal het hen niet makkelijk maken en tegenwerken met alles wat ze in zich heeft.
De angst helpt haar niet. Het kost bijna net zoveel energie om zich daar tegen te verzetten, als tegen de twee moordenaars.

Antoine grinnikt slechts, maar schrikt toch even terug als haar tanden in het vlees van zijn zweterige hand zinken. Hij gromt van de pijn en rukt zijn hand weg. "Bitch!" schreeuwt hij, waarna hij haar een slag tegen haar hoofd geeft. Jocelyn ziet sterretjes, maar raakt niet bewusteloos. Als ze er over na had gedacht, had ze dat misschien jammer gevonden. Wie weet: zouden ze op haar uitgekeken raken in een dergelijke toestand?
Ze zal het nooit weten. Met angst en beven kijkt ze naar de ogen van beide mannen die nog dieper rood opgloeien. De tanden van Antoine komen bijna tot zijn kin. Hij is slechts millimeters verwijderd van zijn verandering naar een wolf. Jocelyn is er zeker van: als dat gebeurt, zal hij haar in stukken scheuren.

Maar hij heeft iets in gedachten wat nog erger is. Zijn aanval is als die van een slang als hij zijn tanden in haar drijft. Jocelyn gilt het uit van de intense pijn die haar zo abrupt ten deel valt. In zijn haast heeft de man niet helemaal goed gemikt, waardoor hij niet op het gebruikelijke plekje - haar halsslagader - door haar huid snijdt, maar meer richting haar schouder. Haar sleutelbeen breekt door de grote druk die erop uit wordt geoefend. Het wordt haar zwart voor de ogen, maar ze blijft bij bewustzijn. Ze voelt de vlammende pijn volledig.
De schade is aanzienlijk. Bijna direct voelt zij hoe zijn gif door haar systeem heen wordt gepompt en door de rode kleur van pijn heen weet ze: dit wordt haar dood. Een geforceerde markering loopt nooit goed af. Eentje die zo slecht werd uitgevoerd versneld dat proces alleen maar.

Ook Guido heeft dat door. Hij schreeuwt: "Klootzak! Wat doe je! Nu heeft ze geen nut meer voor ons."
Hij grijpt zijn vriend beet en geeft hem een harde slag. Antoine schudt slechts met zijn hoofd in reactie.

"Ze zal nog even hebben," gromt hij, maar hij klinkt niet zeker van zichzelf. Zijn tanden krimpen razendsnel, maar zijn bedekt met haar helderrode bloed. Zijn wolf heeft het kort van hem overgenomen en dit is het resultaat.
Jocelyn merkt dit op in een waas van pijn die haar hele wezen overneemt. Haar gegil behoort tot het verleden, maar ze jammert zachtjes. Ze durft niet naar het kloppende punt dicht bij haar schouder te kijken, naar de schade. Naar het einde van haar leven.

"Stil, ik hoor wat." De woorden van een van de twee dringen nauwelijks tot haar door. Weer krijgt ze een hand voor haar mond, waardoor ze gedwongen wordt stil te zijn, zoals bevolen. Ze heeft de kracht niet om opnieuw te bijten en houdt zich onwillekeurig stil.
Ze spitst haar oren.

Een beest is zich met grof geweld door het Woud aan het worstelen en hij komt angstwekkend dichtbij.

"Wie is dat?" Guido fluistert de woorden, maar omdat ze zich zo dicht bij elkaar bevinden, hoort Jocelyn het moeiteloos. "Ik dacht dat wij de enigen waren in deze regio."

"Bereid je voor." Antoine is duidelijk niet zo zeker als de ander, die klaarblijkelijk denkt dat de nieuweling een vriend van hen is. Hij drukt Jocelyn hard tegen de stam en onwillekeurig geeft zij een onduidelijke schreeuw, aangezien haar opengereten huid in contact komt met de ruwe bast. 
Ze krijgt een slag tegen haar hoofd voor die uiting. Maar hij is afgeleid en ze blijft wakker, hoewel ze opnieuw sterretjes ziet.

De twee mannen draaien zich naar de bron van het geluid en daar verschijnt een gigantische wolf. Zijn vacht is diepzwart en zijn ogen glanzen bloeddorstig rood. Hoewel hij met een razende vaart op hen af is gekomen, hijgt hij niet. Zijn borstkas beweegt wel, maar dat komt omdat hij rommelend gromt. Zijn tanden glinsteren, de nagels van zijn klauwen zijn uit en glanzen in het licht.
Jocelyn heeft moeite met haar zicht, omdat ze al haar krachten aanwendt om bij kennis te blijven. De wereld lijkt om haar heen te tollen en ze tast naar de boom voor houvast.

Haar overweldigers treden naar voren, om deze ene wolf te bevechten. Jocelyn beseft dat, zelfs al is deze persoon haar vriendelijk gezind, hij het onderspit zal delven. Twee tegen een loopt over het algemeen niet goed af voor die ene.
Haar verwonding is te ernstig voor haar om deze eventuele redder te kunnen helpen. Hij zal het alleen op moeten knappen. Zij zal zijn dood straks op haar geweten hebben.
Ze kreunt: "Ren, red jezelf."

Haar woorden zijn een aanleiding voor de andere twee om in hun grauwe wolf te veranderen. Jocelyn komt iets bij van de klap tegen haar hoofd en merkt op: zij zijn beduidend kleiner dan de nieuwkomer.
Een nieuwkomer die haar ineens bekend voorkomt. Als hij is wie zij denkt dat hij is, zijn haar vijanden ten dode opgeschreven.
Maar zelf is ze ook niet zeker van haar eigen toekomst, mocht ze de komende momenten overleven.

Verstard kijkt ze machteloos toe hoe de twee grauwe wolven in de aanval gaan. De zwarte wolf staat doodstil en laat hen op zich afkomen. Haar ogen en haar brein gaan niet snel genoeg om het daaropvolgende gevecht duidelijk mee te krijgen.
De grootste wolf lijkt nauwelijks te bewegen, maar toch staat hij ineens ergens anders, terwijl er een misselijkmakend krakend geluid hoorbaar is in het verder doodstille Woud. Voor ze weet wat haar overkomt, ziet Jocelyn een grauwe wolf op de bosbodem liggen. Zijn kop ligt in een foute hoek van zijn logge lijf en zijn ogen zijn gebroken. Hun vijand heeft dat in een oogwenk weten te bewerkstelligen en Jocelyn houdt haar adem scherp in.
De kansen zijn plotsklaps een stuk eerlijker. Het is nu wolf tegen wolf en zo staan ze ook tegenover elkaar. Beiden buigen hun kop ietwat en grommen gevaarlijk naar de ander. Geen van de twee zal het opgeven en ze zullen vechten totdat de dood erop volgt.

Jocelyn voelt zich licht in haar hoofd worden en kijkt voor het eerst naar de wond bij haar schouder. Langzaam gulpt er een dikke, stroperige vloeistof uit haar. Haar lijkbleke, ontblote lichaam wordt bedekt met haar eigen bloed en ze weet dat ze het moet stoppen.
Haar shirt was al verpest door Antoines actie, maar toch kost het verbazend veel moeite om het kledingstuk in zijn geheel van haar lichaam af te scheuren en als verband te gebruiken. Ze voelt zich nog naakter en zeer kwetsbaar.
Met de prop stof tegen haar schouder gedrukt, kijkt ze naar het gevecht en ziet grote verschillen, hoewel ze nauwelijks een paar seconden op zichzelf was gefocust.

Het blijkt dat ook de zwarte wolf af werd geleid door haar acties en de twee vijandelijke wolven rollen - daardoor gelijkwaardig sterk - over elkaar heen, onderwijl stukken uit de ander scheurend.
Jocelyn ziet hoe grote plukken vacht, zwart van het bloed, overal verspreid liggen en hoe ook er bloed uit aanzienlijke wonden gulpt. De grauwe wolf is er het ergst aan toe, maar die heeft wel zijn tanden in de nek van de zwarte wolf geplaatst. Die laatste jankt niet, maar de grom die hij uit, is doordrenkt van pijn. Vanuit haar positie kan Jocelyn zien dat hij de tanden niet af durft de schudden, omdat ze dan waarschijnlijk dieper in zijn lichaam zullen zinken. 
Dapper schudt ze de duizelingen van zich af en laat zich op de grond zakken, naar haar tas die daar al die tijd lag. Ze grijpt het mes dat ze onhandig ver in de rugtas had gedrukt - geen fout die ze nogmaals zal maken - en loopt wankelend, terwijl ze aldoor het gescheurde shirt op haar wond houdt, naar de twee wolven en hun patstelling.

De zwarte wolf ziet haar aankomen, maar de grauwe wolf is compleet gefocust op het stuk dier dat hij vastklemt tussen zijn machtige kaken en is bezig de wonden verder open te rijten door eraan te schudden.
Jocelyn probeert de rode, van pijn doordrenkte, ogen van de zwarte wolf te lezen. Ziet ze daar berusting? Denkt hij dat ze het op hem heeft voorzien?
Jocelyn heft haar mes en stoot genadeloos toe.

De geliefdenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu