Hoofdstuk 18

6 1 0
                                    

In grote koeienletters komt er: EINDE op het scherm te staan. Laura en ik staan op en nemen onze troep mee. Bij de deuren staan er prullenbakken, waar we onze troep in gooien.

'Kom, dan gaan we naar mijn huis.' zeg ik en pak Laura bij haar hand.

We lopen de bioscoop uit en wensen de vrouw achter de balie nog een fijne dag verder. Ik kijk Laura aan en zie haar gezicht rood worden, als ik zie dat ze naar een jongen staart.

'Laura, kom dan gaan we nog heel even naar deze winkel toe. Ik ga morgen naar een concert.' zeg ik, als ik terug denk aan het concertkaartje die ik laatst online heb gekocht. Helaas, is het geen vip-kaartje, want daar heb ik helaas niet genoeg geld voor.

Ik trek haar me de Veramode in en loop naar een rek met jurken. Naast me hoor ik Laura zuchten en voorzichtig kijk ik naar haar. Ze staart naar de deuren van de winkel. Waarschijnlijk is ze geobsedeerd door die jongen. Bij die gedachte grinnik ik en loop naar een rek met spijkerbroeken.

'Laat mij eens gaan.' zegt Laura zuchtend, die ik mee sleur. Ik laat haar hand maar los en pak een paar leuke broeken van het rek.

'Lau, ik ga naar de pashokjes.' zeg ik en zie dat ze niet meer naast me staat. Ik kijk naar buiten en zie haar kletsen met de jongen, waar ze naar stond te kijken. Met een zucht loop ik maar naar de pashokjes en pas de paar broeken.

Als ik de broeken heb gepast hang ik er een terug, die me te strak zat. Dan loop ik naar de kassa en reken af.

Ik loop even later de winkel uit, maar zie Laura en de jongen nergens meer. Vreemd! Ze zou me niet zomaar achter laten. Zou ze met de jongen naar zijn huis gegaan zijn?

Bezorgd loop ik maar nar huis toe. Ik hoop maar dat het goed komt met haar. Misschien is het wel een klasgenoot of een vriend en loopt ze met hem bij te kletsen. Dat zou zomaar kunnen, natuurlijk!

Ik kom bij mijn huis aan en steek de sleutel in het slot. Dan duw ik de deur verder open en ik stap naar binnen. Het is aarde donker in de gang en ik tast in het donker naar de schakelaar van de lamp.

Uiteindelijk vind ik de schakelaar en knip het licht aan. Ik leg de sleutel in de sleutelkast. Snel trek ik mijn schoenen uit en ren dan nar boven, waar mijn telefoon al de hele dag ligt op mijn slaapkamer.

Als ik voor mijn slaapkamerdeur kom, hoor ik mijn telefoon afgaan. Ik snel naar binnen en pak mijn telefoon van het nachtkastje. Gauw neem ik op en hoor een jongensstem.

V= Vivianne + J=Jongen (B=Bobbie)

V: Met Vivianne.

J: Met Bobbie, ik bel je om te vragen of je naar Sint-Petersstraat 25 wilt komen?

B: Het is belangrijk! Als je niet komt gaat je vriendin er aan, hoor je me!

V: Ben jij dan die jongen waar mijn vriendin naar stond te staren?

B: Ja, je hebt 5 minuten te tijd. Je moet dus opschieten! Die tijd gaat nu in!

Dan hoor ik een pieptoon en merk op dat die heeft opgehangen. Fijn! En Sint-Petersstraat is voor mij 7 minuten lopen. Ik zou maar met de fiets gaan!

Ik moet Laura redden!

Het gevaar op de campingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu