Hoofdstuk 4

20 1 0
                                    

'we zijn er.' glimlachte Mason. Hij draaide zich om en opende zijn armen en glimlachte breed.

Inderdaad zoals ik al gedacht had. We zijn bij de waterval. De plek was prachtig. Het water was zo blauw datje er een paar kleine visjes in kon zien zwemmen, het water van de waterval kletterde op het water van het meertje. Het water glinsterde in goud doordat het zonlicht zich op het water liet vallen. Het leek de hemel.

'Dit Mevr. Antoin is mijn favoriete plekje om te komen en blij te worden. En ik dacht dat heb jij zeker ook nodig.' zei hij trots. Zeker nodig? Mooi, hij denk ook als over mij als het meisje die door heel veel is geweest. Ben ik zo zielig, het is wel een aardig gebaar. maar, misschien bedoelde hij het niet zoals het eruit kwam.

'Dus, wat wou je hier doen?' vroeg ik rustig. Hij zette zijn handen in zijn zij en keek nep geïrriteerd. Hij keek me aan met een ''ben je serieus?'' blik en waarbij ik een beetje moest lachen. Wat was hij een sukkel.

'Je word wel een beetje nat, moet ik zeggen.' waarschuwde hij, hij wiebelde speels met zijn wenkbrauwen. Uh nat? Ik keek hem raar aan. Binnen een seconden greep hij mijn armen en liep achteruit door de waterval. Hij bleef glimlachen totdat er water op zijn hoofd viel en hij verdween achter de waterval. Nee, nee, nee! Ik begreep al wat hij wou doen!

'Wacht! Mason! Niet door de waterval! Nee!' gilde ik door het lachen.

Binnen een paar seconden voelde ik het lauwe water over mijn armen stromen, het liep op te mijn.. mijn hoofd. En ja hoor, geen seconden later stond ik kletsnat, helemaal doorweekt.Het was maar goed dat ik een zwart hemdje aan hand anders zag mijn tja. Maar ik stond- ik stond in een grot! En het was prachtig. Wauw. De wanden schitterde overal even mooi. Er zaten zoizo edelen in de muren want zo iets moois had ik nog nooit gezien.

'Wauw, Mason. Ik heb hier geen woorden voor...' zei ik zacht terwijl ik rond keek in de grot. Het was een kleine ruimte maar het was niet zichtbaar vanuit de buitenkant. Het was prachtig, niet te beschrijven. Ik keek rond tot mijn ogen bij mason stopte, hij keek me aan. Niet gewoon niet liefdevol maar gewoon blij. Trots.

'Ja, prachtig toch? Ik kom hier best vaak om na te denken en mijn rust te pakken. En ik dacht misschien moet jij ook even alles bij een zetten en je rust pakken. vooral sinds deze zomer.' Hij keek me aan. O, ik dacht er voor juist door deze mooie plek niet aan. Waarom moet hij me hier nou steeds aan herinneren. Voor ik het wist liep een traan langs mijn wang naar beneden.

'He.. kom maar, niet huilen.' zegt hij zacht. Hij spreidde zijn armen en kwam naar mij toe. Hij trekt me in een knuffel en legt zijn armen stevig om mij heen. Sinds wanneer knuffelde Mason mij? Sinds wanneer zijn we überhaupt weer vrienden geworden? Misschien is de jongen met wie ik hier nu ben de oude Mason, die niemand zou kwaad doen zelfs geen vlieg. Ik genoot van de knuffel. De geur van Mason deed me weer denken aan de oude tijden toen alles nog goed was, toen mijn ouders nog leefde. Op een of andere manier werd ik hier niet verdrietig van maar dacht er weer aan hoe goed ik het had gehad. Langzaam liet hij me los. Ik had wel behoefte aan die knuffel. Iemand die echt probeert blij te maken.

Hij plofte op de soort van stenen richel waar je op kon zitten en klopte naast zich. Voor ik kon tegen spreken trok hij me al mee naar beneden. We zaten op de stenen maar veel boeide het niet. Het was stil, fijn stil. Ik kon nadenken over alles. Helaas ging dat moeilijk aangezien hij zijn sweater had uitgedaan zodat wij erop konden zitten, waardoor hij nu in zijn buik zag, wow, Oh god. Ik kon zijn sixpack zien. Maar, ik voelde niks meer voor hem dus probeerde er niet naar te kijken, ik vind hem niet leuk! zei ik tegen mezelf. Het was stil, tot hij de stilte verbrak.

'Dus, vertel.' Flapte Mason eruit. Hij had zijn hand in zijn handen en leunde met zijn ellebogen op mijn knieën. Hij keek mijn kant op. Even leek het alsof ik niet meer kon antwoorden doordat ik in  zijn chocolade ogen verdronk.

'Vertel wat?' zei ik met een glimlachje.

'Alles wat je dwars zit, natuurlijk.' zei hij alsof ik dom was. Hij ging rechtop zitten en keek me oprecht geïnteresseerd aan.

'Er zit me niks dwars..' probeerde ik hem wijs te maken. Niet dat het goed lukte want heel overtuigd leek ik dan nou weer net niet.

'Jaja, dan zou je niet huilen meid. Dus vertel.' zei hij met ene lachje. Hij ging klaar zitten en keek me met een domme grijns aan. uit het niets liet hij me even grinekken.

'Wat?' zegt hij onschuldig. Dan lacht hij ook. wat een sukkel was het ook, maar wel een leuke. Maar alsnog vond ik hem niet leuk! denk ik. ik- ik weet niet of ik hem leuk vind. En moest ik dit wel echt allemaal aan hem vertellen. Ik bedoel het is veel te veel en ik wil hem niet met mijn problemen opzetten. Maar hij mocht het weten. Ik vertrouw hem.

'Wil je het echt weten? Als ik begin dan vertel ik ook echt alles.'

Hij knikte en gaat nu echt klaar zitten.
Oké, here goes nothing...

The boy who cured me | NL • voltooidWhere stories live. Discover now