Hoofdstuk 3

130 12 0
                                    

Mason, hij stond daar heel zeker van zichzelf. Met zijn bruin krullerige haar en mooie bruine ogen. Hij was wel knap maar hij was, tenminste bij zijn vrienden, zwaar arrogant en gemeen.

'Wat doe je hier?' vroeg ik bot. Er zat nog steeds een schok ik mijn stem van het huilen. Ik keek hem aan en hij keek inplaats van medelevend met een lachje, niet een gemeen lachje maar gewoon een blij lachje. Tja, het had misschien niet zo bot geklonken als ik het bedoelde.

'kijken hoe het met je gaat?' zei hij nonchalant hij haalde zijn schouders op, nogsteeds met dat lachje op zijn gezicht. Rustig kwam hij naast me zitten tegen de muur aan. Even was het stil. Akward stil. Wat kwam hij hier doen, hij ziet dat ik aan het huilen ben en hij ziet dat ik uit de klas was gerend om alleen te zijn. Maar meneer hier moet even komen kijken hoe de tranen over mijn wangen rollen. En sowieso hoort hij hier niet te zijn. Dit is wel de meiden wc, streng verboden voor jongens.

'Je weet dat dit de meiden wc is?' snikte ik nog steeds. Wat een sukkel.  Hij glimlachte. Vroeger zou ik smelten maar nu, nu niet meer. Mason was knap, maar dan ook echt niet meer dan dat.

'Ja, ik vroeg me toch al af hoe het hier zou uitzien. Eigenlijk niet ik ben hier al zo vaak geweest met...' hij stopte zijn zin en keek naar mij terwijl hij slikte. 'Dat gaat er niet toe. En ik heb je spullen meegenomen.' Hij plofte de tas naast mij en wachtte tot ik het pakte. Ik schoof hem rustig dichter tegen mij aan. Nu was ik praktisch gezien de tas met mijn spullen erin aan het knuffelen. Hij keek me nog altijd lachend aan.

'Waarom ben je nou weer aan het lachend.' zei ik geïrriteerd. hij zag dat ik boos was, dat ik niet blij was en echt heel verdrietig en dan gaat hij lopen lachen naar mij.

'Ik weet hoe je nu denkt, je denkt dat de wereld grijs is. Alleen maar verdriet en dat iedereen tegen je is en-' Helaas voor de lieve Mason kon hij zijn zin niet afmaken want ik moest ertussen komen.

'Nou, de helft daarvan is waar.' kwam ik ertussen door. Hij keek me nep boos aan omdat ik zijn verhaal had verstoord. 'Heh, sorry.' zei ik met een klein lachje.

'Het gaat erom dat ik je wou laten zien dat er altijd nog blijdschap bestaat. Daarom lach ik. En ik weet dat als je je ouders verliest dat je dan verdrietig bent en dat de pijn nooit weg zal gaan, maar ik kan het wel proberen te verminderen. Dan zie je inplaats van medelevende mensen even een glimlach.' zei hij droog. Hij had me de hele tijd aan gekeken en leek altijd nog blij. Gek genoeg wist hij een klein glimlachje op mijn gezicht te toveren.

'Waarom ben je zo aardig voor mij, we zijn al jaren geen vrienden meer.' zei ik vragend. Het was waar, sinds de middelbare waren we al uit elkaar gegroeid. Wat best jammer was. Ik weet niet eens waarom. Hij keek me na die vraag even twijfelend aan maar gaf me toen toch een antwoord.

'We zijn misschien niet zo heel close geweest de laatste jaren maar dat betekend niet dat ik niet meer om je geef. We waren echt beste vrienden, dat gaat niet zomaar weg.' zei hij met een glimlach.

'Hey, weetje wat':zei hij plots 'Laten we hier weg gaan, ik heb een gevoel dat deze plek je hele slechte gevoelens brengt.' Dat was waar, het gaf me niet echt een goed gevoel, nee. In eerste instandsie knikte ik ja, maar ik wil niet dat iemand me ziet dus daarna knikte ik heftig nee. Zijn zelfverzekerde gezicht verdween en maakte plaats voor een bezorgd en verward gezicht.

'Waarom niet?' vroeg hij met gefronste wenkbrauwen.  

'Ik wil niet dat iemand me ziet huilen.' snikte ik zacht. Hij knikte, pakte zijn sweater en droogde met zijn mouwen mijn wangen. Kom mee was het enige wat hij had gezegd. Ik kon me niet echt tegenhouden hij had me in een swing omhoog. Dus ik liet me meesleuren. Er waren maar een paar mensen in de gang, maar alsnog was ik blijkbaar het interessantste in hun leven. Er gebeurde niks in dit verdomme kut stadje.

'Wat kijken jullie nou?' snauwde hij tegen hen. Ze keken meteen weg. Logisch als de populairste jongen van de school iets tegen je zegt dan luister je wel.

Mason Torres, badboy van het Athena College en alleen voor de mensen die close met hem waren was hij aardig, en mijn oude buurjongen maar zo close was ik helemaal niet met hem, waarom was hij dan zo aardig. ja, wij kenden elkaar al wel sinds onze geboorte. Echt bizar. We waren eerst de beste vrienden, maar sinds de middelbare school zijn we uit elkaar gegroeid. Niet dat we elkaar niet meer mochten, we gingen gewoon niet zo vaak meer met elkaar om. Toen ik nog in het ziekenhuis lag kwamen zijn ouders mij vaak bezoeken en hij ging meestal mee. Ik vraag me nog steeds af of hij verplicht mee moest gaan van zijn ouders of niet. Ze kwamen vaak op bezoek want onze ouders waren ook al vrienden sinds klein. Vroeger toen we op de basisschool zaten, had ik een hele grootte crush op hem. Je kan het bijna een obsessie noemen. Maar dan in een goede manier.
Maar sinds we niet meer met elkaar omgaan viel het mee. Dat ontkend de feit dat hij echt knap is niet. Maar leuk... Dat is een andere definitie. Ik had gezien hoe hij tegen mensen stoer deed in de gangen, ook al kende ik een andere kant van hem van vroeger nog. Maar misschien is die er niet meer. 

Buiten stapte hij op zijn scooter en wenkte mij op achter hem te zitten. Ik twijfelde. Ik had het niet echt meer met technologie, sinds... niet aan denken. Ik had wel vaker achter bij hem op de brommer gezeten. Toen hij net nieuw was dringde zijn moeder door dat hij mij naar school bracht. Dat is maar een keer gebeurd. Die ene keer. ik was bang dat ik zou vallen, dat ik iets zou breken. Uiteindelijk ging ik toch achter hem zitten en hield hem goed vast om zijn buik, voor de angst. Ik moet wat vast hebben. Hij keek achterom en zijn wenkbrauwen stonden vragen. Oke, misschien hoef ik het toch niet vast te houden en hij begon te rijden. We reden tot we bij het park kwamen. Het was zo een beschermd natuurgebied. Er waren veel rotsen en bomen, water en watervallen. Het was prachtig.

Hij stapte af en haalde zijn helm af. Zijn haar zat nu helemaal door elkaar, maar hij deed het al goed door een paar keer door zijn haren te halen. Hij is echt veel veranderd sinds vroeger. Vroeger had hij een beugel, en zijn haar was plat met gel naar achter gekamd, oh en deduizende puisten niet vergeten. hij lijkt alles kwijt te zijn. zijn haar was zacht en zat zelfs zonder gel al goed in vorm. De beugel is zoizo al weg, en de puisten, ik zie daar nu helemaal niks meer van.

'Zit het goed, nu je toch kijkt.' grijnsde hij. Oh. God. Keek ik nou echt? Zat ik te staren.. Toen besefte ik pas weer dat ik nog steeds geen antwoord op zijn vraag had gegeven. Dus ik knikte maar snel. en liep langs hem snel door, maar hij haalde me al weer in.

'Kom mee.' beveelde hij mij en trok me snel aan mijn hand mee. Gingen we naar... Gingen we naar de waterval? Ik had wel gehoord dat hier een waterval was en dat hij prachtig was, maar dat niemand daarheen ging. Niemand weet waarom. Hij pakte mijn hand en Glimlachte breed. Daarna leidde hij mij ergens heen. Op het laatste deed hij zijn handen voor mijn ogen.

The boy who cured me | NL • voltooidWhere stories live. Discover now