Achtendertig

636 49 18
                                    

Maandag, New York, JFK International Airport

Lizzy's POV:

'Doe je je oom en tante de hartelijke groeten van ons?' Ik knik en laat mezelf stevig omhelzen door mijn vader. We zijn op het vliegveld en het is voor mij tijd om naar Australië te gaan. 'Ik kom met kerst naar huis voor de bruiloft, dat beloof ik. En Anne, ik kom ook zodra de baby geboren is.' 'Oh schat, ik ga je missen, maak er een prachtige reis van.' Mijn vader geeft me een kus op mijn wang. 'Ik jou ook papa.' Hij laat me los en knippert zijn tranen weg. Ik glimlach, met een brok in mijn keel. Ik verlaat mijn vader voor iemand die hem verlaten heeft, ons verlaten heeft.

'Nou zusje, heel veel plezier, pas alsjeblieft goed op jezelf.' Annemay trekt me in een omhelzing. 'Ik zal je gezeur missen, pas goed op je baby'tje.' 'Ja tuurlijk, ik zal je foto's sturen als ik een dikke buik krijg.' Ze glimlacht en woelt door mijn haar. 'Ugh, Anne!' Ik laat haar los en papa en Luna beginnen te lachen. 'Nou Liz, daar ga je, maak er een prachtige reis van, en laat ons meegenieten door foto's.' 'Dankje, Luna.' Ze geeft me een kus op mijn voorhoofd. Ik zucht en pak mijn handbagage op. 'Nou jongens, dan moet ik nu echt gaan.' 'Dag lieverd, we houden van je, vergeet dat nooit.' 'Ik ook van jullie!'

Daar zit ik dan in mijn eentje in het vliegtuig, waar ik de komende 20 uur ook zal blijven zitten. Dan land ik op Sydney en ga ik met de taxi naar het huis van mijn oom en tante, ik kijk er nu al naar uit om ze weer te zien. Als het vliegtuig in de lucht is berg ik mijn spullen op en val ik vrijwel meteen in slaap.

Het laatste halfuur staar ik levenloos uit het raam, en dan landt het vliegtuig eindelijk. Ik rek me uitgebreid uit, ik ben nog nooit zo stijf geweest. Ik pak mijn handbagage en loop achter de rest aan het vliegtuig uit naar de bagage. Als ik met moeite mijn koffers van de band heb gesleept loop ik naar de uitgang. Het is 's middags, en de felle zon schijnt in mijn gezicht. Tevreden zucht ik en ik zet mijn zonnebril op. Ik loop op een van de taxi's af die naast het vliegveld staan, en geef het adres door. De chauffeur zet mijn koffers achterin en ik ga naast hem in de taxi zitten. 'Vacation on your own?' Vraagt hij glimlachend. 'No, I'm on a journey actually.' 'A traveller, that's nice. Australia is amazing you know.' 'I know, I used to live here.' Hij glimlacht naar me en focust weer op de weg.

Na een uur stopt hij de auto voor een gigantisch huis. 'This is it.' We stappen tegelijk uit en hij haalt mijn koffers uit de kofferbak. 'Have a great time.' Ik zwaai nog even en staar dan naar het huis. Ik kan me vaag herinneren dat wij ook in zo'n huis woonden, met een prachtig balkon waar ik vaak zat te spelen.

'LIZZY!' Ik word uit mijn gedachtes gerukt als mijn tante de oprit op komt rennen. 'Tante!' Blij omhels ik haar, het is wel 8 jaar geleden dat ik haar voor het laatst gezien heb. 'Oh girl, wat hebben we je gemist! Kom mee naar binnen, Davy, Alec en Quinty wachten op je.' Ze pakt een van mijn koffers en loopt voor me uit naar de voordeur. Ik zet al mijn spullen in de hal neer en kijk om me heen, het is nog precies zo als vroeger hier. 'Kom, ze zitten in de keuken, ze zijn net terug van school.'

'Look who's here!' Roep ik lachend als ik de keuken in kom. 'LIZZY!' Gillend springen ze van hun stoel om me te knuffelen. Ze zijn zo groot geworden vergeleken de laatste keer dat ik ze zag. Davy en Alec zijn inmiddels al 12 jaar en Quinty 9 jaar. 'Daar hebben we mijn favorietje nichtje.' Mijn oom komt de keuken inlopen en slaat zijn arm om me heen. 'Ga zitten, je zal wel honger hebben.' Ik ga naast Quinty zitten en vertel uitgebreid over mijn leven in Amsterdam met mijn vriendinnen, Kaj en school, over New York en over de lange vlucht. Gulzig drink ik mijn glas cola op dat Davy voor me gepakt heeft en mijn oom zet een sandwich voor mijn neus. 'We vinden het heerlijk dat je hier bent, god wat lijk je op je moeder van vroeger.' Zegt mijn tante dan. Ik glimlach bescheiden en eet mijn brood op. 'Wil je onze kamer zien?' Vraagt Alec ongeduldig. 'Tuurlijk lieverd.' Lach ik. Ik ben blij dat mijn familie ook nog gewoon Nederlands spreekt. 'Jongens, jullie moeten naar bijles.' 'Ah, néé.' Jammeren mijn neefjes. 'Zeker wel. Lizzy, wil jij ze anders brengen? School is hier vlakbij.' 'Ja, tuurlijk! Ik zal me even opfrissen.' 'Ja, Friso loopt met je mee om je kamer te laten zien.' Mijn oom staat op, pakt mijn koffers en loopt de houten trap op. 'De gehele zolder hebben we voor je klaargemaakt, ga maar naar boven.' Ik klim het kleine witte trappetje op en ga naar de zolder. 'Wauw!' Er staat een netjes opgemaakt bed, een kast, een bureau met stoel, er hangt zelfs een tv en er staat een leuke bank in de hoek. 'Zo heb je ook een beetje je eigen plekje in dit huis, verder, doe alsjeblieft of je thuis bent, je mag overal zijn en overal gebruik van maken.' 'Bedankt.' Ik glimlach naar mijn oom. Daarna gaat hij naar beneden en begin ik snel mijn koffers uit te pakken. Als ik klaar ben schuif ik ze onder het bed en trek ik mijn trainingspak uit om een simpel, wit jurkje aan te trekken. Ik doe mijn haar los en ga weer naar beneden.

'De jongens weten de weg wel.' 'Komt goed!' Lach ik als Davy aan mijn arm trekt. Ik duw ze voor me uit naar buiten en trek de deur dicht. Ze beginnen enthousiast over school en honkbal te vertellen. 'Daar is het!' Alec wijst naar het grote schoolgebouw om de hoek. Ik houd de deur voor ze open en kijk nieuwsgierig om me heen. Wat een prachtige school! 'Hier is het.' Ze bonken enthousiast op de deur. Ik doe hem voor ze open en kijk in een leeg klaslokaal. In de hoek staat iemand op van zijn bureau. 'Alec en Davy!' 'Hello!' Braaf gaan ze vooraan zitten. Dan keert de leraar zich tot mij. Een lange jongen, of man, wat zal ik zeggen, gekleed in een nette broek met een wit overhemd met halflang bruin haar en prachtige groene ogen, steekt zijn hand naar me uit. Ik slik moeizaam. Dit is hun leraar? Hij lijkt wel een of ander abercrombie model. 'Hey, I'm Mr. Ross, but you can call me Ethan.' Davy en Alec grijnzen als ze mijn rode gezicht zien. 'Eh, I'm Lizzy, their niece.'

'Lizzy, that's a beautiful name.'

All around the worldWhere stories live. Discover now