Onmacht {Het Oog der Engelen}

By Skykroon

14.1K 1K 94

Het oog der engelen Boek 1 - Onmacht Mijn oma vertelde me altijd verhalen, en deze gingen over engelen... More

Proloog
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Usmork
Heran's plan
Laat me gaan
Het verhaal van Fióna
Het Maiden
Shakespeare
Maori?
Ik kan het niet helpen
Visioen
Drakentaal
Winter
Als Ying en Yang
Untitled
De schreeuw
Praktical Myth Academy
Helleveeg!
Paarse steek
Hoofdstuk 26
Hoofdstuk 27
Hoofdstuk 28
Hoofdstuk 29
Hoofdstuk 30
Hoofdstuk 31
Hoofdstuk 32
Hoofdstuk 33
Hoofdstuk 34
Hoofdstuk 35
Hoofdstuk 36
Hoofdstuk 37
Hoofdstuk 38
Hoofdstuk 39
Hoofdstuk 40
Hoofdstuk 41
Hoofdstuk 42
Hoofdstuk 43
Hoofdstuk 44
Hoofdstuk 45
Hoofdstuk 46
Hoofdstuk 47
Hoofdstuk 48
The end!

Hoofdstuk 6

585 36 0
By Skykroon

Ik voel me warm van binnen. Serena lijkt een vuur in zich te hebben dat moeilijk gedoofd wordt. Ik loop door het park. Plots sta ik stil. Ze kon mij zien? Maar ik was onzichtbaar! Ik grijp naar mijn hoofd. Ik denk diep na. Ze heeft dan de gave om engelen te zien. Alleen speciale mensen en engelen kunnen onzichtbare engelen zien. Dit moet ik aan vader en Ciáran vertellen! Ik klap mijn vleugels uit, maar blijf met beide voeten op het met mos bedekte pad staan. Ik kan niet naar boven. Ze zouden me toch niet geloven. Maar ik moet het toch met iemand delen? Ik kan met Linque praten. Hij staat altijd voor mij klaar.

Ik plaats twee vingers tegen mijn lippen en fluit een ritmisch deuntje. Vrijwel direct verschijnt er een lichte mist en komt er een wolk naar beneden dwarrelen, waar een klein elfje vanaf springt. De mist trekt snel weg en de wolk vervaagt in de optrekkende mist.

"Dadin! Daar ben je!" Linque rent op me af en springt in mijn armen.

Onze moeders hadden een krachtige, vurige band. Ik en Linque kwamen tegelijk op de wereld en zijn altijd samen geweest. Om die reden werd Linque op mijn tiende jaar aangewezen als mijn hulpelf. Maar hij is meer dan een hulpje: hij is mijn vriend. Een vriend uit duizenden. Alles kan ik bij hem kwijt. Toen mijn moeder 18 jaar geleden stierf, zakte zijn moeder eveneens in een eeuwige slaap. Samen voor altijd. Dat lot is mij en Linque ook geschonken, en ik ben er trots op.

"Linque, wat weet jij over mensen die engelen kunnen zien? Als ze onzichtbaar zijn bedoel ik." Ik staar naar de lucht, waar witte wolken voorzichtig voorbij schuiven.

"Ik heb eens een boek gelezen en daarin stond geschreven dat verscheidene aardelingen ertoe in staat zijn altijd engelen te zien. Ik zal het eens voor je opzoeken. Waarom vraag je het eigenlijk?"

Ik wend mijn blik langzaam af van de wolken. Ik richt mijn zicht op Linque. "Ik heb een meisje ontmoet. En zelfs toen ik onzichtbaar was, zag ze me. Ze lag in het ziekenhuis. Ik maakte contact en haar ogen werden spierwit en leken licht te geven. Toen kon ze me zien. Al snel ging ik weg. Ik wil eerst meer over haar gave weten." Ik denk aan haar. Waarom zou zij die gave hebben? Ik moet erachter komen.

"Laten we het boek zoeken dan!" Linque springt op en vormt een klein wolkje.

Ik spreid mijn vleugels en sla ermee. Ik kom los van de grond en geniet. Samen met Linque vlieg ik omhoog, tot we bij een wolk aankomen waar we op landen. Bij de volgende stap die ik zet, verschijnt er een prachtige plek. Een vallei met bomen, bloemen en planten. Een kleine waterval met een groot meer waar een paar zeemeerminnen in rondzwemmen.

Ik klap mijn vleugels in en Linque springt van zijn wolk. We lopen langs het meer. Er komt een zeemeermin aangezwommen, en ze springt behendig uit het meer.

"Dadin! Je bent terug!" roept ze met een vrolijke lach.

Ik draai me om en glimlach ook. "Ynlêrya! Ik was naar de aarde. Het is er alleen niet zo mooi als hier."

Ynlêrya knikt. "Ik wou dat ik het weer kon zien, maar dat gaat moeilijk nu het niet meer mag." Ze lacht.

Ynlêrya is een vrolijke meid met veel energie, maar ze is niet te vertrouwen. Ze heeft een prachtig lange staart met blauwe en paarse tinten die samen schitteren in het zonlicht. Haar bruine haar golft zachtjes langs haar schouders, tot aan haar heupen.

"Dadin, voordat je gaat heb ik nog wat voor je." Ik kijk haar vragend aan.

Ynlêrya krabbelt terug naar het meer. Ze duikt er sierlijk in. Ik loop naar de rand van het meer en ga zitten. Ynlêrya komt omhoog en gooit haar haren de lucht in. Haar handen komen boven water, en ze houdt er een klein, doorschijnend balletje in vast. Het beweegt.

"Dit is magisch maanwater. Het verzwakt duistere geesten en heelt pijnen en wonden. Die zal je nodig hebben. "

Ik pak het dankbaar aan en stop het in een wit buideltje. "Heel erg bedankt, Ynlêrya! Maar hoe weet je dat ik het nodig ga hebben?"

Ynlêrya grinnikt. "Ik ben een zeemeermin, Dadin. Ik weet alles." Ze knipoogt en zakt dan weer terug het water in.

Ik zwaai waarna ik me omkeer en naar Linque loop. Hij zat alles van een afstandje te bekijken. Ik knik naar hem, hij staat stil op en samen lopen we verder.

"Ynlêrya heeft zeker weten een oogje op je," zegt Linque grappend.

"Dat verbeeld je je maar, en je weet dat ik Keelia leuk vind."

Linque fluit. "Zag je hoe ze naar je keek? Die knipoog? Dat is toch genoeg?"

Ik kijk hem geërgerd aan. "Ach houd toch je mond, Linque. Laten we gaan.''

Ik schiet de lucht in, in zuidelijke richting, nadat ik Linque bij zijn hand vast heb gepakt. Hij schreeuwt, terwijl ik hem mee sleur de lucht in. Ik lach en zet er nog wat extra vaart in. In de verte vormt zich een kasteel, grijs en strak, met begroeiing aan de wanden.

"We zijn er bijna, Linque!"

"J..jaaa, ik zieee het!"

Ik beperk de kracht waarop mijn vleugels slaan tot een gemiddelde snelheid. Ik wijk uit voor een paar bomen. We staan nu voor het grijze kasteel. We landen op de grond. Linque zakt door zijn benen. "O goeie god, wat heerlijk om de grond weer te voelen!"

Ik loop naar de deur. Naast de deur staat een laag paaltje met een schermpje. Linque loopt ernaartoe en legt zijn hand op het schermpje. De deur gaat open. Verwonderd kijk ik naar Linque, die met een trotse blik naar binnen loopt. Eenmaal binnen zien we overal boeken, netjes geordend op alfabet en onderwerp. We lopen naar het midden van de reusachtige kamer en kijken rond.

"Dit is geweldig," Mompel ik sarcastisch. "Al die kasten.. Hoe vinden we ooit een boek over menselijke gaven?" Linque zucht.

"Er zijn hier zo ongeveer 9099 boeken. Jullie kunnen zeker wel wat hulp gebruiken?"

Ik draai me om en kijk in de heldere, paarse ogen van Ynlêrya. Ze zweeft net iets boven de grond en haar staart beweegt zachtjes en geconcentreerd. Haar gave, bleke gezicht verhult vele geheimen. Haar volle, rode lippen hebben het voor elkaar gekregen in het verleden vele bemanningsleden van schepen om te brengen. Haar stembanden zingen elke toon zo zuiver dat tijdens haar gezang je hersenen kunnen verstrakken wat, evenals haar schoonheid, tot je dood zal leiden.

"Ik weet wat je denkt Dadin. Ik ben nou eenmaal heel snel, en ik wist dat je hierheen wilde komen. Je zoekt een boek over menselijke gaven. Ik zal je helpen." Ze lacht verleidelijk.

"Geen trucjes, Ynlêrya."

Ze lacht spottend. "Met jou zou ik toch geen trucjes uithalen?" En na een knipoog voegt ze er nog aan toe; ''Behalve als je dat wilt natuurlijk.'' Ik voel mijn wangen gloeien, en blijf haar aanstaren, alsof ik mijn blik niet weg kan draaien. Langzaamaan beginnen haar ogen paars op te gloeien.

"Ynlêrya! Kap daarmee!" De stem van Linque komt aan als een klap in mijn gezicht.

"Ach... Ik speelde maar een spelletje. Laten we dat boek zoeken." Ze zweeft snel en vloeiend op.

"Niet te vertrouwen, Dadin. Laten we haar ons echt helpen?"

Ik zucht. "Ik denk dat we geen keus hebben. Ik moet en zal weten wat er met Serena aan de hand is."

Linque knikt en snelt naar een kant van de bibliotheek. Ik ga naar de andere kant en kijk toe hoe Ynlêrya de bovenverdiepingen verkend. We zoeken zo'n half uur, maar vinden niks.

''Zo vinden we het nooit.''

Ynlêrya zweeft naar beneden. ''Jongens, kom eens!''

Ik snel naar haar toe en ga vragend naast haar staan. Ook Linque kom aangelopen. Ynlêrya bladert door een dik, stoffig boek.

''Uhmm.. Ynlêrya? Dit is een boek over engelen.'' Linque staat met zijn handen over elkaar.

''Oh, nee echt?'' Bijt ze hem gemeen toe. ''Ik ga af op mijn gevoel. Hier staat iets in wat we kunnen gebruiken. Eens kijken. Hier staat iets. Engelen op aarde.. Nee, nee, dat bedoel ik niet.'' Ze klapt het boek dicht, zweeft omhoog en zet het boek terug.

Mijn oog valt op een dof, wit boek dat vlak naast haar staat. ''Ynlêrya! Kijk daar naast je, rij 78. Het doffe, witte boek. Wat staat daarop?''

Ynlêrya bekijkt de rij boeken en pakt het boek. ''Er staat op: Aardengelen. Misschien is dit het wel!'' Ze komt weer naar beneden met het boek in haar handen.

"Aard engelen? Bestaan die nog? Kom op, open het boek dan!'' Ik raak ongeduldig.

Ynlêrya grijnst gemeen. ''Jij krijgt dit boek als je mij toegang geeft tot de mensenwereld.''

''Ynlêrya, ik kan dat niet doen.''

Ze haalt haar schouders op en heft haar hand, waarop er grote klauwen met enorme nagels verschijnen. Ze gaat richting het boek en blijft me aanstaren. Haar ogen beginnen weer licht te geven.

''Dadin! Ze probeert je weer te hypnotiseren!''

Ik wend mijn blik af. ''Kom op! Alsjeblieft!''

Ynlêrya zucht, trekt haar klauwen in, en haar ogen worden weer normaal. Verveeld steekt ze het boek in mijn richting. Ik pak het snel aan. ''Dank je, Ynlêrya. En bedankt voor het helpen zoeken.''

Ze rolt met haar ogen. ''Ja, maar wat schiet ik er mee op? Ik had een beloning verwacht.''

Ik rommel wat in mijn buidel en haal daar 5 Zaarse munten uit. ''Dit is alles wat ik heb.''

Gretig pakt ze het aan. ''Dank je! Ik ga er maar weer vandoor. Mijn staart droogt op.'' Ze draait zich langzaam om. In de tussentijd geeft ze Linque een klap met haar staart. ''Oh, het spijt me,'' zegt ze overdreven lief. "Ik kom nog terug," zegt ze met een knipoog, waarop ze met hoge snelheid weg zweeft.

"Hoe laat is het ondertussen, Dadin?" vraagt Linque.

Ik ontbloot mijn arm maar.. maar.. mijn horloge is weg.

"Die sluwe zeemeermin," knarst Linque.

"We hebben haar nodig, Linque. En ze heeft toch ook goede kanten?" Linque gniffelt. "Oké, ze is enorm knap. Terug naar het boek." Ik sla het boek open en lees de inhoudsopgave. "We beginnen bij het hoofdstuk: 'Wat zijn aardengelen'." Ik blader door en schraap mijn keel. "Aardengelen zijn bijzondere engelen. Zij leven op aarde, geboren uit een sterfelijke man en vrouw. De nakomeling heeft grote kracht. Vaak zijn de grootouders of mensen uit een oudere generatie verwant aan het engelenbestaan. Waarschijnlijk zal hij of zij er nooit achter komen dat hij of zij een engel is. Sinds de mensheid alleen maar aan zichzelf is gaan denken, is het geloof in ons, het bovennatuurlijke, afgezwakt. Zo zullen mensen er nooit achter komen dat zij engel zijn. Meer hierover in de rest van het boek."

Ik haal diep adem. Aardengel? Ik heb er nog nooit eerder van gehoord.

"Dadin, kijk, dat hoofdstuk!" Linque wijst naar pagina 47. Een hoofdstuk genaamd: 'Engelenroof'.

Ik blader geïnteresseerd door. Linque neemt het boek van me over en begint te lezen. "De engelenroof. Een zwart gat in de geschiedenis voor mens en engel. 16 mei 1986 bloeide de magie op aarde. Het was een prachtige tijd. Men geloofde in ons, de engelen. De kracht was hier, in Zárácin, zelfs te voelen. Er liepen veel engelen rond, tot plots de storm opstak. De demonen god Angarius kwam erachter en voedde zich met mensen op aarde. Honderden, duizenden mensen verdwenen. Van sommigen werden overblijfselen gevonden. Het jaar daarop, 1987, kwam er een jaar met een daling in groen, een daling in magie en kracht. Alle vermisten bleken engelen te zijn. Eind 1987 kreeg deze vreselijke gebeurtenis een naam: 'De engelenroof.''

Ik luister verward naar Linque terwijl hij het verhaal leest. Ik wist dit niet! Waarom weet ik hier niks van?

Linque vervolgt zijn verhaal. "Sindsdien zijn aardengelen schaars, en als er een aardengel opduikt, maakt de Angarius daar gebruik van. Als een demon de aardengel vindt, neemt hij bezit van het slachtoffer. Door de grote kracht die een aardengel heeft, zal de demon er toe in staat zijn hele gebieden te verwoesten. Wij, deskundige engelen van het PMA Engeleninstituut, gaan er vanuit dat er in 2012 nog maar één aardengel is. Dit zóu af kunnen wijken naar twéé. Begin 2018 zal er geen aardengel meer zijn, door de lust en het kwaad van de demonen, die sneller en beter dan ooit tevoren onbeschermde, jonge, onvoorzichtige engelen te grazen nemen. Vaak slaat de demon toe als de engel op zijn zwakst is. Meestal is dat tijdens verdriet of woede. Het verdriet van een aardengel is zo krachtig en zuiver, dat demonen het als spoor gebruiken om een aardengel te vinden." Linque slaat het boek dicht en staart voor zich uit.

Ik begraaf mijn gezicht in mijn handen. "We moeten Serena vinden." Ik hef mijn hoofd op, en kijk Linque aan. Hij staart verward naar me. ''Serena is in een slechte conditie na de aanrijding..'' Linque's gezicht verstrakt wanneer hij de hint snapt. ''We gaan meteen.'' Zegt hij, bergt het boek op, en samen haasten we ons de bibliotheek uit. 

Continue Reading

You'll Also Like

962 22 16
Heee dit gaat over het zusje van robbie die de grote liefde tegen komt "matthy"
208K 15.7K 57
De koning is dood en Terra wordt overheerst door wanhoop en chaos. Na de listige aanval van de Daemonen op de Begaafden, hebben deze laatste zich ter...
388K 19.9K 43
Het leven van de zeventienjarige Rose wordt overhoop gegooid als zij een Gekozene blijkt te zijn. Gedwongen om iedereen achter te laten waar ze van h...
4.1K 600 48
Ze was altijd bang voor monsters, maar nu is zelf het monster geworden. Nadat Melody Summers een dodelijke keuze heeft gemaakt, probeert ze onder een...