De macht der gewoonte

By veelzeggend

5.9K 499 71

WATTY AWARD WINNER 2020: YOUNG ADULT Sigrid is een laatste schakel in een reeks familieleden die nogal twijfe... More

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
16
17
18
19
20
21
22
23
24

15

153 20 0
By veelzeggend

TE ONVERSCHILLIG VOOR POLITIEK

Lola heeft me verteld dat Greta zo zwaar is dat ze haar eigen gewicht niet aan kan. Je mag haar niet optillen, want dan breekt ze haar nek.

En ik heb nooit geweten hoe lastig het is om een reuzekonijn in een wasmand te krijgen.

Ze zit er soms wel in, maar alleen omdat we de wasmand over haar heen gooien en dan moeten we heel voorzichtig een plank onder haar lijf schuiven, maar dan spartelt ze zo dat ze weer losbreekt en weg zoeft. Ze kan niet ontsnappen uit onze tuin, maar ze waagt soms een pogingen dan dreigt alles in de soep te lopen. Fivel en ik rennen de hele avond achter het konijn aan, hijgend, lachend, gillend en struikelend.

Als we haar hebben, ben ik vergeten dat we ruzie hebben gehad.

We zitten in de auto, op weg naar Lola's huis, met Greta in een wasmand en een plank op de wasmand om haar in te sluiten. Ik moet de wasmand goed vasthouden, want als Greta één keer los komt in haar auto, dan weet ik zeker dat we haar nooit meer zullen vangen.

We staan met hijgende gezichten en rode wangen van de kou voor Lola's huis en bellen aan.

Haar moeder doet open.

Ze snapt meteen wat er aan de hand is; ze roept Lola en dan vieren we de terugvondst van Greta met een glas vieze wortelsap.

Ik blijf even zitten als Fivel bij mijn huis stopt en aarzel.

'Ik meende dat niet,' zeg ik vlug, voordat ik mezelf kan stoppen. 'Ik wil ook gewoon weer vrienden met jou zijn.'

'Ja.' Ze kijkt naar haar handen, die op het stuur liggen. Dan kijkt ze naar me opzij. 'Je wil het, maar kan je het ook?'

'Dat weet ik niet,' geef ik eerlijk toe.

Ze knikt. 'Oké.'

We blijven allebei even stil.

'Hé, en-' ze houdt me vlug tegen aan mijn arm als ik uit wil stappen, 'gefeliciteerd met je zusje, hè?'

'Ja. Oké. Bedankt.'

Dan loop ik weg.

Mijn moeder en de baby slapen al. Soms hoop ik gewoon dat ze daar zit; aan de eettafel, met haar dikke buik en haar zwangere klachten, maar ik besef me dat dat misschien wel nooit meer zal gebeuren en dat als het gebeurt, er nog een persoon - een ander persoon - aan die tafel bij haar zal zitten.

En dat dat persoon óók haar dochter is.

Slapen gaat niet meer. De muren zijn dun, té dun, want als De Baby wakker wordt, word ik dat ook. Ik weet echt wel dat mijn moeder er erger aan toe is dan ik, en in de kerstvakantie gaat het nog wel, maar ik vrees het einde van de vakantie, en misschien eigenlijk vooral omdat ik Fivel dan noodgedwongen elke dag onder ogen moet komen.

Ik zie haar die dagen nauwelijks. We vieren niet echt kerst; mijn moeder kan niet echt koken omdat ze bedrust heeft en ik kan het ook niet. Ik bak in mijn eentje koekjes en versier ze, bedenk me dat dit zoveel leuker geweest zou zijn met Fivel er bij, maar ik durf haar niet te bellen. Mama en ik eten ze samen op op haar bed. Dan kijken we een kerstfilm terwijl zij De Baby heen en weer wiegt en het voedt en het knuffelt.

Ik zie al op tegen oud en nieuw. Door de jaren heen, is het vaak een dag geweest waarop ik sowieso weinig slaap kreeg, maar weinig slaap krijgen door een feestje is heel wat anders dan weinig slaap krijgen door een baby die steeds wakker schrikt van het vuurwerk en er om krijst. Lola viert het met haar ouders. Floor ook. Ik ken Guido en Olivier niet zo goed en durf ze niet te vragen en Fivel durf ik al helemaal niet te vragen.

Maar dan krijg ik een appje van Timo.

Dat hij een feest geeft.

Dat ik ook mag komen.

En dat Fivel er natuurlijk ook is.

Ik kan wel door het dak heen springen van blijdschap, maar ik moet het eerst aan mijn moeder vragen, omdat ik niet weet of ik haar alleen kan laten met De Baby.

Ze vindt het niet erg. Ze redt zich wel. Zolang ik haar maar een bericht stuur met wanneer ik thuis kom.

Ik kom expres twee uur te laat, omdat ik bang ben om te vroeg te zijn en Timo's vrienden eng vind. Ze weten inmiddels wel dat ik niet lesbisch ben, maar misschien ben ik het ondertussen wel geworden en dat maakt het alleen maar enger om hier weer te zijn. Ik heb nog niks gedronken als ik aan kom en ik weet meteen dat ik te nuchter ben om hier te zijn, maar het maakt me niet uit, want Fivel is niet nuchter meer en begroet me met rode wangen en een blije glimlach. Ze heeft drie zuigzoenen in haar nek en hangt de hele avond aan Timo vast geplakt, en ik weet dat ik dat niet kan veranderen, maar ik raak geïrriteerd telkens als ik haar zo zie en dan drink ik zonder dat ik nadenk.

Ik denk dat ik nieuwjaar gemist heb. Ik kan me tenminste niet meer herinneren dat iemand aftelde en er klinkt al de hele avond vuurwerk, dus middernacht is als één langgerekte periode aan uren en 2020 bestaat soms wel en soms niet. Ik kus in totaal drie jongens en ik kus ze alleen omdat ze grote handen of stoppels hebben. Ik kus er twee voor Fivels ogen en één omdat ik me verveel. Ik ken ze alle drie niet en zij kennen mij niet. Dan verdwijnen Fivel en Timo en dan ben ik boos zonder reden.

Ik zit op de bank en ik weet niet hoe laat het is. Mijn oogleden zijn zwaar en ik ken niemand in de ruimte naast de jongen die bij me gaat zitten, maar ik ken hem alleen omdat ik hem gezoend heb; ik ken zijn naam niet, zijn achternaam niet en zijn leeftijd niet en dat wil ik graag zo houden.

'Blijf je nog wakker?' roept hij boven de muziek uit.

'Nee,' zeg ik terug. 'Waar zijn Timo en Fivel?'

'Timo is buiten,' roept hij, 'Fivel is- is die niet al naar huis?'

Ik haal mijn schouders op. 'Ze zijn de enigen die ik ken.'

'En mij.'

'Nee, jou ken ik niet.'

'Ik heet Luca.'

Hij steekt zijn hand naar me uit.

'Nu ken je me wel.'

'O.' Ik knik en schud zijn hand niet. 'Ik heet Sigrid.'

'Leuke naam.'

'Bedankt.'

'Wil je naar buiten dan?'

'Oké.'

Ik loop met hem mee. Buiten vriest het. Ik hoor Timo tegen iemand schreeuwen. Hij lacht. Ik wurm me van Lucas of Leon los.

'Heb je Fivel gezien?' vraag ik.

Hij is dronken. Hij knikt. 'Wel gezien ja.'

'Waar is ze?'

'Eh...' hij kijkt rond. 'Ja, goeie vraag.'

'Is ze naar huis?'

'Nee.' Hij denkt even na. 'Ja, ze was boos op me of zo- nee; ik was boos op haar.'

'Oké.'

'Wacht wacht wacht-' hij duwt me mee. 'We gaan haar zoeken.'

Luca blijft achter in de tuin en ik sjok met Timo mee.

'Waarom was je boos op haar?'

'Nee, zij was boos op mij omdat ze haar shirt niet uit mocht trekken van mij.'

'O.' Binnen lijkt er geen zuurstof te bestaan. Er zit een wolk van rook in het huis opgesloten. 'Waarom?'

Hij haalt zijn schouders op. 'Dat doe je niet.'

'Maar dat mag ze toch zelf weten?'

'Nee. Ik wil niet dat iedereen haar zonder shirt ziet.'

'Maar jij mag je shirt wel uittrekken?'

'Dat is anders.'

'Hm.'

'Kom niet aan met je Lola-onzin.'

'Ik vind het gewoon een beetje raar, dat is alles.'

Hij rolt zijn ogen en stapt voor me uit. We vinden Fivel in het kleine halletje dat naar de badkamer, de wc en het kantoor van Timo's vader leidt. Daar is ze aan het dansen. Fivel lijkt geen spieren meer te hebben als ze dronken is, want ze hangt altijd aan iedereen.

'Daar is ze,' zegt hij.

'Ja.'

Ze hangt op een meisje. Ze lacht en dan lijkt het even alsof ze Timo en ik in haar ooghoeken ziet, maar ik weet het niet zeker, want ze doet het of omdat wij er niet zijn, of juist omdat wij er zijn.

Ze zoent het meisje. Ze verdwijnen het kantoor in.

Timo en ik staan naast elkaar. We zijn allebei stil en ik weet dat we allebei dezelfde donderslag hebben gevoeld.

Ik kijk naar hem opzij.

Zijn gezicht vertrekt niet.

'Denk je niet dat je...?'

'Nah,' zegt hij dan.

'Wat?'

'Betekent niks.'

'Zeker?'

'Ja. Dat doen meisjes toch gewoon?'

'"Gewoon" weet ik niet...'

'Hm.' Hij lijkt het te overwegen. Hij probeert zich goed te houden, maar ik merk dat hij eigenlijk wil huilen.

Dan stapt hij toch naar het kantoor en doet hij de deur open en dan hoor ik Fivel giechelen.

'Timo! Kom erbij!' joelt ze vrolijk.

'Stop,' zegt hij.

'Ah, pretbederver.'

Ze loopt naar hem toe en dan gaat ze aan hem hangen. Ze kijkt naar mij. Ze grijnst. En het is geen melige grijns; het is een gemene grijns. Timo schudt haar weg.

'Niet cool, oké?'

Ze leunt tegen de muur en steekt haar tong uit.

Dan is hij boos.

Ze sjokt grijnzend langs hem heen en knipoogt naar mij, verdwijnt. Ik blijf even in de hal staan en kijk naar het meisje dat het kantoor uit loopt. Ze is mooi; mooier dan ik en ze bekijkt me even, maar negeert me omdat ik natuurlijk niet lesbisch ben hier en ook lang niet zo mooi ben als Fivel.

Timo loopt naar me toe.

'Zal ik je naar huis brengen?' vraagt hij. 'Ik wil hier nu even niet zijn.'

'Oké.'

Ik wil niet naar huis, maar ik heb dingen te bewijzen en vooral aan mezelf: ik moet over Fivel heen groeien en hij ook en we zijn boos en dat moeten we laten zien. Hij heeft gedronken en het is levensgevaarlijk om met al het ontploffende vuurwerk over de straten te rijden, maar het kan mij weinig schelen als ik nu verongeluk.

We zeggen helemaal niks. Er valt niks om over te praten. We hebben niks met elkaar en dat is duidelijk. We zitten hier alleen omdat we in hetzelfde ellendige schuitje zitten; we zijn gebroken door Fivel.

Toch praat hij als ik al bijna thuis ben.

'Stel ik me aan of doet het echt fucking zeer dat ze een ander heeft gezoend?'

'Nee,' mompel ik. 'T'is ook kut.'

'Ja, maar het is een meisje,' zegt hij. Hij haalt zijn schouders op. 'Fivel is hetero. Ik weet dat het niks betekent, maar toch voelt het kut, snap je?'

'Misschien betekent het wel wat.'

Ik stook de boel op. Ik heb er plezier aan. Hij kijkt naar me opzij.

'Denk je?'

'Nou, als ze bi is of zo, dan is het toch bijna hetzelfde als dat jij mij zou zoenen?'

'Maar ze is niet bi.'

'Maar ze zoent wel meisjes.'

Het is grappig. Hij trekt een gezicht alsof hij nadenkt en mijn woorden serieus overweegt. Dan scheldt hij zachtjes.

'Ja,' zeg ik.

'Is het hier?'

'Ja.'

Hij stopt bij mijn huis, maar ik zie aan zijn lippen dat hij nog iets wil zeggen en daarom blijf ik zitten.

Zijn wenkbrauwen kruipen bezorgd naar elkaar toe. 'Denk je dat ze bi is?'

Ik haal mijn schouders op. 'Is niet iedereen dat tegenwoordig?'

Hij kijkt naar me opzij. De zorgen fonkelen in zijn ogen.

'Ik denk dat je boos op haar moet zijn,' zeg ik. 'Ze is theoretisch gezien vreemd gegaan.'

Hij lijkt te willen huilen. Ik zie hem slikken.

'Dus... ik denk dat je-'

'Met jou moet zoenen?'

Ik kijk hem aan. Hij kijkt terug en hij kijkt niet alsof hij me wil zoenen, maar gewoon als iemand die liefdesgek is en alles wil doen om degene te raken die hem geraakt heeft.

'Hm. Nee.'

'Maar dan staan we gelijk.'

Ik grijns loom en leun tegen de stoel aan. 'Ja... maar ik wil jou niet zoenen.'

'Maar je bent toch niet lesbisch?' zegt hij.

'Dus?'

'Nou...' hij wil iets gemeens zeggen. Ik zie het aan zijn gezicht. 'Nou, eigenlijk heb ik je alleen nog maar met meisjes zien zoenen.'

'Met Lola! Dat telt niet!'

'Nee, maar het is wel een beetje raar hè?'

'Ik heb drie jongens gezoend deze avond.'

'Dat heb ik niet gezien hoor.'

Ik lach wat bitter. 'Dat zou betekenen dat ik lesbisch ben met Lola. Je kán geen relatie hebben met Lola.'

'Ik heb het helemaal niet over Lola,' zegt hij. 'Maar je bent wel veel bij Fivel, en Fivel is mooi.'

Ik staar uit het raam. Verderop laten buurtkinderen de straat ontploffen met rotjes.

Wat als ze het hem verteld heeft?

Ik kijk naar hem opzij. Opeens schaam ik me; schaam ik me voor wat ik Fivel verteld heb, voor wie ik ben, voor wie ik gevallen ben en welk label daarbij hoort en ik raak in paniek.

Ik wil niet verliefd zijn op meisjes.

Ik zoen hem.

Ik haat alles aan de kus. Het is nog erger dan al die jongens die ik vanavond gezoend heb van wie ik de naam niet wist, maar ik moet het bewijzen; moet bewijzen dat ik niet op meisjes val en Fivels vriendje makkelijk kan afpakken. Hij ruikt naar drank, zijn tong voelt als een vieze slak en ik zweet en ik begin nog erger te zweten als hij zijn handen onder Fivels trui steekt, die ik weken geleden geleend heb en nooit terug gebracht heb.

Maar ik moet het leuk vinden. Ik moet wel. Ik heb geen keus.

Hij haalt zich los door mijn gezicht vast te pakken en me weg te schuiven van zijn gezicht. 'Jij zoende mij eerst,' zegt hij dan. 'Dus nu mag je Fivel niks vertellen.'

Ik ben verward. 'Wat?'

'Je mag het haar niet vertellen, en als je het doet, dan zeg ik dat jij mij eerst kuste.'

'Maar dat was toch de bedoeling?' vraag ik. 'Dat ze er achter zou komen?'

Hij laat mijn gezicht los. 'Ik ben van gedachten veranderd. Ik wil haar niet kwijt.'

'Eikel.'

'Schiet op. Ik moet terug voor ze mijn huis afbreken.'

Mijn moeder is wakker als ik de deur in stap. Ze zit in het donker op de bank met de baby die ze zojuist heeft gevoed en kijkt me met grote ogen aan.

'Dus toch!' zegt ze dan blij. 'Je hebt toch een vriendje!'

'Wat?'

'Ik zag je zoenen. Met die jongen.'

'Mama! Gadver!'

Ze giechelt. 'Heb niet heel lang gekeken hoor.'

Ze kijkt neer op de baby. Ik voel me altijd extra slecht in het bijzijn van baby's, alsof hun onschuldige goedheid mijn slechte levenskeuzes extra uit proportie trekt.

'Wie is hij?' vraagt ze nieuwsgierig. Ze staat op met de baby in haar armen en trekt mijn trui recht, plukt er wat pluisjes van af.

'Timo,' zeg ik - heel zacht.

Ze stopt met haar gepluk.

'Timo, als in...?'

'Fivel vriendje,' zeg ik - nog zachter.

Haar gezicht vertrekt. 'Ben je serieus Sigrid?'

Ik knik, afgemat en verslagen.

'Dat kan je niet maken,' zegt ze, en ze is niet boos, maar teleurgesteld. 'Dat kan je echt niet maken, Sigrid. Na alles wat die meid voor je gedaan heeft...'

Ik begin te huilen.

'Hij wilde dat ik hem zou zoenen!'

Mijn moeder schudt passief met haar hoofd en loopt langs me heen. 'Ze brengt je verdorie elke dag naar school, helpt je met je huiswerk, zet je zusjes kamer in elkaar, en dit is wat jij doet?'

Ze heeft gelijk. Daarom zeg ik niks en huil ik slechts.

'Nou ja, gelukkig nieuwjaar, al heb je jezelf nu al in de problemen gewerkt.'

Een gelukkig nieuwjaar is het niet. Ik hoor op nieuwjaarsochtend te werken en ik vergeet het. Dan bellen ze me en word ik ontslagen en ik vind het niet erg, want ik weet niet of ik nog in hetzelfde gebouw als Fivel wil werken.

Mama en ik eten oliebollen als ontbijt. De baby slaapt nog.

'Nog met Timo gesproken? Of Fivel?'

Ik schud mijn hoofd. Ik ben doodop.

'Ik denk dat het beter is als je het wel doet.'

'En dan wat? Hun relatie verbreken?'

'Nee, maar je kan beter eerlijk zijn.'

Ik was al heel jong toen ik leerde dat eerlijkheid geen schone zaak is. Mensen waarderen eerlijkheid niet; het brengt ex-stiefvaders met zich mee, gebroken harten en alleenstaande, zwangere moeders.

'Net zoals jij altijd eerlijk bent over je gesprekken met Richard zeker.'

Het flapt er zo uit.

'Wat?'

Ik haal mijn schouders op en lik wat poedersuiker van mijn bord. 'Je had hem nog zo gezegd dat hij op moest donderen, maar zo gauw ik bij het ziekenhuis aan kom, staat hij tegen jouw ontplofte onderste aan te kijken en mag ik de ruimte niet in.'

Ze is verontwaardigd.

'Dat was alleen- dat was alleen omdat jij in Ameland was. Ik wilde je uitstapje niet onderbreken en ik- ik had verder niemand en-'

Ik sta op. 'Gelukkig nieuwjaar.'

Op de tweede dag van het jaar, krijg ik een berichtje van Fivel.

Wil je hond uitlaten?

Ik vraag me af of haar hond Hond heet of dat ze de boodschap zo duidelijk mogelijk wil maken.

Oke.

Ze is begonnen met roken door het feestje, zegt ze, want iedereen waarmee ze was rookte en daardoor rookte zij ook en haar nieuwjaarsvoornemen is om te stoppen met iets waar ze met nieuwjaar mee begonnen is.

We staan op het viaduct.

'En die van jou?' vraagt ze. 'Wat is jouw nieuwejaarsvoornamen?'

'Geen gehoorbeschadiging krijgen van Hanna's gejank.'

'O,' mompelt ze. 'Cool.'

We zijn stil.

Ik vraag me af of Timo het haar verteld heeft, maar ik gok van niet.

Dan vraag ik het gewoon. Er bestaan geen geheimen meer.

'Ben je echt zo hetero dat je meisjes kan kussen zonder iets te voelen?'

Ze haalt haar schouders op en neemt een trek. Dat is het enige antwoord dat ik krijg en het zegt meer dan duizend woorden kunnen doen.

'Timo was boos hè?' vraag ik.

'Ja,' zegt ze. 'Daarom kuste hij jou ook.'

Dus hij heeft het wel gezegd.

Eikel.

'Wacht wat?' zeg ik dan. Er spring hoop in me op. Hij kuste mij; dat betekent dat hij niet heeft gezegd dat ik hem kuste.

'Lekkere vriendin ben jij,' zegt ze kort.

'Het was niet mijn idee om-'

'Nee, maar eerst ben je verliefd op mij en dan kus je hem.' Ze kijkt naar me opzij. Ze kijkt naar me alsof ik hondenpoep ben. 'Wat voor ziek spel speel jij?'

Dan schiet ze haar peuk weg. Ik kijk naar hoe het naar de snelweg valt terwijl zij met Hond de hond wegloopt.

Ik huil weer als ik naar huis loop. De Baby jankt keihard en ik smijt de badkamerdeur achter me dicht en douche misschien wel een uur. Dan stuur ik Timo een berichtje - een hele korte: klootzak, maar hij reageert niet.

Ik zoek een nieuwe baan. Ik krijg er diezelfde week nog één als serveerster bij een café omdat er vrijwel geen jongeren zijn in het dorp en ze je al aangenomen hebben zo gauw je de drempel over stapt. Het is kutwerk, ik doe alles fout, er zitten alleen maar vieze oude mannetjes en één van de koks is een eikel, maar mijn moeder heeft geen inkomen nu ze zwanger is en ik weet dat als ik bijna sterf, dingen kapot maak of per ongeluk fraude pleeg bij de belastingsdienst, ik voor al mijn eigen kosten zal moeten opdraaien.

Baby's zijn dan ook verdomd duur. We kopen de goedkoopste luiers, potjes, kleertjes en flesjes, en toch is ze nog duur. Een slechte investering, dat zeker.

Nu ik geen vrienden meer heb, is het best makkelijk om geld te verdienen. Ik heb geen zin meer in school en verpest mijn tentamens omdat Fivel op school zit en ik wil niet thuis zijn, dus ik werk zoveel als ik kan.

'Een vijf?' Ik hoor het aan zijn stem: hij is niet blij. Teleurgesteld. 'Ik had beter van je verwacht, Sigrid.'

Meneer Visser loopt bij me weg met een bezorgde frons en verder zegt hij helemaal niks.

Fivel en Timo zijn nog steeds bij elkaar.

Lola heeft het druk omdat ze een activistenclubje heeft gestart en mij toch echt te onverschillig vind voor de politiek.

De anderen spreek ik ook niet.

Ik ben een spook.

Het is gek hoe aanwezig iemand kan zijn die nooit praat. Ik mis Fivel. Ik mis alles aan haar en ook het feit dat ze boos op me kan zijn. Ze werd niet eens boos tijdens onze wandeling. Het was geen rechtszaak; het was als een executie. Je hoofd ligt er af, jammer zeg, maar dat laat ik door anderen opruimen. Je kan nu tenminste niet meer praten want ik wil je ook niet meer horen.

Geen kans.

Geen gesprek.

Klaar nu.

Het is een keer als ik weer kom van werk dat mijn moeder met De Baby op de bank zit. Het draagt soms kleertjes, maar is nog steeds als een soort krijsend wezen vol vel en vouwen. Het lacht niet, het herkent niet, het spreekt niet; het maakt geluid, het eet en het poept.

Maar met die nieuwe kleertjes is ze best schattig.

Ik zie het nu ook.

'Mag ik haar vasthouden?'

Het is de eerste keer dat ik het vraag. Mijn moeder kijkt op en zij beseft zich hetzelfde. Ze lijkt blij.

'Ja. Ja, natuurlijk. Haar hoofdje vasthouden hoor.'

Het zachte, lichte en naar babyshampoogeurende bundeltje wordt in mijn armen gelegd. Het voelt raar om zoiets breekbaars en kwetsbaars in mijn handen te houden. Ze kan helemaal niks en ze moet er met haar hele leven op vertrouwen dat ik haar goed vasthoud.

Dan blazen de buurjongens onze nieuwe brievenbus op met rotjes.

Dan begint ze te krijsen.

Continue Reading

You'll Also Like

61.3K 578 10
"Yasmine! wat ben je allemaal aan het doen!" Tot mijn verbazing is mijn moeder bezorgd. Nou.. ze klinkt bezorgd. ze is nooit bezorgd. Mijn moeder haa...
2.2K 17 32
dit verhaal gaat over een 14 jarig meisje alana ze is een nederlands meisje opgegroeid in amerika haar ouders hebben een eigen bedrijf waar alana als...
276 44 15
Lang geleden, bestond er eens een koninkrijk. De 'mensen' daar waren anders dan wij. Er stroomde goud bloed door hun aderen, hun ogen hadden een fel...
59.6K 2.1K 33
Vrachtpiloot en handelaar Jayden Aktar botst tijdens een bezoek aan een van zijn favoriete ruimtestations tegen de exotische en uitbundige Emma op. A...