Onmacht {Het Oog der Engelen}

By Skykroon

14.1K 1K 94

Het oog der engelen Boek 1 - Onmacht Mijn oma vertelde me altijd verhalen, en deze gingen over engelen... More

Proloog
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Usmork
Heran's plan
Laat me gaan
Het verhaal van Fióna
Het Maiden
Shakespeare
Maori?
Ik kan het niet helpen
Visioen
Drakentaal
Winter
Als Ying en Yang
Untitled
De schreeuw
Praktical Myth Academy
Helleveeg!
Paarse steek
Hoofdstuk 26
Hoofdstuk 27
Hoofdstuk 28
Hoofdstuk 29
Hoofdstuk 30
Hoofdstuk 31
Hoofdstuk 32
Hoofdstuk 34
Hoofdstuk 35
Hoofdstuk 36
Hoofdstuk 37
Hoofdstuk 38
Hoofdstuk 39
Hoofdstuk 40
Hoofdstuk 41
Hoofdstuk 42
Hoofdstuk 43
Hoofdstuk 44
Hoofdstuk 45
Hoofdstuk 46
Hoofdstuk 47
Hoofdstuk 48
The end!

Hoofdstuk 33

162 14 0
By Skykroon

"Jullie horen hier niet te zijn. En jij al helemaal niet Dadin." We zijn uitgekomen bij een donkere ruimte. Het gekke is dat er alleen een paar tafels met allerlei flesjes en een kast met boeken. "Aenseryn. Ben jij echt mijn zus?" Ik had het hem echt moeten vertellen. Wat voor vriendin ben ik in godsnaam. Aenseryn schuift ons allebei een stoel toe, waar we op neerzakken. Ook zij gaat op een stoel zitten en kijkt Dadin diep in zijn ogen. "Ja. Dat ben ik. Het is een lang verhaal. Ik ben nu 28. En ook ik ben geboren met een geschrevening, zoals je ziet." We knikken begrijpend. Je ziet het duidelijk aan haar ogen. "Alleen uit angst voor mij ben ik opgesloten. Tot er op een dag een vrouw langs kwam." Aenseryn wenkt naar een groot schilderij aan de muur. Er staat een oude vrouw op, met voor haar een klein kind. Ik sta op, en loop naar het schilderij toe. Die vrouw... "Binkhorst." Zeg ik zacht, en voel rillingen over mijn rug lopen.
"Dat klopt. Zij was net als jij Serena." Haar ijzige ogen lijken door me heen te boren. "Is Binkhorst een aardengel?" Vraag ik.
"Ja." Zegt Aenseryn, en ik ga terug op de stoel zitten. "Maar zoals je misschien al weet was Binkhorst niet de enige." Dat klopt. Ik weet dat heel goed. Mijn oma is er zelf ook een.
"Sarah Maria Kronenburg. Zij en Nel Binkhorst werden allebei van aarde geplukt. Letterlijk. Usmork ontvoerd al eeuwen aardengelen. Zo ook de twee jonge meiden Sarah en Nel. Ze werden beide opgesloten door de opa van Juaron. Snappen jullie het nog?" En of ik het snap. Mijn oma heeft bijna het zelfde meegemaakt als ik. Vreselijk. Ook Dadin knikt, maar hij kijkt wat moeilijk. "Dus,' gaat ze verder.'Maar De Vader van Juaron, Po Liederecht Umne, werd verliefd op Sarah." Ik voel me misselijk worden en sla mijn handen voor mijn mond.
"Sarah liet hij vrij, als ze maar bij hem zou blijven. Met Nel liep het anders af. Zij raakte in de macht van Zeno, de vader van Po, die toen de macht had. Ze werd getraind, ze werd sluw en slinks. Sarah trouwde met Po Liederecht, en kregen twee kinderen." Ik voel hoe ik kort ademig word. Ik weet dat die kinderen mijn moeder en Juaron zijn. Maar het verhaal er achter doet me nog misselijker worden.
"Juaron werd als eerste geboren. Toen Sarah in verwachting was van jouw moeder, veranderde er veel. Zeno overleed, en Po werd koning. Ook werd hij gemeen. En Sarah vluchtte naar aarde. Daar beviel ze van haar dochter Marjolein. Nel had ondertussen zo veel kracht en was naar Zárácin gekomen, waar ze mij zogenaamd bevrijdde." Aenseryn ademt diep in, en kijkt me dan aan. "En nu ben ik hier." Dadin staat kwaad op. "Waarom wist ik dit niet? Waarom wist ik niks van jouw bestaan af?" Ik pak Dadin's hand vast om hem te kalmeren. Maar hij rukt zijn hand snel los. "Raak me niet aan. Jij wist dat ze bestond. En zei niks!" Snel kijk ik de andere kant op. "Dadin, we wilde je beschermen. Tenminste, ik wilde je beschermen. Heran zal het zelfde gedacht hebben." Tranen springen in Dadin's ogen, en ik hoor hem zacht snikken. "Dadin lieverd, laten we als dit achter de rug is contact op nemen met onze vader. Ik heb hem in geen 23 jaar meer gesproken." Dadin geeft een trap tegen de stoel aan. "Daar had je verdomme wel eerder mee kunnen komen. Hij is dood oke!" Ik hef mijn hoofd op, om te kijken wat de reactie van Aenseryn is. Ze staart. Meer doet ze niet. "Dadin.. sorry.. Dat wist ik niet." Hij pakt de stoel op, die omgevallen was, en zakt er op neer. Zijn gezicht verbergt hij in zijn handen. Ik en Aenseryn kijken elkaar aan, niet wetend wat we moeten zeggen.

''Dadin.. Ik .. het spijt me gewoon.''

''Houd je mond Serena. Ik wil niks meer van je horen.'' Hij draait zijn rug naar me toe, en ik voel iets knappen. Dat iets is de band die Dadin en ik hebben opgebouwd sinds de dag dat ik in het ziekenhuis lag. ''Jongens, wees niet kwaad. Het is gelopen als het gelopen is. En eigenlijk had ik gehoopt dat Dadin niet mee zou komen.'' Ze kijkt naar de grond. Al die negativiteit. We moeten nu gaan vechten, en ons niet laten onderdrukken door het verleden.

''We gaan de strijd met Juaron aan. Voor ons, mij, aarde en voor iedereen die op Usmork en Zárácin leeft.'' Aenseryn zucht opgelucht, en een voorzichtige lach verschijnt op haar gezicht. ''Je hebt gelijk. We gaan vol positiviteit verder.'' Dadin zegt niks. ''Dadin, alsjeblieft.'' Smeek ik hem. Was Ciáran nou maar hier, hij zou de tijd terug kunnen draaien. Ciáran.. ook hij zal boos op me zijn. ''Jullie moeten nu maar gaan, voordat Binkhorst wakker word en er achter komt dat ik weg ben.'' Ik vind het zielig voor Aenseryn. Bijna haar hele leven op een plek waar ze niet thuis hoort. Ik knik naar Aenseryn, Dadin is al opgestaan, en loopt zonder iets te zeggen weg.

''Hij trekt wel bij.'' Zegt Aenseryn zacht.

''Ik hoop het, echt waar.'' Als laatste voegt ze er nog aan toe; "Laat Binkhorst niet in je ogen kijken, ze leest ze."
Ik loop achter Dadin aan, het geheime kamertje uit, het kantoor uit, en door de gangen naar mijn kamer. Het is enorm laat, wanneer ik mijn telefoon tevoorschijn pak zie ik 5 gemiste oproepen van Keelia. ''Keelia, ik kom er aan. Aenseryn heeft ons gevonden." Ik druk Keel snel weg, en haast me naar onze kamer, Dadin komt later wel.

Op de gang kom ik nog een onaangenaam persoon tegen. Iets verder zie ik Limnaden staan, wat absoluut vreemd is. Het zal ondertussen enorm laat zijn. Ik wil langs hem heen lopen, ik heb mijn snelheid geminderd. Hij doet een stap naar links, waardoor hij opnieuw recht tegenover me staat. Met een bocht wil ik om hem heen lopen, maar hij stapt opzij, en staat opnieuw voor me. Vuurspuwende ogen bekijken me. "Wat doet een klein meisje als jij hier zo laat?" Wat haat ik hem. Ik geef geen antwoord en zie hoe zijn ogen onderzoekend langs mijn uitstekende vleugels glijden. Brutaal blijft hij me bekijken. "Er is iets raars met jou." Hij stapt langs me heen, en van het ene op het andere moment voel ik twee vingers tegen mijn rug, tussen mijn vleugels in. De vingers branden, net als mijn huid doet door de aanraking. Ik grom luid, voel mijn lichaam zwaar worden en wil bijna wegvallen. Niet doen. Geen aanval krijgen, dan verraad je jezelf. Ik bijt mijn tanden stevig op elkaar, maar sla onbewust zijn arm weg. Ik blaas hard naar hem, en laat mijn tanden zien. Gewoon, een reflex. Hij grijnst zijn tanden bloot. "Dat bedoel ik. Normaal hebben Anderen geen oncontroleerbare uitbarstingen." Ik wist het. Hij test me uit. Ik kalmeer, maar voel me woedend.

"Waar bazel je over, idioot." Snauw ik naar hem, waarop hij dichter bij me komt staan. Ik voel zijn adem en zijn regelmatige hartslag. Hij is relaxed, en weet wat hij doet.
"Ik probeer alleen te zeggen dat ik weet dat jij niet hier vandaan komt." Onbewust doe ik een stap achteruit.
"Ik zie het aan je ogen, ze vernauwen, aan je houding, je kromt en maakt jezelf zo breed mogelijk.'' Opnieuw doe ik een stap naar achteren. Verdomme. Hij weet het echt.

''Maar het grootste bewijs is dat ik het voel aan je hartslag." Hij heeft een vreemde blik in zijn ogen. Er lopen rillingen over mijn rug. Hij voelde mijn hartslag? Dat zal betekenen dat ook hij.. Binnen een fractie van een seconden staat hij achter me, en ik walg wanneer ik zijn adem in mijn nek voel. Ik hoor een grommend geluid, en zet het gelijk op een rennen. Ik sla rechts af, even recht door, en dan weer links. Bij onze kamer duw ik de deur snel open, en zwaar hijgend laat ik mezelf binnen vallen. Keelia, Alaric en Zanzu kijken me verbaasd aan.

''Wat is er aan de hand?'' Vraagt Alaric, die naar me toe komt en me ondersteund. Ik adem nog heel zwaar, en hij begeleid me naar mijn bed. Ik zak er met een zucht op neer, waarop hij naast me komt zitten, en me tegen zich aan trekt. ''Wat is er überhaupt aan de hand?'' Zanzu komt voor me op de grond zitten. ''Serena is zoals ik vertelde bij Aenseryn geweest..'' Begint ze, en kijkt me aan. Nu moet ik het vertellen. Maar Limnaden zit nog in mijn hoofd. Die hongerige blik heeft me de stuipen op mijn lijf gejaagd. Moet ik dat aan hen vertellen? Of maak ik ze alleen maar ongerust? Ik besluit het maar even voor me te houden.

''Aenseryn zag ons, en toen kwam Dadin er achter dat Aenseryn zijn zus is. Nu is hij boos op me omdat ik het hem niet eerder verteld heb.'' Verward kijkt Keelia mij in mijn ogen. ''Zijn.. Zus? En jij wist dat al langer?'' Ik knik schuldig, en probeer mezelf nog dichter tegen Alaric aan te duwen. ''Ga verder S.'' Zegt hij, en streelt mijn wang. Ik haal diep adem. Nu het moeilijkste. Ik vertel het hen zo uitgebreid mogelijk. Over dat mijn oma en Binkhorst aardengelen zijn, en dat de opa van Juaron, Zeno, de twee toen ze jong waren gevangen nam op Usmork. Zijn zoon, de vader van Juaron, werd verliefd op mijn oma, en trouwde met haar. Tegelijk kregen ze Nel Binkhorst in hun macht, die toen ze ouder was Aenseryn ontvoerde van Zárácin. Mijn oma kreeg Juaron als eerste kind, en toen ze zwanger was van mijn moeder, vluchtte ze naar aarde. Juaron heeft krachten, mijn moeder niet. Mijn moeder dacht dat haar kind niet getekend zal zijn met de gave van de engelen. Maar toch wel. Mijn vrienden kijken me met open mond aan. Ik word stevig vastgehouden door Alaric. ''Jezus,, Heftig..'' Is het enige wat gezegd word. Dat is het ook. Een hele tijd word er niks gezegd. Doordat er niks gezegd word, heb ik het beeld van Limnaden weer in mijn hoofd. ''Gaat het wel?'' Fluistert Alaric in mijn oor. Ik knik afwezig. ''Serena, het is half 2, we kunnen beter eventjes proberen te slapen. We starten morgen om 9 uur met geschiedenis.'' Keelia kijkt me strak aan. ''Ik ga naar Dadin toe, hij zal wel even iemand nodig hebben.'' Ik knik begrijpend. ''Zeg hem dat het me spijt..'' Keelia schenkt me een lieve glimlach, pakt haar pyama van haar bed, haar boeken uit de kast en loopt dan de kamer uit. Zanzu verdwijnt in de badkamer. Ik zucht diep. ''Ik ben Dadin kwijt als vriend hé?'' Ik hoor gemompel achter me. '' Ik weet het niet. Ik ken Dadin niet goed, maar met dat lieve koppie van je kan je het wel goed maken heb ik het vermoeden.'' Dadin is heel lief, maar breekbaar. ''Ga je om kleden en dan naar bed, het komt goed.'' Zanzu komt de badkamer uit, en klimt gapend in het bed boven dat van mij. Ik wurm me los uit de greep van Alaric, en loop de badkamer in me om te kleden. Ik trek mijn kleren uit, en laat de witte nacht japon over mijn hoofd heen zakken. Moeilijk wurm ik mijn vleugels door de twee gaten op de rug van de pyama. Even kijk ik in de spiegel, maar wanneer ik mijn gezicht zie, rood gevlekt, met donkere kringen om mijn ogen, loop ik zuchtend weg. Het licht in de kamer is uit, en ik stap mijn bed ik. Aantal minuten lig ik te denken, over mijn oma, over Juaron, Aenseryn en nu ook over Limnaden. Nog steeds slaap ik niet. Ik pak mijn telefoon en ontgrendel hem. De tijd geeft 03.18 aan. Als ik nu niet ga slapen kan ik straks niet eens wakker blijven. Ik kijk naar het bed van Alaric. Hij ligt helemaal tegen de muur aan gedrukt, en met zijn gezicht naar de muur gericht. Ik stap uit bed en loop geluidloos naar hem toe. Hij ziet er schattig uit, en met een glimlach til ik zijn deken op, en stap ik zijn bed in. Met mijn rug naar hem toe gekeerd stop ik mezelf in in zijn deken. Onder gemompel draait Alaric zich om. ''Serena?'' Brengt hij uit. ''Ik kan niet slapen..'' Piep ik zacht, waarop Alaric zijn arm om me heen slaat, en me dicht tegen zich aan drukt. Ik voel zijn warmte en zijn adem in mijn nek. Het geeft me een veilig gevoel. Terwijl hij met zijn hand over mijn buik wrijft, val ik in slaap.

Continue Reading

You'll Also Like

3K 87 59
hey, dit is mijn bankzitters verhaal en ik hoop dat jullie hem een beetje tof vinden. ik ben beginnende schrijven maar hoop dat het allemaal duidelij...
5.9K 58 15
Stella is een meisje ze is 19 jaar . Als ze op een dag van werk fiets had ze nooit verwacht dat miss wel de laatste dag kon zijn
388K 19.9K 43
Het leven van de zeventienjarige Rose wordt overhoop gegooid als zij een Gekozene blijkt te zijn. Gedwongen om iedereen achter te laten waar ze van h...
1.9K 380 38
Ze wil niet meer vluchten, dat weet Melody Summers zeker. Vast besloten om de rollen om te draaien, begint ze aan haar nieuwe baan. Maar wanneer de p...