Onmacht {Het Oog der Engelen}

By Skykroon

13.9K 1K 93

Het oog der engelen Boek 1 - Onmacht Mijn oma vertelde me altijd verhalen, en deze gingen over engelen... More

Proloog
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Usmork
Heran's plan
Laat me gaan
Het verhaal van Fióna
Het Maiden
Shakespeare
Maori?
Visioen
Drakentaal
Winter
Als Ying en Yang
Untitled
De schreeuw
Praktical Myth Academy
Helleveeg!
Paarse steek
Hoofdstuk 26
Hoofdstuk 27
Hoofdstuk 28
Hoofdstuk 29
Hoofdstuk 30
Hoofdstuk 31
Hoofdstuk 32
Hoofdstuk 33
Hoofdstuk 34
Hoofdstuk 35
Hoofdstuk 36
Hoofdstuk 37
Hoofdstuk 38
Hoofdstuk 39
Hoofdstuk 40
Hoofdstuk 41
Hoofdstuk 42
Hoofdstuk 43
Hoofdstuk 44
Hoofdstuk 45
Hoofdstuk 46
Hoofdstuk 47
Hoofdstuk 48
The end!

Ik kan het niet helpen

291 22 0
By Skykroon

Ik sta samen met Keelia op, en kom achter de bosjes vandaan. Het dorpje ziet er niet anders uit dan normaal, alleen zijn een paar mensen bezig met het opbouwen van een kleine markt. Ik klop mijn billen af van het gras waar we al die tijd op hebben gezeten, en loop dan weer het pad op. Het word drukker naar mate we verder het plein op lopen. Er staan mensen bij de fontein, sommige zitten op de rand druk te kletsen over weet ik veel wat. Ik bekijk de mensen. Allemaal elven, met en zonder vleugels. Kinderen, ook met en zonder vleugels. Het is gezellig en de sfeer zit er goed in. Maar dan valt mijn oog op een elf, in rolstoel. 

De elf ziet er een beetje zwak uit, zijn huid is namelijk vrij bleek. Hij heeft erg opvallend oranje-rood haar dat in een staart naar achter zit. Zijn gezicht is smal. Ik herken hem. Maar waar van?

Lang hoef ik niet op het antwoord te wachten, de jongen kijkt op, en zodra hij mijn starende ogen ziet, word hij nog bleker. Al snel trekt de bleekheid weg, en maakt het plaats voor een rode kleur. Zijn gezicht staat op onweer, en woedend kijkt hij me aan. Meteen weet ik het weer. Het is de jongen die Ynlêrya versteende toen hij en de anderen mij wilden ombrengen. 

''Serena, kom je nog?'' De stem van Keelia weerklinkt een aantal meter bij me vandaan.

Ik zou eigenlijk mee moeten gaan, maar ik kan het niet. Niet zonder hem eerst te benaderen. 

''Wacht even Keelia.'' Zeg ik, terwijl Keelia me vol verbazing aankijkt, maar dan toch naar me toe komt. Ik loop naar de jongen toe. Die me nog steeds verwoestend aan kijkt. 

''Cearnaigh?'' Piep ik. Eigenlijk was het t plan om meteen mijn welgemeende excuses aan te bieden voor.. Nouja.. Het vermoorden van zijn zusje. Ja. Ik heb haar doorboord, nee. Daar kon ik niks aan doen. En ja. Ik was me van zijn pijn bewust. Alleen ik had geen keus. Ik kon er niks aan doen. 

In plaats van dat zeggen, stond ik daar maar een beetje, en piepte ik zijn naam. 

''Hoe weet jij nou weer hoe ik heet?'' Snauwde hij.

''Dat.. Dat heb ik gehoord..'' Piep ik weer. Oh god. Ik moet echt zorgen dat ik mijn stem normaal krijg, zo schieten we dus niks op. 

''Hooi Cearnaigh.'' Zegt Keelia vrolijk. 

''Hallo Keelia, kan je dat monster vertellen om hier weg te gaan? Er komen nogal vervelende herinneringen op als ze in de buurt is.'' 

Ik sta met een mond vol tanden. Ik snap waarom hij zo reageert, maar snapt hij niet dat ik er niks aan kon doen?

''Cearnaigh, ze was zichzelf niet, ze had geen controle over zichzelf.'' Heerlijk, als iemand je begrijpt. 

''Kan me niks schelen, daar krijg ik mijn zusje niet mee terug.''

''Doe niet zo..''

''Niks doe niet zo Keelia! Aislin was alles voor me! Echt alles!'' Cearnaigh krijgt tranen in zijn ogen, en begint te hoesten. 

''En ook ik zal nooit meer dezelfde zijn. Ik zal pas over een aantal jaar weer kunnen lopen. Ik had nooit mee moeten gaan.'' Even stopt hij, maar voegt er dan aan toe; 

''Onee, ik had je al eerder neer moeten schieten.''

''Cearnaigh!'' Keelia's stem klinkt dwingend. Ik zeg nog steeds niks.

Op dat moment komt er een andere elf aan, die de nog altijd hoestende Cearnaigh op zijn rug klopt. 

''Rustig Naigh, diep ademhalen.'' Ook dit meisje herken ik. Ze was er niet bij tijdens het gevecht, maar ik heb haar vaak genoeg bespied met Ynlêrya. 

''Dank je Caithlin, je weet hoe ik reageer als ik de moordenaar van Aislin tegenkom.'' Hierop is voor hem het gesprek, wat alleen van zijn kant kwam, gesloten, en hij rijd zichzelf de andere kant op. Caithlin draait haar hoofd naar me toe en bekijkt me goed. 

''S-serena..'' Haar ogen worden groot. ''Wat doe jij hier?'' Ik geef haar angst geen ongelijk. Ik zie er ook vreselijk eng uit. Mijn irissen zijn zwart gekleurd, en mijn handen zijn nog steeds aan een opknapbeurt toe. 

''Rustig, ze is bijna haar oude zelf weer. Zie je.. Ze..''

''Kon er niks aan doen. Ik weet het, maar toch is het best vreemd.'' Haar stem klinkt aardig rustig en geconcentreerd, maar aan haar houding zit haar lichaam vol met adrenaline; Klaar om te vechten of te vluchten. 

''Het spijt me Caithlin. Van alles.'' Ik klink heel oprecht, en dat bedoel ik ook zo. Ik wil niet dat er mensen zijn die míj haten, alleen wie ik wás. 

''Ik weet het.. Ik accepteer het, je was jezelf niet. Er.. Is gewoon veel gebeurd.. Spreek je later Keelia!'' En met dat loopt ze weg, achter Cearnaigh aan. Geweldig. Dus degene die ik (bijna) vermoord heb lopen hier nog rond ook. Ik draai me om naar Keelia. ''Sorry daarvoor..'' Zegt ze. ''Het zal wel vaker gebeurden dat je hier raar word aangekeken. Iedereen kent je hier, maar dat komt wel goed.''

''Ik hoop het..''

''Zullen we nu maar gaan? Dan kan ik mijn tas in gaan pakken.'' 

''Klinkt als een goed idee.'' Zegt ik met een glimlach naar haar.

We verlaten het plein, en komen weer aan bij het rijtje huizen. Myrene staat voor de deur te wachten. 

''Was niet zo fijn zeker, dat je Cearnaigh tegenkwam?'' 

Ik kijk haar verbaasd aan. Hoe weet ze dat? 

''Ik weet alles, taku tamahine.'' Keelia stoot me aan. ''Dat betekend Mijn Dochter.''

De vrouw kijkt me liefdevol aan. Zo kijkt ze naar mijn weten altijd. Maar om op haar vraag terug te komen; Fijn? Nee. Het was eerder gewoon zwaar klote. 

''Dat begrijp ik. Maar het komt allemaal goed. Ik heb trouwens met Aidan gepraat. En hij heeft na een hele tijd toestemming gegeven. Ik moest sorry van hem zeggen.''

Ineens komt er iets in me op.

''Hoe weet u steeds wat ik wil zeggen?''

Ze lacht. ''Dat is voor mij ook een vraag taku tamahine. Ik kan het gewoon zien aan je gezicht.'' 

Wat heb ik toch een bewondering voor die vrouw. Ik glimlach vriendelijk naar haar; ik weet gewoon niks te zeggen.

''Kom Sereen, we gaan mijn tas inpakken.'' Keelia pakt mijn hand vast, en sleurt me mee de trap op, naar een klein kamertje met een eenpersoons bed, een kast, en een wand vol met wapens. Ik bekijk de wapens goed. Wat zijn ze gaaf!

''De eerste kreeg ik van mama toen ik 4 was. Ik begon met vechten toen ik 7 was. En ik versloeg mijn eerste tegenstander op de dag dat ik 8 werd. Het is mijn leven, en heb er al aardig wat bekers mee gewonnen!'' Vol trots trekt ze de kast open. Aan de ene kant liggen een paar kleren, en aan de andere kant staat de kast vol met bekers. 1e plaats, tweede plaats, derde plaats, ik tel vlug; het zijn er minimaal 20. 

''Dat is echt geweldig Keelia!'' Ik dacht even na. Kan ik nu iets vertellen? Waar was ik goed in? Tekenen. Maar daar heb ik nooit iets mee gedaan. Behalve de tekening van de engelen... Maar ik kon geen moed vinden om het dáár met haar over te hebben. Dat is gewoon net iets te persoonlijk, en raar.

''Wat zijn jouw hobby's?'''OH nee, ik had juist zo gehoopt dat ze die vraag gewoon niet kon stellen. ''Ik ben gek op tekenen..'' Zeg ik nogal bescheiden. ''Cool.'' Is haar antwoord daarop, terwijl ze zich in haar kast heeft gestort en zoekt tussen haar kleding. Wat ben ik blij dat ze er niet op door gaat. Wat me wel te binnen schiet, gooi ik er uit voor ik er erg in heb.

''Waarom noemde jouw moeder mij haar dochter?'' 

''Mijn moeder is.. Hoe zal ik het zeggen. Soms nogal apart. Ze legt snelle verbindingen met mensen. En ja.. Omdat jij een vriendin van mij bent.. Er zit niet echt een duidelijke reden achter.''

''Ik vind het lief.'' 

''Is het ook, maar soms ook een beetje raar, voor degene die haar überhaupt verstaan.''

Ik lach, ik had eerder maar een paar keer gehoord over die taal, ik weet er verder niks over. 

''Ik ben klaar met inpakken!'' Keelia laat een klein tasje zien, waar 1 broek en 1 shirt met lange, 1 met korte, en 1 kort topje in zitten. 

''Is dat alles?'' Ik lach hard op. Als ik vroeger een langere tijd weg ging van huis, had ik soms wel meerdere hutkoffers bij me. En dan nog kwam ik altijd in het knoop met kleding. 

''Ik heb niet meer nodig, ik weet hoe ik moet wassen. Ik neem een steen, water, en een poetsdoekje, en dan kan ik de volgende dag nog mijn kleren aan.''

''Als of je altijd en overal een steen bij de hand hebt. Hahaha..'' 

Keelia kijkt me met een brede glimlach aan. ''Dat heb ik inderdaad.'' 

Mijn lach verdwijnt en ik geef haar een verdwaasde blik terug, waarop ze een paar spullen aan de kant schuift zodat de vloer leeg is geruimd. Ze steekt haar handen vooruit, en richt ze op de houten vloer. Na wat ritmische bewegingen vormt zich uit het hout een stenen plateau. Mijn mond valt open, en het is een wonder dat mijn onderkaak niet los is geraken en op de grond is neer gekomen. 

''Best wel cool he?'' Keelia knipoogt naar me. Hebben ze dan allemaal een soort kracht? Het lijkt Avatar wel, wat ik vroeger altijd op tv keek. 

''Keelia, haere hunga ara toka!'' word er geroepen van beneden. 

''Sorry mam!'' Roept Keelia terug, waarop ze met een vlug handgebaar de rots laat verdwijnen. 

''Mama zei dat ik de steen weg moest halen. Hij steekt beneden uit als ik hier het hout verander in steen.'' Ze gniffelt, en gooit haar tas over haar schouder. 

''Let's go!'' Oppert ze, en loopt met een snelle pas naar beneden, ik achtervolg haar. 

Beneden aangekomen zit Ciáran op de bank met een tas op zijn schoot. 

''Uw kleding mevrouw.'' Zegt hij met een knipoog. Wat is het toch een schat. 

''Dank u meneer.'' Antwoord ik, terwijl ik naast hem op de bank neerzak, en automatisch tegen hem aan leun. Waarom? Omdat het fijn voelt.

''Ik heb met Dadin gepraat, hij gaat graag met jullie mee. Hij staat hier morgenochtend voor de deur.''

''Dat is geweldig! Dus.. hoe laat vertrekken we?''

''8 uur. Dat is een mooie tijd.'' 

Even is het stil. Geen van ons vieren zegt iets. 

''Ik denk dat ik zo maar moet gaan, het is al laat, en ik wil niet dat ik lig te pitten morgen ochtend en daardoor onbereikbaar ben voor jullie.''

''Dat is heel lief van je. Maar ik denk dat je niet wakker over ons hoeft te liggen.'' Keelia kijk Ciáran uitdagend aan, waar hij zich ongemakkelijk door voelt.

''Ik wil gewoon dat jullie uitkijken.''

''Ik beloof niks.'' Zegt Dadin, die met een tas op zijn rug het huis binnen stapt. Keelia loopt op hem af en geeft hem gelijk een kus. 

''Ik ben blij dat je mee gaat.'' 

''Natuurlijk ga ik mee, iemand moet toch oppassen?'' 

Ik en Keelia beginnen tegelijk tegen te sputteren, maar worden allebei stil als Ciáran op staat, en bij Dadin gaat staan.

''Dadin.'' Zegt Ciáran, met een bescheiden knikje.

''Ciáran.'' Reageert Dadin, ook met een bescheiden knikje. 

Ciáran draait zich om naar mij. ''Ik denk dat ik maar ga, loop je even mee Serena?''

Ik sta op en loop naar hem toe. ''Keelia, let jij op Serena?'' 

''Natuurlijk Ciáran.'' Antwoord ze liefjes.

''Tot ziens Dadin.'' Dadin reageert er niet eens op, en blijft in huis achter terwijl ik Ciáran volg naar buiten, tot we de tuin uit zijn. 

''Ik voel me hier helemaal niet fijn bij.'' Begint Ciáran. Ik rol met mijn ogen.

''Kom op, ik ben geen klein kind meer.''

''Je bent nog niet helemaal.. Stabiel.''

''Echt wel.''

''Nee niet.''

Ik kijk hem boos aan. 

''Sorry lieverd. Het is gewoon, ik ken Usmork, de wezens daar en.. Daar horen geen lieve engelenmeisjes.'' Hij strijkt zo liefelijk langs mijn wang, dat ik er kriebels van krijg. 

''Komt goed. Ik zal je elke dag bellen, en heel lang blijf ik niet weg.''

''Beloof je het?''

''Ik beloof het.''

Ciáran pakt mijn gezicht tussen zijn handen en drukt zijn lippen tegen de mijne. Ik kus hem terug, en na een paar seconden omhels ik hem. 

''Het komt allemaal goed. We vinden E.. Ella.. En dan zoeken we uit hoe ik weer normaal word.''

''Eleija.''

''Ja dat.'' 

''Oke. Je houd me echt op de hoogte hé?''

''Ja Ciáran, dat zei ik net al.''

''Gelukkig maar.. Dan.. Ga ik maar denk ik. Heb je je engelensteen?''

Vol trots haal ik de ketting onder mijn jurk/shirt vandaan en laat hem zien.

''Perfect. Dan spreek ik je morgen, doe voorzichtig hé!''

''Zal ik zeker doen.'' 

Ciáran geeft me nog vlug een kus, waarna hij zich omdraait, zijn grote, witte vleugels uitslaat en met grote kracht de lucht in schiet. Rustig draai ik me om, nog steeds mijn hand om mijn engelensteen geklemd. 

Hij heeft me gekust. 

Ik begin te trappelen als een meisje dat voor het eerst haar idool ziet. En dan niet zomaar iemand, iemand als Justin Bieber ofzo. Niet dat ik fan van hem ben, maar iedereen weet hoe sommige meisjes op hem reageren. 

Dit moet ik aan Keelia vertellen. Ik been me naar binnen, waar Myrene, Dadin en Keelia op de bank zitten. ''Keelia, ik ben moe, zullen we naar bed gaan?''

Keelia kijkt op en Dadin antwoord; ''Misschien is dat wel handig, morgen word een zware dag.''

''Ik heb een matras opgemaakt naast mijn bed, daar kan je vanavond slapen Serena.''  Mooi. Dan krijg ik in ieder geval de kans om Keelia over Ciáran te vertellen. 

''Ik slaap weer op de bank.'' Vertelt Dadin over-opgewekt. Keelia lacht, en Myrene kijkt goedkeurend van mij naar Dadin. ''Dit zal jullie zeker  lukken. Ik hoor jullie wel weer. Angitu aku tamariki.'' Ze geeft ons alle drie een kus op ons voorhoofd, waarna ze naar boven loopt. 

''Ze wenst ons succes. We zien haar niet meer, ze staat altijd 4 uur op en gaat dan de weide in om groente te halen bij de boer.''

''Het is echt een geweldig mens.'' Zegt Dadin, terwijl hij een deken onder de bank vandaan haalt, en daar onder gaat liggen. 

''Welterusten meiden'' Zegt Dadin.

''Welterusten Dadin.'' Zeggen ik en Keelia in koor, draaien ons om en lopen de trap op. 

''Nachtkusje?'' Dadin zet een zielige stem op, en lachend draait Keelia zich om. 

''Ik kom er zo aan.'' 

Ik loop de kamer in, en zoals ze al zei is er een matras opgemaakt voor mij. Nu staat de kamer letterlijk helemaal vol. Het is zo anders dan mijn eigen kamer, die is waarschijnlijk 3 tot 4 keer zo groot, mijn hele vriendengroep heeft in de derde klas van de middelbare school bij mij geslapen. Toch trekt een kleine kamer me wel, lekker knus. Een stapel boeken trekt mijn aandacht. Ik loop over het matras naar een klein laag kastje in de hoek van de kamer, en bekijk de boeken. Het zijn schoolboeken. Hele normale vakken. Aardrijkskunde, wiskunde, Nederlands, Engels, Frans, geschiedenis en biologie. Keelia leidde een best normaal leven, net zoals ik dat vroeger had. Alleen leven we allebei in een andere wereld. Ergens heb ik het gevoel dat ik nooit thuis heb gehoord op aarde. Ik had veel vrienden, een enorm lekker vriendje, een fijne familie (Op mijn vader na) en ik haalde goede cijfers op school. Ik had álles wat mijn harte begeerde. Maar toch voel ik dat ik hier hoor. Ik heb hier een taak, en die ga ik volbrengen. Koste wat het kost. 

Zodra Keelia binnen komt, vertel ik haar over Ciáran, en ze luistert aandachtig. 

''Zoooo romantisch! Zijn jullie nu een stel?''

Weet ik niet eens. 

''Ik weet niet Keelia, iets zit nog niet lekker. Maar op dit moment. Hij is zoooo lief! Echt, de eerste keer dat ik hem zag, was het een koude, kille rotzak.. Maar nu..''

We gaan nog een tijdje door met praten. Over van alles. Jongens, ik heb haar nog gevraagd over haar school, en over haar broer. 

Vlak voor ik in slaap val, flitst de laatste zin waar ik aan dacht voor Keelia binnen kwam, door mijn hoofd. Ik heb hier een taak, en die ga ik volbrengen. Koste wat het kost. 







Continue Reading

You'll Also Like

2.6K 109 18
de bankzitters hebben allemaal kinderen gekregen maar op een jonge leeftijd dus hebben ze ze bijna allemaal ter adoptie gezet ( hebben ze echt heel v...
14.7K 1.1K 23
Vervolg op Wings of Fire Dus, je bent een pegasus, je hebt vrienden en gaat het dit schooljaar makkelijk halen. Niks om je zorgen over te maken, beha...
9.4K 773 42
♥ Wattys 2021 winnaar in de categorie Fantasy en beloond met de prijs voor "grootste twist"! ♥ Vastbesloten om wraak te nemen op de moordenaars die h...
23.8K 818 35
Letterlijk heel mijn leven ligt ondersteboven. Dit had ik niet verwacht en eigenlijk had ik gehoopt dat ik er nooit in betrokken werd. VOLTOOID