33

134 11 1
                                    

"Bella? Ben je wakker?" hoor ik iemand vragen. Het is een bekende stem. Ik ken hem echt, maar ik kan er niet bij. Het ligt op het puntje van mijn tong maar ik kan er niet op komen.

Ik open mijn ogen een klein beetje. Fel, wit licht verblind mijn ogen en meteen sluit ik ze weer.

"Bella! Bella blijf bij me!" hoor ik dezelfde stem paniekerig roepen.

Ik open mijn ogen weer een beetje, maar ik kan ze niet open houden door het licht. Ik schraap mijn keel een beetje, althans, dat probeer ik en met veel moeite komt een raspige stem mijn keel uit.

"Te.... Fel," is het enige dat ik kan zeggen. Meteen gaat het felle licht uit en kan ik mijn ogen iets verder openen. Ik zie een paar blauwe ogen en ik frons. Ik knijp mijn ogen dicht en open ze weer. Dezelfde twee blauwe ogen kijken me aan, een bezorgde blik erin.

En dan herinner ik me de naam weer.

"Niall?" Hij glimlacht en ik zie tranen glinsteren in zijn ogen. "Ja, ik ben het, Bella. Je bent veilig, je bent oké," zegt hij.

Flarden van mijn herinneringen komen terug, waaronder ook dat hij me weg had gestuurd. Waarom is hij hier? Ik snap het niet. Hij gaf niet om me, ik betekende niets voor hem dus waarom is hij hier?

Ik schud mijn hoofd en mijn ogen zakken weer dicht.

"Ik snap het niet," komt er nog uit mijn mond, voordat ik weer wegzak in een diepe slaap.

*****************

Ik open mijn ogen weer. Het is donker in de kamer. Ook is het stil, op de piepjes van alle apparaten om me heen na. Ik ga iets rechterop zitten en voel iets warms op mijn hand. Uit reflex trek ik mijn hand weg, tot ik realiseer dat de hand van Niall op die van mij lag. Hij zit op een stoel naast me en wordt ook wakker.

"Hey, Bella." Zijn stem is laag en schor van het slapen. Ik antwoord niet.

"Bella?" Ik kijk hem aan.

"Wat doe je hier? Waar ben ik en wat doe ik hier?" vuur ik op hem af.

"Ik vond je op straat. Je lag midden op straat midden in een storm. Ik kon je daar niet laten liggen. Ik heb je meegenomen naar het ziekenhuis in het oosten, omdat je veel te licht en veel te dun was," legt hij uit.

"Hoezo 'ik kon je niet laten liggen'? Je gaf toch niet om me? Ik betekende toch niets voor je? Dan had je me net zo goed kunnen laten liggen, ik-"

"Stop! Ik loog, oké! Ik gaf - geef wel om je! Oprecht!"

"Ik wilde niet gered worden," zeg ik koeltjes. "Ik dacht dat mijn strijd eindelijk afgelopen was, dat ik eindelijk kon rusten, maar je hebt het allemaal verpest!

Hij doet zijn mond open om iets te zeggen, maar doet hem dan weer dicht.

"Ik ben moe van het vechten, Niall, ik ben op. Ik kan niet meer. En daar heb ik vrede mee, ik was klaar om te sterven, ik was er echt klaar voor en dan-"

Hij barst in huilen uit en ik val stil.

"Hoe kun je zoiets zeggen?! Hoe kun je nou zeggen dat je dood wilt?!" Ik antwoord niet en staar hem aan. "Ik geef om je en dan krijg ik dit te horen!"

Wat?

"Probeer je me nou een schuldgevoel aan te praten? Probeer je me nou echt daadwerkelijk een schuldgevoel aan te praten voor het feit dat ik dood wil? Je hebt me verdomme weggestuurd, Niall! Ik heb je horen zeggen dat je niet om me geeft, en dan moet ik nu ineens geloven dat je wel om me geeft?! Ik had NIEMAND meer! NIEMAND! Ook jou niet! Hoe durf je me nu zo aan te spreken wanneer het allemaal je eigen domme fout is?!"

"Bella, ik –"

"Wat? Je 'bedoelde het niet zo'? Spaar je excuses voor iemand die het wel wat kan schelen," snauw ik. "En nu oprotten! Weg!"

Hij kijkt me vol ongeloof met open mond aan. "Ik heb je fucking leven gered en dan krijg ik dit ervoor terug?"

"Ik heb je niet gevraagd om mijn leven te redden! Ik had gewild dat je me daar gewoon in de regen had laten liggen, dan had ik nu eindelijk rust gehad!" Pas nu voel ik de tranen die over mijn wangen rollen, net als bij Niall.

Langzaam maar zeker staat hij op. "Ik wilde je alleen helpen." Zijn stem is schor, alsof het elk moment kan breken. Ik kijk weg. Ik kan hem niet aankijken. Ik hoor zijn voetstappen en een tel later mijn bed inzakken naast me. Hij probeert zijn armen om me heen te slaan, maar meteen sla ik ze weg. "Blijf van me af! Ga weg!" schreeuw ik.

Zodra hij de deur uit is beginnen de tranen echt te lopen. Ik laat alles wat ik de laatste tijd in heb gehouden gaan. Hartverscheurende snikken ontsnappen mijn mond. Ik kan dit niet meer. Ik wilde dat het stopte, maar ik ben weer helemaal terug bij af. Ik ben nog lager gezakt dan dat ik al was.

 Er komt een verpleegster binnen en kijkt me met grote ogen aan. Het is een oude, lief uitziende vrouw. "Och meisje toch," fluistert ze. Ze komt snel naast me zitten en neemt me in haar oude, zachte armen. Ik leun tegen haar aan, me overgevend. "Ssssshh.... Je hoeft niet te huilen, meisje. Het komt allemaal weer goed, echt waar," zegt ze zachtjes. Ik schud mijn hoofd. "Het komt niet meer goed, echt niet," huil ik en ik voel me net een baby. "Ik wil dat het allemaal stopt." Even bevriest ze, maar ze herpakt zich weer snel en wrijft over mijn rug.

"Dat wil je niet, echt niet. Geloof me."

Na een tijdje zijn mijn tranen eindelijk op en kijk ik de verpleegster aan. Ze glimlacht lief naar me en wrijft mijn natte wangen droog. "Ga maar slapen, je hebt veel rust nodig. Je bent veilig. Je kunt zo lang slapen als je wilt, toe maar..."

Ik leg mijn hoofd op het kussen en sluit mijn ogen. De zuster wrijft nog een keer door mijn haar en verlaat de kamer dan. Ik trek de dikke deken verder over me heen en al snel val ik weer weg in een diepe, droomloze slaap. 

TroubleWhere stories live. Discover now