2

500 23 3
                                    

"Je moet naar het ziekenhuis!", roept meneer Payne in paniek. "Gaat het? Waar heb je pijn?", vraagt hij vervolgens. Ik glimlach zwak door mijn tranen heen. "Het gaat prima," zeg ik. "Ik geloof er de ballen van. Kom op, we gaan naar het ziekenhuis," zegt hij bezorgd. Hij helpt me met opstaan en met veel pijn loop ik met zijn hulp naar zijn auto. Ik laat me zakken in de bijrijdersstoel terwijl meneer Payne achter het stuur plaats neemt. "Meneer Payne?" vraag ik. "Noem me maar gewoon Liam hoor, maar ja?" Ik knijp mijn ogen dicht door de pijn die ontstaat wanneer de auto begint te rijden. "Waarom kwam je terug?" vraag ik na een paar minuten. Hij laat een stilte vallen. "Ik kon je niet achterlaten. Je was zo bang, zo kwetsbaar. Ik kon het niet, en ik ben zeer blij met de keuze die ik gemaakt heb," antwoord hij. Ik zeg niks en staar alleen maar naar buiten.

Na een aantal uren en onderzoeken in het ziekenhuis blijkt dat alles in orde is, het was gewoon een flinke klap. Wel moet ik een paar dagen rusten, maar verder niks. 

Wanneer ik weer in de auto zit bij Liam, bedenk ik me dat ik helemaal niet weet waar ik naartoe moet. Ik ga nu zeker niet naar huis, en verder heb ik niemand. "Wat is er?", vraagt Liam. Ik kijk hem aan. "Ik heb geen idee waar ik nu heen moet. Thuis is geen optie, en verder heb ik geen opties," mompel ik. "Je kan mee naar mijn huis," zegt hij. Ik kijk hem aan. "Je bent mijn leraar, dat kan echt niet," zeg ik. Hij haalt zijn schouders op. "Wat moet ik dan doen? Je achter laten in een park vol vieze pedo's?" Ik haal mijn schouders op. "I wouldn't care," zeg ik zacht. Opeens rijd hij de vluchtstrook op en stopt hij de auto. "Hoe ben jij zo geworden?", vraagt hij. Ik krijg tranen in mijn ogen. "Het is... Ik word gepest, Liam," zeg ik en meteen rolt er een traan over mijn wang. "Al mijn hele leven hoor ik nergens bij, en ben ik 'dat ene rare meisje'. Mijn moeder is dood, mijn vader is alcoholist en probeert me te verkrachten, elke dag word ik uitgemaakt voor een big, voor een lelijk, raar kind, voor 'het meisje met de grote neus en de lelijke sproeten'. En om heel eerlijk te zijn, ben ik hier zwaar klaar mee," gooi ik eruit. Er glijden tranen over mijn wangen, geluidloos. Ik veeg ze weg en stap uit de auto. "Ik zoek wel een slaapplek," zeg ik voordat ik de deur van de zwarte auto dichtgooi. Meteen stapt Liam uit. Ik loop de bosjes door en vind een leeg plekje ergens in het midden van de bosjes. Liam volgt me en probeert me tegen te houden. "Bella, kom nou gewoon mee! Ik laat je hier echt niet slapen, ik meen het," zegt hij, en een warme golf gaat door me heen. "Ik red het wel. Ik ga niet dood," antwoord ik. Ik ga op het harde, vochtige gras zitten en kijk een beetje om me heen. Liam komt ook tevoorschijn en meteen loopt hij naar me toe. "Het was geen keus of je mee wilde of niet, ik neem je gewoon mee. Hij tilt me op en loopt terug naar de auto. "Liam, ik red me prima," sputter ik tegen. "Dat weet ik, maar ik heb er geen fijn gevoel bij." Hij zet me in de auto en doet de deur dicht. Hij neemt weer plaats achter het stuur en rijd weer verder. 

Als we bij zijn huis aankomen ga ik stilletjes op zijn bank zitten, terwijl hij het logeerbed klaar maakt. Ik hoor hem iets mompelen over het opmaken van het bed, en sta op. Ik loop naar de kamer en blijf in de deuropening staan om hem te zien struggelen met de lakens. Ik grinnik een beetje en zie hem zijn spieren aanspannen in zijn armen. Weer gaat er een warme gloed door me heen. "Heb je hulp nodig?", vraag ik, zachter dan verwacht. Liam draait zich om en met een grijns kijk ik hem aan. "Graag," zucht hij. Ik loop naar het bed en begin het op te maken. "Sorry dat je het zelf moet doen, terwijl jij de gast bent," verontschuldigt hij zich. Ik haal mijn schouders op. "Maakt toch niet uit?" Hij haalt ook zijn schouders op.

Nadat we nog een beetje hebben gegeten zeg ik dat ik op bed ga. "Ja, ik ga ook zo." Ik loop de logeerkamer in, en bedenk me dat ik helemaal geen kleding heb. Ik loop een beetje nerveus naar Liam's kamer ernaast en zie hem zijn shirt uittrekken. Hij staat met zijn rug naar me toe en ademloos kijk ik naar zijn gespierde rug. Hij draait zich om en kijkt me verbaasd aan. "Hey, wat is er?" Een moment zeg ik niks, tot ik me bedenk dat hij iets vroeg. "Ik uuhh... heb geen pyjama," mompel ik en ik word een beetje rood. Liam glimlacht en rommelt een beetje in zijn kast. Hij pakt er een groot, zwart shirt uit en geeft het aan me. "Bedankt," zeg ik snel voor ik wegloop. "Bella?", hoor ik Liam vragen. Ik draai me om en kijk hem vragend aan. "Welterusten." Ik knik. "Jij ook." Hij glimlacht breed en loopt zijn kamer weer in. Ik haal een keer diep adem en loop de logeerkamer ook weer in. Ik trek mijn kleren uit en doe het shirt aan. Ik kijk naar de sneeën op mijn linkerarm, en met een zucht ga ik in het grote, tweepersoonsbed liggen. Ik staar naar het plafond, en denk na over vandaag, en hoe ik morgen moet zien te overleven. Ik sluit mijn ogen en probeer te slapen, maar ik blijf maar piekeren. 
Uiteindelijk is het pas na drieën wanneer ik in slaap val. 

TroubleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu