8

362 22 0
                                    

P.O.V Liam

"NEE!", schreeuw ik. Ik sta op de plek waar ze sprong en kijk wanhopig naar beneden. Een groep mensen komt om me heen staan, terwijl ik iets van Bella zoek. Tranen stromen over mijn wangen. "BELLA!," schreeuw ik. "BELLA!" Na een paar minuten komt er een lichaam boven drijven, en zo snel ik kan ren ik van de brug en ga ik naar beneden via het gras ernaast. "Bella!", roep ik buiten adem. Ik glijd uit en rol naar beneden. Mijn zij doet pijn, maar ik negeer het en ren naar de rand van het water. Ik spring met alles en al het water in en zwem naar het lichaam. "Bella!", huil ik. "Wees alsjeblieft niet dood!" Ik pak haar arm vast en draai haar om, zodat ze met haar gezicht boven ligt. Haar ogen zijn dicht. Ik voel aan haar pols, en ik voel een zwakke hartslag. Ik neem haar mee naar de kant en leg haar in het gras. Ik sla op haar wang, maar ze word niet wakker. "Bella, kom op," fluister ik. Ik knijp haar neus dicht en zet mijn lippen op de hare. Ik blaas zo hard ik kan, totdat ze allemaal water uitspuugt. Met halfdichte ogen kijkt ze me aan. "Liam," fluistert ze zwak. Ik trek haar tegen me aan. "Ik ben hier, ik ben bij je," zeg ik in paniek. Vanuit de verte hoor ik de sirenes van een ambulance. "Het komt allemaal goed, uiteindelijk liggen we samen in mijn bed, en ben je weer vrolijk, en leven we nog een fijn leven. Haar ogen beginnen steeds dicht te vallen en ik begin weer in paniek te raken. "Nee, nee, nee, nee, nee." Ik til haar op en begin naar boven te hollen, zo snel als ik kan. Ik glijd een paar keer weg, maar beland uiteindelijk boven. Ik leg haar op de grond neer en al snel is er ambulance bij. Ze word op een brancard gelegd en de dokters roepen allemaal dingen. Ik spring bij haar in de ambulance, en op hoge snelheid rijden we naar het ziekenhuis. 

In het ziekenhuis ren ik achter iedereen aan, tot ik niet meer verder mag. "Ik moet... Ik moet naar haar toe, alstublieft," smeek ik, maar ik word er niet doorgelaten. Ik ga op een van de harde stoeltjes zitten met mijn hoofd op mijn handen. Ik tik met mijn voet op de grond. Ik moet iemand bellen. Ik snel me naar de telefoon die aan de muur hangt, aangezien mijn mobiel stuk is door het water en tik het nummer van mijn moeder in. Na een paar keer overgaan neemt ze op. "Karen Payne," hoor ik haar vertrouwde stem zeggen. "Met.. Met Liam," begin ik en volledig in paniek begin ik het verhaal te vertellen. Van begin tot eind. "Ik kom er aan, calm down, ze weten wat ze doen," zegt ze en meteen hangt ze op. Ik pak een bekertje water uit de machine en ga zenuwachtig op een stoeltje zitten. 

Een tijdje later komt mijn moeder naast me zitten en slaat ze haar arm om mijn schouders heen. Ik leg mijn hoofd op haar schouder en laat de tranen gaan. "Ik hou zoveel van haar," zeg ik snikkend. "Ik weet het, je begon helemaal te stralen toen je over haar vertelde gisteren, en ook al is ze je leerling, het zou zonde zijn als jullie uit elkaar gingen," zegt mijn moeder. Ik denk na over wat Bell zei, iets van 'neem je elke dag een ander of zo?', en nu snap ik waarom. Ze zag me knuffelen met mijn moeder en dacht dat het iemand anders was. "Meneer Payne?", hoor ik achter me. Ik draai me om en zie een verpleegster staan. "Mevrouw Crawford vroeg om u, ze wil u zien," zegt ze. Ik sta op en loop mee met de verpleegster naar de kamer. 

Een bleke Bella ligt in het witte bed. Met haar ogen half open kijkt ze me aan. "Oh Bella," zeg ik en ik loop naar het bed. Ik neem haar in mijn armen. Het voelt zo vertrouwd. "Het is mislukt," zegt ze met een zachte, zwakke stem. Ik laat haar een beetje los en kijk haar aan. "Het was mijn moeder, Bell, je zag me knuffelen met mijn moeder. Ik zou je nooit bedriegen, nooit," zeg ik. Ze opent haar mond om iets te zeggen, maar sluit hem dan weer. Er rolt een traan over haar wang, die ik wegveeg. "Het spijt me," fluistert ze. Ik schud mijn hoofd. "Is niet nodig, ik hou van je." Ik trek haar weer in een knuffel. "Ik moet hier nog tot maandag blijven. Ik heb een aantal ribben gebroken en dat moeten ze in de gaten houden of zo," verteld ze. Ik knik. "Dan kun je me hier elke dag verwachten," zeg ik met een kleine glimlach. Ze glimlacht ook zwak. "Beloof me alsjeblieft dat je het niet weer zal doen." Ze knikt. "Ik zal het niet nog eens doen." Ik zucht opgelucht en druk mijn lippen op de hare.

TroubleWhere stories live. Discover now