||38|| Herinneringen van een Prins

1.4K 129 223
                                    

"It is so fatally easy to make young children believe that they are horrible."

―T.H. White, The Once and Future King

Elys herinnerde zich een dag zoals er op het eerste gezicht zoveel waren in haar jeugdherinneringen. De zon scheen, bloemknoppen ontvouwden zich en het water van Elos kabbelde rustig tegen oevers. De ijzige winter had lang aangehouden dat jaar, maar begon eindelijk plaats te maken voor een lente vol zachte geuren en lichte pastelkleuren.

Ze wist niet meer precies hoe oud ze die desbetreffende dag was geweest, maar ze kon zich Rhys nog goed voor de geest halen. Klein, pezige armpjes, hoogblond haar en de felste blauwe ogen die ze ooit had gezien. Ze waren jong geweest en Elys gokte dat ze niet veel ouder dan elf lauturi had kunnen zijn. Het was een mooie dag geweest en de hele middag had ze samen met Rhys doorgebracht. Het waren haar favoriete middagen geweest; veel leuker dan de soms saaie lessen van heer Nagaz en zijn eeuwigdurende monologen over strategie en politiek die haar destijds niet konden interesseren.

Elys herinnerde zich niet precies hoe ze in het frisse water van Elos was beland―waarschijnlijk een of andere weddenschap met Rhys―maar wat ze wel wist, was dat iets―een donkere schaduw―uit het niets opdook en haar aan haar benen naar beneden trok. Het ene moment was ze omringd geweest door zonlicht en het geluid van Rhys' lach en het andere moment had ze niets dan diepblauw water gezien dat haar verzwolg en had ze gevoeld hoe haar longen brandden en schreeuwden om zuurstof.

Ze trapte naar het wezen, spartelde tegen en probeerde met graaiende armen omhoog te zwemmen naar het licht, maar niets hielp. Haar furie en wanhopige drang naar leven konden niet op tegen de ijzersterke klauwen die haar gevangen hielden onder het water. Het was de eerste keer in haar leven dat ze bang was geweest voor water. Zwarte plekken waren verschenen voor haar ogen en ze moest vechten om niet naar adem te happen. Zelfs als jong kind had Elys zich op dat moment gerealiseerd dat ze op het punt stond om te verdrinken.

En als Rhys haar niet gered had, was dat hoogstwaarschijnlijk ook gebeurd.

Elys wist niet hoe de magere 13-jarige jongen het voor elkaar had gekregen om haar te verlossen uit de donkere diepten en stalen klauwen, maar hij had het gedaan. Rhys had niet nagedacht over de gevolgen, want hij gaf om haar en zou haar nooit in de steek laten. Hij had haar uit een benarde situatie gered op het moment dat ze zelf geen kant op had gekund en een stem diep in Elys schreeuwde dat zij datzelfde moest doen voor Ash. Ze kon hem niet overlaten aan de grú die zich voedde met Ash' pijn en verdriet.

Met afschuw keek ze naar de geest die moeilijk zichtbaar was, omdat zijn lichaam bestond uit schaduw en duisternis. Alleen de hypnotiserende robijnrode ogen die gloeiden als kooltjes waren overduidelijk aanwezig. Ash stond nog steeds als verlamd voor het wezen, gevangen in een soort roodgloeiende koepel die hem en de grú omvatte.

''We moeten iets doen. Nu,'' drong Elys wanhopig aan. Het enige wat ze zag was Ash die geen kant op kon. Het was een beeld dat haar hart deed samenkrimpen.

Sage zuchtte. ''Eerst moeten we nadenken. We kunnen niet zomaar op die geest afstappen en Ash wegtrekken.''

''Waarom niet?'' vroeg Lila terwijl een uitdagende glans door haar warme ogen schoot.

''Ik wil Ash daar net zo graag wegkrijgen als jullie, maar denk na,'' zei Sage. ''Zodra je in die koepel stapt, wordt je overgeleverd aan de krachten van de grú Je bent dan niets meer dan het volgende maal en dan zijn twee van ons gevangenen. We moeten rustig nadenken en een goed plan verzinnen.''

Elys balde haar vuisten. Normaal zou dat ook haar redenering zijn, maar al haar kalmte en beheersing was weg. Ze kon Ash niet verliezen aan een of andere geest. Al helemaal niet nu ze haar gevoelens voor hem had toegelaten in haar hart en hoofd.

The Frostfire PrinceWhere stories live. Discover now