||45.1|| Een Familiereünie

1.6K 108 299
                                    

"I am more than my scars."

― Andrew Davidson, The Gargoyle

De derde ring van Amrine was een rumoerige chaos die alle zintuigen aansprak. Mensen van alle leeftijden liepen door de smalle straten, langs de marktkraampjes met schreeuwende handelaars en waren uit alle uithoeken van Esmaron. De smalle, hoge gebouwen wierpen verkoelende schaduwen en waslijnen met felgekleurde kleding waren over de straten gespannen. De geuren van versgebakken brood en gebraden vlees kringelde door de lucht en vulden Sage's neusgaten. Zijn maag rommelde, ondanks het feit dat hij net ontbeten had. Hij zat in kleermakerszit op het platte dak van het bescheiden huis van Istar. De kapitein had hen daar naartoe gebracht, in afwachting van een brief van het Wolkenpaleis. Sage betwijfelde of ze toestemming zouden krijgen, maar Istar en Lila leken die twijfels niet te kennen.

Sage haalde diep adem en probeerde zich te concentreren. Hij probeerde de wind zo te sturen dat de drukke geluiden van de voorbij vliegende sariphi, spelende kinderen en werkende volwassenen aan hem voorbijgingen en ergens anders naartoe werden gebracht, maar het lukte niet erg goed. Hij had moeite zich te focussen in de drukte van de stad.

Adem rustig in, zei Sage tegen zichzelf. Hij ademde in door zijn neus en uit door zijn mond en sloot zijn ogen, waardoor het drukke uitzicht van de derde ring verdween.

Hij was als kind al gevoelig geweest voor prikkels. Het licht dat hij zag was helderder, de geluiden harder en scheller en geuren prikten in zijn neus. Dalinda-zijn 'moeder'-had hem geleerd hoe hij zich kon afsluiten en tot rust kon komen, zodat hij niet gek zou worden door de drukte die hem op een bepaald punt altijd te veel werd. Zijn overgevoeligheid was de reden dat hij stilte nodig had, dat hij graag alleen was zodat hij tijd had om zijn hoofd weer rustig te laten worden. Als hij dat niet deed, werd hij prikkelbaar, geïrriteerd en kon hij zijn stuurkrachten niet voldoende onder controle houden.

Soms vroeg Sage zich af of het feit dat hij een Geestenziener was te maken had met zijn gevoeligheid. Zijn zintuigen stelden hem-in tegenstelling tot vele anderen-in staat om geesten te zien, om ze te verstaan en met ze te communiceren. Het was een vraag die vele malen door zijn hoofd had gespookt en hij wilde dolgraag een antwoord. Sage zuchtte en zijn aandacht verslapte, maar hij probeerde zijn ademhaling weer onder controle te krijgen.

Het Zicht werd doorgegeven via bloed, wat bekende dat hij zijn zeldzame gift wel moest hebben geërfd van zijn vader of zijn moeder. Een warm, brandend gevoel kroop vanuit zijn maag omhoog naar zijn borstkas en omklemde zijn kloppende hart. Sage beet op zijn lip en het brandende gevoel prikte nu achter zijn ogen. Hij wist dat het tranen waren. Tranen omdat het leven dat hij had gekend, de familie die hij dacht gehad te hebben een leugen was. Hij was geen zigeuner, maar wat hij wel was wist hij niet. Zijn kennis over zijn ouders reikte niet veel verder dan hun namen en dat maakte een diepe pijn in hem los. Er spookten zoveel vragen in zijn hoofd rond sinds hij erachter was gekomen dat hij te vondeling was gelegd en hij wist niet wat hij moest vinden van zijn biologische ouders. Aan de ene kant verachtte hij ze, omdat ze hem als baby hadden achtergelaten om omarmd te worden door niets anders dan de kille dood. Maar Sage voelde ook iets anders; een glimp van hoop, van liefde. Hoorde hij niet te houden van zijn ouders-ook al kende hij ze niet?

Hij wist het niet en dat maakte hem gek.

''Sage?''

Hij schrok op en in een klap drong het gezoem van het drukke leven van de derde kring hem binnen. Het voelde alsof hij tegen een muur opbotste, gemaakt van stenen van drukke kleuren en oorverdovende geluiden.

Lila kwam naast hem staan. Ze glimlachte verontschuldigend. ''Ik weet dat je liever niet gestoord wordt, maar we hebben een brief gekregen van het Wolkenpaleis.''

The Frostfire PrinceWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu