||26|| De Verdwenen Kroonprins

1.7K 154 206
                                    

"All that is gold does not glitter, Not all those who wander are lost;

The old that is strong does not wither, Deep roots are not reached by the frost.

From the ashes a fire shall be woken, A light from the shadows shall spring;

Renewed shall be blade that was broken, The crownless again shall be king."

― J.R.R. Tolkien, The Fellowship of the Ring

Prins Eroh sloot de deur achter zich en grijnsde.

"Ik zou willen zeggen dat ik jullie gemist heb," zei hij terwijl zijn hongerige blik over Ash en Sage gleed, "maar dan zou ik liegen. En zo te zien zijn jullie ook erg blij om me weer te zien."

De prins glimlachte naar Ash, maar zijn lach bereikte zijn prachtige, vurige ogen niet. Prins Eroh gebaarde naar Ash' zwaard.

"Doe dat weg," beviel hij. "We hoeven niet te vechten. Ik ben hier om te praten...als volwassenen."

Ash bleef het lange zilveren zwaard echter omhoog houden. De punt wees gevaarlijk naar Erohs hart.

Het was doodstil in de kamer. Mae zag er bijzonder slecht uit. Ze was wit weggetrokken en blauwpaarse wallen tekenden haar gezicht. Lila stond nog steeds met haar armen over elkaar en wierp boze blikken naar Eroh en Mae. Sage daarentegen leek een stuk minder vechtlustig. De blos die zijn wangen eerder nog hadden gesierd, was verdwenen en in zijn ogen zag Elys angst. Ijzingwekkende angst en brandende haat die zijn groene ogen over hadden genomen. Het was beangstigend om Sage zo te zien.

"Wat is dit, Ash?" fluisterde Elys hem toe. Ze hoorde haar eigen stem trillen.

Prins Eroh lachte, zijn handen vol ongeloof geheven. "Ash? Serieus? Ben je zelfs zo laag gezonken dat je luistert naar de naam die dat vieze zigeuneruitschot voor je heeft verzonnen?"

Prins Eroh schudde zijn hoofd. "Ongelofelijk."

Ash klemde zijn kaken op elkaar. "Waag het niet om Sage zo te noemen," siste hij. "Hij is meer waard dan jij ooit zult zijn."

"En anders? Wat dan? Ga je me aanvallen met dat zwaard? Met je zwakke stuurkrachten?"

Ash' ogen vernauwden zich. 

De prins lachte weer. "Je weet dat ik sneller ben, dat ik sterker ben. Je kan niets beginnen tegen mij."

Eroh was dichterbij geslopen, als een roofdier die zijn prooi langzaam omsingeld en ermee speelt totdat het etenstijd is. Hij was kleiner dan Ash merkte Elys op, maar er was iets aan de prins dat hem groter deed lijken. Het voelde alsof de kamer alleen al te klein was voor zijn aanwezigheid. De prins liet zijn blik geïnteresseerd over Elys glijden en ze zag zijn hem verrast kijken naar haar halsketting. Het was de eerste keer dat ze een spoor van echte emotie over zijn gezicht zag flitsen. Een rilling gleed over haar ruggengraat bij het zien van de wolfachtige grijns die hij tevoorschijn toverde.

"Je bent wel echt heel diep gezonken als je je nu ook al inlaat met die afstotelijke gebruiken van de Uslani. En het is al helemaal walgelijk dat je er met één wil trouwen."

Woede vlamde in Elys op. Dit keer niet alleen omdat iemand alweer de verkeerde conclusies trok bij het zien van haar ketting, maar vooral omdat prins Eroh overkwam als een arrogante, discriminerende kasthir-trè.

Ze was niet de enige die er zo over dacht. Ook Ash' ogen schoten vuur en hij hief zijn zwaard om prins Eroh aan te vallen. Voordat hij echter ook maar één stap kon doen, hield Sage hem tegen.

The Frostfire PrinceOpowieści tętniące życiem. Odkryj je teraz